INTERNERING Joris Casselman Realisatie Pascal Ostyn 1 Ba
INTERNERING Joris Casselman Realisatie: Pascal Ostyn 1 Ba. MV(AO) KATHO Bron: J. Casselman, (1997): ’Internering’ , huidige situatie.
Wat is internering?
Internering is geen straf maar een beveiligingsmaatregel. Deze maatregel, die van onbepaalde duur is, kan worden uitgesproken door een rechtbank (een onderzoeksgerecht of een vonnisgerecht).
De voorwaarden tot internering zijn: 1. een bewezen wanbedrijf of misdaad 2. ontoerekenbaarheid als gevolg van : - hetzij een staat van krankzinnigheid - hetzij een ernstige staat van geestesstoornis of zwakzinnigheid, die de betrokkene ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden.
Onderzoek, Drie beslissing en uitvoering Fasen:
De Commissies tot Bescherming van de Maatschappij WAT? De Commissie tot Bescherming van de Maatschappij (CBM), is een justitieel orgaan in België dat in het leven is geroepen door de wet van 9 april 1930 betreffende de bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten (bron: wikipedia). Bevoegdheid : De Cs. BM hebben een zeer uitgebreide bevoegdheid bij de uitvoering van de interneringsmaatregel.
. De gewone CBM Samenstelling : De CBM bestaat uit drie leden: (1) een werkend of een ere-magistraat die voorzitter is, (2) een advocaat en (3) een geneesheer. De leden en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aan elke Commissie wordt een ambtenaar als secretaris toegevoegd (1) De voorzitter wordt aangewezen door de eerste voorzitter van het hof van beroep. (2) De advocaat wordt aangewezen door de minister van Justitie vertrekkende van twee lijsten (de ene opgesteld door de procureur des Konings en de andere door de stafhouder van de Orde van Advocaten). (3) De geneesheer wordt aangewezen door de minister van Justitie. De secretaris is een door de minsiter van Justitie aangewezen ambtenaar.
De Hoge CBM Samenstelling : De Hoge CBM heeft drie leden : -een werkend of ere-magistraat die voorzitter is -een advocaat en -een geneesheer. Zij worden bijgestaan door een secretaris en worden benoemd voor zes jaar. De voorzitter wordt aangewezen door de voorzitter van het hof van Cassatie of eerste kamer van het hof van beroep. De advocaat wordt aangewezen door de minister van Justitie, voorgedragen door de stafhouder van de raden van de Orde bij de hoven van beroep. De geneesheer is de geneesheer-directeur van de Antropologische Dienst bij de Strafinrichtingen. De secretaris is een door de minister van Justitie aangewezen ambtenaar.
Beslissingen genomen door de CBM 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7° 8° 9° 10° 11° Aanwijzing van de instelling waar de internering zal plaatsvinden Invrijheidsstelling op proef of voorgoed Herroeping van de invrijheidsstelling op proef Overbrenging naar een andere instelling Beperkte vrijheid Uitgangspermissies Verlof Uitstel van beslissing Aanstelling van een voorlopige bewindvoerder Artikel 21 : ministeriële internering van veroordeelden Kennisneming van verslagen en allerlei informatie
Beroepsmogelijkheden Ten aanzien van de beslissingen van de CBM zijn de beroepsmogelijkheden minimaal. De geïnterneerde of zijn advocaat kunnen (sinds 1968) cassatieberoep aantekenen, en dan nog alleen met betrekking tot beslissingen inzake invrijheidstelling of over herroeping ervan. Het cassatieberoep betreffende beslissingen zoals de aanduiding van een instelling waar de internering zal plaatshebben en het al dan niet toekennen van beperkte vrijheid of van verlof zijn niet ontvankelijk in cassatie. Het parket daarentegen kan steeds hoger beroep instellen, verzet genaamd, tegen de beslissingen van invrijheidstelling op proef of definitieve invrijheidstelling. Het verzet heeft schorsende waarde (WBM artikel 19). De zaak wordt dan in hoger beroep aanhangig gemaakt bij de Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij.
Aantal (en %) geïnterneerden onder toezicht van de CBM te Leuven op 1 januari van de kalenderjaren 1979 tot 1997, volgens uitvoeringsmodaliteit. 160 140 RRI 120 RRI = Residentiële rijksinstelling %RRI 100 RPI = Residentiële privé-instelling RPI% 80 AMB% 60 OTS = Op te sporen OTS% 40 T(100%) 20 0 1974 AMB = Ambulante privé-instelling 1979 1984 1989 1994 1999 T = Totaal in absolute cijfers (%) = percentage ten aanzien van het totale aantal
- Slides: 12