Kenmerk 11 Ontstaan van feodale verhoudingen in het

  • Slides: 7
Download presentation
Kenmerk 11: Ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur Les 1: Een hoffelijke anachronisme

Kenmerk 11: Ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur Les 1: Een hoffelijke anachronisme

3000 Artikel M 1 1000 700 400 • Volgens de schrijver van het artikel

3000 Artikel M 1 1000 700 400 • Volgens de schrijver van het artikel Ridders vóór het jaar 1000? Worden ridders ten onrechte in het tijdvak van de vroege middeleeuwen (500 -1000) geplaatst. Én verschijnen de “echte” ridders pas na 1000 op het toneel. 1500 • Welk beeld heb jij bij/van ridders? 2000 Een anachronisme? 200 1 200 400

3000 Artikel M 1 1000 700 400 200 1 200 Geharnaste strijd Met een

3000 Artikel M 1 1000 700 400 200 1 200 Geharnaste strijd Met een paard Dapper Trouw Verdediger van de zwakke én van het zwakke geslacht • Een tot ridder geslagen schildknaap • Ceremoniële inzegening 1500 • • • 2000 Het stereotiep 400

700 400 200 • Het heeft er alle schijn van dat de contemporaine schrijvers/vertellers

700 400 200 • Het heeft er alle schijn van dat de contemporaine schrijvers/vertellers een ideaalbeeld neerzette dat meer betrekking had op hun wereld én aansloot bij wereldbeeld 1000 – Welke vaak gingen over ridders uit de Karolingische tijd of zelfs eerder 1500 • Uit heldenverhalen uit de hoge middeleeuwen (11 e en 12 e eeuw) 2000 Het stereotiep en de beeldvorming 3000 Artikel M 1 1 200 400

3000 Artikel M 1 1500 1000 700 400 200 1 • Het woord ridder/ruiter/chevalier/caballarius

3000 Artikel M 1 1500 1000 700 400 200 1 • Het woord ridder/ruiter/chevalier/caballarius voor zwaar bewapende ruiter ontstaan vlak vóór het jaar 1000 • Veel van deze ridders behoorden tot de adel, maar een deel ook niet • Ook lieten ze zich niet allemaal leiden door een soort erecode • Tot aan 1300 was er ook weinig ceremonie bij het toetreden tot de ridderstand en werden er zeker geen zogenaamde ridderproeven afgenomen • Het tot ridder slaan is vaak een handeling vlak voor het gevecht geweest • In naam van God en voor de Kerk strijden kwam zeker voor, maar over het algemeen zag de Kerk de ridders toch als boeven 2000 Echte Ridders 200 400

3000 Artikel M 1 700 400 200 • Duidelijk mag zijn dat de periode

3000 Artikel M 1 700 400 200 • Duidelijk mag zijn dat de periode van 500 -1000 niet als een tijd van ridderschap mag worden gelabeld! 1000 – Dapper – Onverschrokken – Hoofs 1500 • Daarentegen zien we wel vanaf 1200 aan de vorstenhoven een gedragscode ontstaan die zo typerend is voor het stereotype beeld van de ridder 2000 Echte Ridders 1 200 400

3000 Artikel M 1 1000 700 400 200 1 – De kern van het

3000 Artikel M 1 1000 700 400 200 1 – De kern van het Frankische leger bestond uit zwaarbewapende ruiters – Bij de edelen in het hof van Karel de Grote leefden al wat we idealen van ridderlijkheid kunnen noemen • Krijgshaftigheid • Een christelijk vorst dient de zwakke te helpen • Initiatie van jongens in de stand der strijders • In naam van de Kerk strijden (ofschoon wereldlijke motieven veelal doorwogen) – Ook zien we in de Karolingische tijd een soort voorloper van de riddertoernooien in de vorm van gezamenlijke trainen. 1500 • Maar klopt er dan helemaal niets van het ridderbeeld vóór 1000? Zien we toch ergens aanknopingspunten? • Ja, bijvoorbeeld 2000 Wortels 200 400