Johannes en zijn evangelie Dalfsen Woensdag 9 februari

Johannes en zijn evangelie Dalfsen Woensdag 9 februari 2005

Indeling ¢ Johannes Wie is hij? l Zijn beroep en geboorteplaats l Zijn karakter l Zijn bekering l ¢ Zijn evangelie

Wie is hij? (Johannes = Griekse vorm van het Hebreeuwse Jochanan en betekent: J’ is genadig) ¢ ¢ Zoon van Zebedeüs en Salóme (Mt. 4: 21; 27: 55, 56 en Mk. 15: 40) Broer van Jakobus Zijn vader is welgesteld, hij heeft knechten (Mk. 1: 20). Zijn moeder is tamelijk ambitieus, zij vraagt om promotie voor haar zonen (Mt. 20: 21).

Wie is hij? Ooggetuige van het leven van de Heer (Jh. 1: 14; 19: 35). ¢ Hij noemt zichzelf 5 maal de ‘discipel die Hij liefhad’ (13: 23; 19: 26; 20: 2; 21: 7, 20) ¢ Soms noemt hij zich ‘de andere discipel’ (18: 15; 20: 2, 3, 8). ¢

Wie is hij? Een bekende van de hogepriester (18: 15). Dit duidt op een zeker aanzien van de familie. ¢ Hij blijft anoniem. Zijn naam wordt in zijn evangelie nooit genoemd. ¢ Samen met Jakobus en Petrus behoort hij tot de intimi van de Heer (Lk. 8: 51; 9: 28; Mt. 26: 37 en Mk. 13: 3) ¢ ¢ Een apostel (Lk. 6: 12 -16).

Wie is hij? ¢ ¢ ¢ Hij is gastvrij (Jh. 19: 27). Een steunpilaar in de gemeente te Jeruzalem (Gl. 2: 9). De schrijver van 3 brieven en het boek Openbaring. De dichter van lied 166 (GL) Hij is waarschijnlijk één van de jongste discipelen geweest en als laatste gestorven.

Indeling ¢ Johannes Wie is hij? l Zijn beroep en zijn geboorteplaats l Zijn karakter l Zijn bekering l ¢ Zijn evangelie

Zijn beroep en zijn geboorteplaats ¢ Visser Hij wordt geroepen op het moment dat hij bezig is de netten te verstellen. • Ijverig en zuinig! Hij laat zijn vader in het schip achter en gaat weg, Jezus achterna. Aard van Jezus’ impact: high-touch/ low tech! Wie/wat volg jij na? Hij is waarschijnlijk geboren in Bethsaïda aan het meer van Galiléa en een compagnon van Simon Petrus (Lk. 5: 10)

Indeling ¢ Johannes Wie is hij? l Zijn beroep l Zijn karakter l Zijn geboorteplaats l Zijn bekering l ¢ Zijn evangelie

Zijn karakter ¢ Zoon van de donder (Mk. 3: 17) Intolerant (Lk. 9: 49) l Wraakzuchtig (Lk. 9: 54) l Ambitieus (Mk. 10: 35 -37) ¢ Apostel van de liefde ¢ l , Liefde’ en , liefhebben’ worden 54 maal genoemd in zijn evangelie.

Indeling ¢ Johannes Wie is hij? l Zijn beroep en geboorteplaats l Zijn karakter l Zijn bekering l ¢ Zijn evangelie

Zijn bekering ¢ Middel l l ¢ Tijdstip l ¢ Johannes de Doper (Jh. 1: 29 en 35 -40) Prediking: Christo-centrisch Het tiende uur (Jh. 1: 40) Gevolg l Een veranderd en toegewijd leven (Mk. 1: 19, 20)

To the King (Matthew Ward, © 1977 Universal songs) To the King who gave everything for me Who’s body crucified, high on Calvary’s Tree Who’s redemptive blood makes way for me I now give everything To the King who came in the form of a child All powerful God, and yet, so mild Who’s obedience shows the way for me I humbly come to Thee Chorus: To the King alone I will give my life To the King I will sing both day and night To the Lamb of God who has paid the price To the King alone I will give my life To the King, the one true royalty Though King, He has befriended me But greater still He lives in me! I give Him everything

Indeling ¢ Johannes Wie is hij? l Zijn beroep en geboorteplaats l Zijn karakter l Zijn bekering l ¢ Zijn evangelie

Zijn evangelie Papyrus P 52, fragment uit Jh. 18, ± 125 n. Chr.

Zijn evangelie ¢ Plaats en tijd van ontstaan: l l Te Efeze (vgl. Op. 1: 9 -11 met 2: 1 -7) Wsch. 85 -95 Chr. Polycarpus van Smyrna (69 -155) heeft Johannes nog gekend, en heeft verklaard ‘dat Johannes, de discipel van de Heer, die ook in de schoot van Jezus had aangelegen (Jh. 13: 23), zijn evangelie heeft geschreven tijdens zijn verblijf n Efeze’. Polycarpus

Zijn evangelie ¢ Doel: l ‘opdat u gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat u gelovend het leven hebt in zijn naam (Jh. 20: 31) Geloven is een kernwoord: 98 keer in Jh. ! Geloven: 1. ’opdat u tot geloof komt’ 2. ’opdat u blijft geloven’

Zijn evangelie Thema: ¢ De drie-enige God De Vader (1: 18; 17: 6) l De Zoon (1: 1, 14; 20: 31) l • Waarachtig God • Waarachtig mens l De Heilige Geest (14 -16) • Zijn aard • Zijn werking

Zijn evangelie ¢ Boodschap: l ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. ’

Zijn evangelie Kenmerken: ¢ Drie sporen: l Leven (1 -7) l Licht (8 -12) l Liefde (13 -21) Welke sporen laat jij na in je leven?

Zijn evangelie ¢ Kenmerken: l 7 (wonder)tekenen • • Water wordt wijn Genezing v. d. zoon v. d. hoveling Genezing v. d. zieke te Bethesda Spijziging v. d. 5000 Jezus loopt op de zee Genezing v. d. blindgeborene Opwekking van Lazarus (2) (4) (5) (6) (9) (11)

Zijn evangelie ¢ Kenmerken: l 7 maal ‘Ik ben’ • • • Ik ben het brood van het leven (6: 35) Ik ben het licht van de wereld (8: 12) Ik ben de deur (10: 9) Ik ben de goede herder (10: 11) Ik ben de opstanding en het leven (11: 25) Ik ben de weg en de waarheid en het leven (14: 6) • Ik ben de ware wijnstok (15: 1)

Zijn evangelie ¢ Indeling naar Jh. 16: 28: l ‘Ik ben van de Vader uitgegaan’ • 1: 1 -18 l ‘en ben in de wereld gekomen’; • 1: 19 -12: 50 l ‘Ik verlaat de wereld weer en ga heen naar de Vader’ • 13 -21

Zijn evangelie ¢ De proloog (voorwoord, inleiding): De eeuwige God l De schepper-God l De onderhouder-God l De mens geworden-God l De redder-God l (1: 1) (1: 3) (1: 4) (1: 16)

Zijn evangelie ¢ De epiloog (slotwoord): l ‘Dit is de discipel die van deze dingen heeft getuigd en die deze dingen heeft geschreven; en wij weten dat zijn getuigenis waar is. Er zijn echter nog vele andere dingen die Jezus heeft gedaan, waarvan ik denk dat als zij één voor één werden geschreven, zelfs de hele wereld de geschreven boeken niet zou kunnen bevatten. ’

Zijn evangelie ¢ ‘Dit is de discipel’ l ¢ Ook hier spreekt hij over zichzelf in de derde persoon. Getuigenis l Het evangelie begint met een getuige (1: 7) en eindigt met een getuige (21: 24). Daar tussen staat het getuigenis van Jezus Zelf, van de Vader, van de Schriften, van Zijn werken en van Mozes (5: 33, 36, 37, 39, 46)

Opdracht ‘U zult mijn getuigen zijn!’ (Hd. 1: 8)