I VOORTPLANTING Zaadplanten A Geslachtelijke voortplanting Zaadplanten 1
- Slides: 122
I) VOORTPLANTING Zaadplanten
A) Geslachtelijke voortplanting Zaadplanten
1) Bloemdelen
Bloemdelen
Bouw van een bloem 1: stamper 2: meeldraad 3: kroonblad 4: kelkblad 5: stengel met bloembodem
Meeldraad 1: helmdraad 2: helmknop
Stamper 1: stempel 2: stijl 3: vruchtbeginsel 4: zaadbeginsel 5: zaadlijst
2) Verscheidenheid bij bloemen
Verscheidenheid bij bloemen • Op basis van: 1. Bloembladeren: = kelk- en kroonbladeren
Verscheidenheid bij bloemen
Verscheidenheid bij bloemen • Bloembladeren: = kelken kroonbladeren – Normale bloemen: kelkbladeren groen, kroonbladeren gekleurd • Bv: zandkool, roos, . . .
Verscheidenheid bij bloemen
Verscheidenheid bij bloemen • Bloembladeren: = kelken kroonbladeren – – Normale bloemen Bloemdekbladeren: kelken kroonbladeren hebben dezelfde kleur en vorm • Bv: tulp, lelie
Verscheidenheid bij bloemen Mannelijke bloemen Vrouwelijke bloem
Verscheidenheid bij bloemen • Bloembladeren: = kelken kroonbladeren – Normale bloemen – Bloemdekbladeren – Naakte bloemen: kelk- en kroonbladeren ontbreken Mannelijke bloemen • Bv: hazelaar Vrouwelijke bloem
Verscheidenheid bij bloemen • Op basis van: 1. 2. Bloembladeren: = kelk- en kroonbladeren Voortplantingsdelen in de bloem: meeldraden en stampers
Verscheidenheid bij bloemen
Verscheidenheid bij bloemen • • Bloembladeren Stampers en meeldraden – Beide aanwezig: tweeslachtige bloem • Bv: grasklokje, zandkool
Verscheidenheid bij bloemen Mannelijke bloem Vrouwelijke bloem
Verscheidenheid bij bloemen • • Bloembladeren Stampers en meeldraden – – Beide aanwezig Eén van beide afwezig: éénslachtige mannelijke of vrouwelijke bloem • Vrouwelijke bloem Bv: begonia, bingelkruid Mannelijke bloem
Verscheidenheid bij bloemen
Verscheidenheid bij bloemen • • Bloembladeren Stampers en meeldraden – – – Beide aanwezig Eén van beide afwezig Geen van beide aanwezig: steriele bloem • Bv: lintbloem van zonnebloem of paardebloem
Verscheidenheid bij bloemen • Op basis van: 1. 2. 3. Bloembladeren: = kelk- en kroonbladeren Voortplantingsdelen in de bloem: meeldraden en stampers Voortplantingsdelen op de plant: meeldraden en stampers – Éénhuizig: mannelijke en vrouwelijke bloemdelen op één plant • • – Of bloemen met meeldraden en stampers: – Bv: appelboom Of bloemen met enkel meeldraden EN met enkel stampers – Bv: hazelaar Tweehuizig: mannelijke of vrouwelijke bloemdelen op één plant • Bloemen met meeldraden OF bloemen met stampers – Bv wilg
Verscheidenheid bij bloemen 1: stempel 2: vruchtbeginsel Vrouwelijke bloem 1: helmknop 2: helmdraad 3: nectarklier 4: schutblad Mannelijke bloem
Eénhuizig / Tweehuizig
Verscheidenheid bij bloemen • Op basis van: 1. 2. 3. 4. Bloembladeren: = kelk- en kroonbladeren Voortplantingsdelen in de bloem: meeldraden en stampers Voortplantingsdelen op de plant: meeldraden en stampers Plaats van het vruchtbeginsel
Verscheidenheid bij bloemen onderstandig vruchtbeginsel
Verscheidenheid bij bloemen • • Bloembladeren Stampers en meeldraden Voortplantingsdelen op de plant: meeldraden en stampers Plaats van het vruchtbeginsel: – Onderstandig: vruchtbeginsel bevindt zich onder de andere bloemdelen • Bv: teunisbloem
Verscheidenheid bij bloemen bovenstandig vruchtbeginsel
Verscheidenheid bij bloemen • • Bloembladeren Stampers en meeldraden Eénhuizige en tweehuizige planten Plaats van het vruchtbeginsel: – Onderstandig – Bovenstandig: vruchtbeginsel bevindt zich op dezelfde hoogte als de andere bloemdelen • Bv: zandkool
Verscheidenheid bij bloemen • Op basis van: 1. 2. 3. 4. 5. Bloembladeren: = kelk- en kroonbladeren Voortplantingsdelen in de bloem: meeldraden en stampers Voortplantingsdelen op de plant: meeldraden en stampers Plaats van het vruchtbeginsel Manier van verspreiden van stuifmeelkorrels
Verscheidenheid bij bloemen windbloeier insectenbloeier luchtblaasjes stekels
Verscheidenheid bij bloemen • Bloembladeren • Stampers en meeldraden • Voortplantingsdelen op de bloem: stampers en meeldraden • Plaats van het vruchtbeginsel • Verspreiding stuifmeelkorrels – Windbloeiers: • • Zeer licht stuifmeel Zeer lange, kleverige stampers Geen kleurige bloemdekbladeren Geen nectarkliertjes
Verscheidenheid bij bloemen • • • Bloembladeren Stampers en meeldraden Eénhuizige en tweehuizige planten Plaats van het vruchtbeginsel Verspreiding stuifmeelkorrels – Insectenbloeiers: • • Stekelig stuifmeel Stampers in de bloem Kleurrijke bloemdekbladeren Nectarkliertjes
3) Bloemen voorstellen
Bloemen voorstellen • Bloemdiagram: – schematische voorstelling van de dwarse doorsnede van een bloem
BLOEMDIAGRAM
Bloemen voorstellen 1: kelkbladeren 1 e ring 2: kroonbladeren 2 e ring 3: meeldraden 3 e ring 4: meeldraden 4 e ring 5: vruchtbeginsel 5 e ring
Bloemen voorstellen • Bloemdiagram • Bloemformule: – voorstelling van bloemen met cijfers en letters
Bloemen voorstellen * K 4 Kr 6 M 4 V(2)
4) Verloop geslachtelijke voortplanting
Verloop geslachtelijke voortplanting • Zaadcel + Eicel • Bestuiving + Bevruchting • Vruchten + Zaden
a) Zaadcel en eicel
Geslachtelijke voortplanting Zaadcel 1: helmhok 1 2: helmhok 2 3: stuifmeelzakje met stuifmeelkorrels 4: helmdraad
Geslachtelijke voortplanting Stuifmeelkorrel windbloeier insectenbloeier luchtblaasjes stekels De stuifmeelkorrel bevat een zaadcel
Geslachtelijke voortplanting Eicel
Geslachtelijke voortplanting Eicel 1: vruchtblad 2: hoofdnerf 3: vergroeide bladrand 4: zaadbeginsel 5: naad
b) Bestuiving en bevruchting Zaadplanten
Geslachtelijke voortplanting Bestuiving zelfbestuiving
Geslachtelijke voortplanting Bestuiving buurbestuiving
Geslachtelijke voortplanting Bestuiving kruisbestuiving
Geslachtelijke voortplanting Bestuiving • Tweeslachtige bloemen kunnen: – Zelfbestuiving – Buurbestuiving – Kruisbestuiving • Eenslachtige bloemen kunnen: – Buurbestuiving (eenhuizig) – Kruisbestuiving (tweehuizig)
Geslachtelijke voortplanting Bevruchting 1: stuifmeelkorrel met zaadcel 2: stuifmeelbuis 3: vruchtbeginsel 4: zaadbeginsel met eicel 5: dekweefsel stempel
c) Vrucht en zaad
Geslachtelijke voortplanting Vrucht • Vrucht: – uitgegroeid vruchtbeginsel
Geslachtelijke voortplanting Vrucht uitwendig 1: rest stempel en stijl 2: vrucht (uitgegroeid vruchtbeginsel) 3: buiknaad (vergroeide bladranden) 4: rest kelkblaadjes 5: rugnaad met hoofdnerf
Geslachtelijke voortplanting Vrucht inwendig 1: zaad (uitgegroeid zaadbeginsel) 2: navelstreng 3: buiknaad 4: rugnaad
Geslachtelijke voortplanting Zaad • Zaad: – uitgegroeid zaadbeginsel
Geslachtelijke voortplanting Zaad 1: zaadhuid 2: blaadjes 3: stengeltje 4: worteltje 5: poortje 6: navel 7: zaadlob 2+3 = pluimpje 2+3+4 = klein plantje 2+3+4+7 = kiem
4) Verscheidenheid vruchten en zaden
Bouwverschillen bij vruchten en zaden • • • Tamme kastanje Paardekastanje Tomaat Brem (boon) Appel
Tamme kastanje: vrucht dopvrucht
Tamme kastanje: zaad klein plantje
Tamme kastanje: napje
Paardenkastanje: vrucht
Paardenkastanje: vrucht + zaad
Paardenkastanje: vrucht Doosvrucht
Paardenkastanje: zaadhuid
Tomaat: vrucht Besvrucht
Tomaat: zaad
Brem: vrucht peulvrucht
Brem: zaad
Appel: verdikte bloembodem Klokhuis = echte vrucht
Appel: zaad pitvrucht
5) Verspreiding vruchten en zaden
Bouw en verspreiding zaden en vruchten • • Door de wind Door dieren Door het water Door plant zelf • Door de mens
Paardebloem
Kleefkruid
Brem
Hondstong
Viooltje
Linde
Esdoorn
Berk
Grote klis
Braambes
Vogelkers
Gele lis
Bosrank
Cocosnoot
Papaver/Klaproos
Es
Eik
Hazelaar
Distel
Vlasbekje
Lijsterbes
Wilgenroosje
Beukenoot
Vlierbes
Els
B) Ongeslachtelijke voortplanting Dochterplant = moederplant
ONGESLACHTELIJKE VOORTPLANTING • Natuurlijke wijze – – – Uitloper Wortelstok Klister Stengelknol Wortelknol Broedblad • Door de mens – – – Afleggen Stekken Oculeren Copuleren Enten
a) Natuurlijke ongeslachtelijke voortplanting door de plant zelf
1) Uitloper aardbei
uitloper Bovengrondse stengel met op de knopen nieuwe dochterplantjes
2) Wortelstok brandnetel
wortelstok Ondergrondse stengel met op de knopen nieuwe dochterplantjes
3) Klister look
klister Okselknoppen die uitgroeien tot nieuwe dochterplantjes
4) Stengelknol aardappel
stengelknol Verdikte stengeltoppen (reservevoedsel) die uitgroeien tot nieuwe dochterplantjes
5) Wortelknol Speenkruid Dahlia
Wortelknol Verdikte bijwortels (reservevoedsel) die uitgroeien tot nieuwe dochterplantjes
6) Broedblad bryophyllum
Broedblad Knoppen op de bladrand groeien uit tot nieuwe dochterplantjes
b) Kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting door de mens
Afleggen Twijg wordt afgelegd onder grond tot wortels ontstaan en daarna van de moederplant losgesneden
Stekken Stuk van twijg wordt in water of stekgrond gesplaatst tot ze wortels heeft en dan in potgrond opgekweekt
Oculeren T-vormige inkeping mamen voor het plaatsen van een “oog” dat uitgroeit met de nieuwe eigenschappen
Copuleren Een schuin afgesneden even dikke twijg wordt op een schuin afgesneden even dikke onderstam geënt
Enten Men maakt een spleetvormige inkeping in een dikke onderstam waarin men een dunne jonge twijg plaatst
- Nectarkliertjes
- Geslachtelijke voortplanting dieren
- Ontwikkeling plant
- Geslachtelijke voortplanting dieren
- Broedblad
- Indeling planten
- Rechtlijnige voortplanting van licht
- Samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 voortplanting
- Voortplanting mens
- Zeeduivel voortplanting
- Myspot ontwikkelcentrum
- Orka spreekbeurt
- Embryonaalknop
- Voortplantingsstelsel konijn
- Kop van een stamper in een bloemkelk
- Sham dekking kat
- Voortplanting schimmels
- Wanneer is een reu geslachtsrijp
- Chinchilla leeftijd