Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 15 - Groei van de Steden
1100 H 4: § 3 & 4: p 94 -100 1350 1400 1450 1500 – Dit kan noodzaak en/of een vlucht zijn (stadslucht maakt vrij) 1250 • Veel plattelanders trekken naar de stad 1200 • Door toenemende handel • Door toenemende nijverheid voor de handel en de groeiende consumptie in de stad • Door toenemende productie op het platteland ▼ De stadsbevolking neemt toe ▼ Opnieuw ontstaan van een stedelijk(urbane)agrarische samenleving 1150 Groei van de steden 1550
1100 1200 • kenmerken Meestal ontwikkelde de stad zich rond een marktplaats op een centraal en gunstig gelegen plek in het land (zie eerste dia) 1350 – 1300 Minder dan 5. 000 inwoners Een kerk Een marktplaats En enkele straatjes 1250 – – 1150 De steden zijn klein 1400 marktplaats 1450 1500 1550
Groei van een plaats rond een kasteel
1100 1450 1500 1550 – Veel heren steunden ook de ontwikkeling van steden en hun infrastructuur 1350 • Belastingen • Militaire steun • Beperken macht leenmannen door de hoge adel 1300 – Waarom voldeed een heer hier aan? 1250 • Vooral voor de handel – maar ook de nijverheid – werkte dit beklemmend/beperkend, daarom vroegen de bewoners aan de landheer vrij te mogen worden gemaakt; men verzocht om stadsrechten 1200 • De eerste bewoners bij/rond een marktplaats waren net zo onvrij als de boeren in de omgeving 1150 Losmaking uit het feodale systeem
Stadrechten van …. .
1100 1450 1500 – Kunnen/gaan zelfs naburige adel dwars gaan zitten 1400 • Steden worden een macht van belang 1350 – Stadslucht maakt vrij 1300 • Zelf bepalen wie tot de stad behoort 1250 – schepenen 1200 • Geen verplichtingen ( lees: herendiensten) meer tegenover de (naburige) heer • Zelfbestuur en rechtspraak 1150 Stadsrechten 1550
1100 – Economische greep op de stad – Gildereglement (zogenaamde gildebrief) Hoe wordt je Hoeveel gezellen mag je hebben Kwaliteit van producten Kwantiteit van producten Werkwijze Sociale taken 1300 1350 1400 • • • 1250 • Uitsluiting concurrentie 1200 • Beroepsverenigingen (handwerkersgilden) 1150 Gilden 1450 – Bij ziekte en overlijden 1500 1550 Meester en gezellen aan het werk
Gilden
Fases van stedelijke regio’s - zie kaart bron 24 1. Noord-Italiaanse steden ontwikkelen zich het sterkst/snelst – Waardoor? – Ligging/contacten – Byzantium; Einde van de zijderoute; Midden-Oosten (Kruistochten en handel) 2. Opkomst van de Vlaamse steden (12 e en 13 e eeuw) Contacten met de Noord-Italiaanse steden Lakenproductie (wol) op een hoog niveau als economische motor (o. a. Brugge)
1400 1450 1500 Boycot van elkaars vijanden/tegenstanders Oorlog tegen vijanden Sluiten van handelsovereenkomsten met derden Bescherming van elkaars handelspositie Financiële faciliteiten » Oprichten van een bankwezen » Introductie muntgeld /papier geld 1350 – – – 1300 • Samenwerking handel 1250 – In eerste instantie als een verbond van handelaren 1200 3. In Noord-Europa ontstaat een tegenhanger van de Italiaanse steden, de Hanze 1150 - zie kaart bron 24 1100 Fases van stedelijke regio’s 1550
1100 1450 • Samenwerking staat centraat 1350 – In de 13 e en 14 e eeuw zijn de Hanze steden op het hoogtepunt van hun macht 1300 • Daarmee wordt een verbond van handelaren tot een verbonden van steden 1250 – Al snel worden de handelaren ook de bestuurders van de steden 1200 • De Hanze handelaren worden zeer machtig 1150 De Hanze steden 1500 1550
Steden & Goederen
- Slides: 13