Jezus bidt in de tuin van Getsmanee Jezus
Jezus bidt in de tuin van Getsémanee
Jezus was naar de Olijfberg gekomen samen met zijn discipelen, zijn leerlingen. Daar was een boomgaard met olijfbomen. Getsémanee heet die tuin.
Jezus was verdrietig. Hij wist dat Hij weldra zou sterven aan het kruis. Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes mee naar de tuin van Getsémanee om er te bidden.
Jezus ging apart zitten om te bidden. Hij was heel bang en riep tot God om hulp. God stuurde een engel om hem kracht te geven.
Toen Jezus terug ging naar zijn vrienden, lagen ze allemaal te slapen. Hij maakte hen wakker en zei: ‘Kunnen jullie niet eens één uur wakker blijven en met mij bidden? ’
Toen kwamen de tempelwachters met toortsen en zwaarden. Judas Iskariot, één van de vrienden van Jezus, had met de wachters afgesproken om Jezus aan te wijzen.
Judas had tegen de soldaten gezegd: ‘Die ik een kus geef, is Jezus. ’ Petrus, Johannes en Jakobus waren geschokt toen Jezus door de soldaten van de hogepriester werd gevangengenomen.
Petrus was zo boos dat hij Malchus, de knecht van de hogepriester, een oor afsloeg. ‘Steek je wapen weg, ’ zei Jezus. ‘Want wie zijn zwaard gebruikt zal door een zwaard sterven. ’ En Jezus genas Malchus.
Judas had Jezus verraden en Hij werd meegevoerd om ondervraagd te worden. Zijn vrienden waren zo bang dat ze allemaal wegvluchtten.
- Slides: 9