Inventarisatietechnieken en methoden deel 2 Planning Herhaling vorige

Inventarisatietechnieken en methoden (deel 2)

Planning • Herhaling vorige les • Inventariseren van fauna • Inventarisatiemethoden voor het I. O. • Inventarisatie materialen

Doelen Aan het eind van de les kun je: • Verschillende fauna-inventarisaties benoemen • Benoemen welke inventarisatiemethoden wordt gebruikt voor de I. O. • Benoemen welke materialen er nodig zijn voor het uitvoeren van de I. O.

Herhaling van de vorige les: Inventariseren • Inventariseren: bekijken / onderzoeken wat je hebt. • Het doel van de inventarisatie bepaald de techniek • Vervolgens moet je de volgende beslissingen nemen: • • Kwalitatief/kwantitatief onderzoek Totaaltelling / steekproef Random / non random Relatieve getallen / absolute getallen

Bosinventarisatie (waar kijk je naar? ) • Richt zich op het gericht en systematisch verzamelen van informatie, om de vraag: “Wat heb ik? ” te beantwoorden. • Aan een bos kun je meer meten dan alleen hout • Ook zijn er nog: • Dood hout • Fasen/groottes (ontwikkelfasen) • Biodiversiteit / gelaagdheid (bijv. struik- en kruidlaag, broedvogels, etc. ) • Verjonging < 5/10 cm DBH • Toegankelijkheid/ padenstructuur • Vitaliteit (Beschadigingen/ziekten en plagen) • Kwaliteit van de stammen • Landschapselementen • Aanwezige fauna

Inventarisatiemethoden • Kilometerhokken / streeplijsten • Plots uitzetten • Transectlijnen

Inventarisatie Zoogdieren • Direct inventarisatie • Je ziet het dier. • Indirecte inventarisatie • Je ziet sporen van het dier.

Indirecte waarneming Er zijn verschillende sporen die in het veld kunnen worden aangetroffen; • prenten, wissels, mestputten, haren, wroetsporen en verkeersslachtoffers. Ook mogelijk door bijvoorbeeld : • Muizenvallen • Cameravallen • Vleermuiskasten • Vleermuizen luisteren met bat detectors • Dassenburcht • http: //www. zoogdierenwerkgroep. be/informatie/publicaties/boeken

Inventariseren vlinders Vlinders: • Lijntransect van maximal 1 km lang verdeeld in secties van 50 meter door een zo homogeen mogelijk landschap (vlinders). • Telplot van 100 m 2 (10 x 10 of 5 x 20). Voor de eitjes of rupsen van het gentiaanblauwtje, de grote vuurvlinder en sleedoornpage.

Inventariseren libellen Libellen: • Transectlijnen langs het water van 100 tot maximaal 500 meter lang (langs 1 biotoop). • Kleine libellen tot 2 m oever en 3 m water. Grote libellen tot 2 m oever en 5 m water.

Inventarisatie soort -plantengemeenschappen • Een plantengemeenschap is een afgebakend deel van het vegetatiedek met een herkenbare structuur en min of meer vaste samenstelling van plantensoorten. (hoofdgroepen – associaties) • Transect-lijnen • Om te weten welke plantengemeenschappen er voorkomen in een bepaald gebied • Plots • Om te weten welke soorten er voorkomen in een bepaald gebied zodat dit kan worden gekoppeld aan plantengemeenschappen

Handige websites • Zoogdieren: • http: //www. zoogdierenwerkgroep. be/studie/methoden-entechnieken • http: //www. zoogdiervereniging. nl/ Algemeen: • http: //waarneming. nl/ Planten/Plantengemeenschappen: • http: //www. floravannederland. nl/plantengemeenscha ppen/ • http: //www. econatura. nl/natuur-en-landschap/

Inventarisatie I. O. (1) • Doel van de inventarisatie?

Inventarisatie I. O. (2) • Plotvorm: rechthoek • Plotgrootte: 10 m x 20 m • Aantal plots: 5 x • Locatie plots: representatief gebied • Kwalitatief en kwantitatief • Steekproef • Non-random • Relatieve getallen • Absolute getallen

Inventarisatie I. O. (3) • Wat wil je weten? • • Aanwezige flora (directe waarneming) Aanwezige fauna (indirecte en directe waarneming) Ontwikkelfasen in het bos Gelaagdheid in het bos Bedekkingsgraad Verjonging Landschapselementen Recreatievoorzieningen • Over welk beheerdoel zegt de gevonden informatie wat?

Benodigd materiaal • Welke materiaal is er nodig?

Materialen voor inventarisaties (flora) • • • Kompas GPS Kaart Veldwerkformulieren Klembord Pen en potlood Diameterlint / houtklem Piket Lint / markeringstape Rolmaat Boomhoogtemeter Fototoestel

Veldwerkformulier • Kijk nogmaals kritisch naar je veldwerkformulier. En beantwoord de volgende vragen: • Is het formulier volledig? • Is het formulier handig te gebruiken? • Heb ik genoeg schrijfruimte (niet te veel / niet te weinig?