Lesdoelen • Studenten weten wat de cognitieve ontwikkeling is bij peuters. • Studenten weten hoe ze de taalontwikkeling bij peuters kunnen stimuleren.
Cognitieve ontwikkeling Exploratiedrang: De peuter wil de wereld leren kennen en ontdekken (nieuwsgierig).
Cognitieve ontwikkeling Wat een peuter meemaakt, bepaalt zijn denken. Concreet denken: Richt zich alleen op wat hij ziet en waar iets mee kan. Bijvoorbeeld een peuter die in bed ligt kan bedenken hoe hij eruit komt, maar dit bedenkt hij niet vanuit de woonkamer beneden omdat hij het niet ziet. Magisch denken: Geen onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie (Koekiemonster in of achter de TV). Animistisch denken: Menselijk eigenschappen toevoegen aan voorwerpen (beker die valt is stout). Geen inzicht in oorzaak /gevolg.
Cognitieve ontwikkeling Taalontwikkeling • Vanaf 2 jaar: gebruik van woordcombinaties en begrijpen van eenvoudige aanwijzingen • Vanaf 3 jaar: praten van zinnen • Tweewoordzinnen: bestaat uit 2 woorden. Voorbeeld: ‘pop stout’. • Driewoordzinnen: bestaat uit 3 woorden. Voorbeeld: ‘Bas boos pijn’’.
Stimuleren van taalontwikkeling Peuters leren heel snel veel woorden. Dit leren ze van hun omgeving. Veel praten met de peuter stimuleert de taalontwikkeling. • • Verwoord wat ze doen Die en dat, geef je een naam Maak korte, makkelijke zinnen Langzaam praten Stel vragen Denk hardop Herhaal woorden Geef emoties een naam
Afsluiting les. Aantekeningen opslaan. Behaald lesdoel: Studenten weten wat de cognitieve ontwikkeling is bij peuters. Studenten weten hoe ze de taalontwikkeling bij peuters kunnen stimuleren.