HOW TO Kijken naar kunst Procesgericht werken stimuleren

  • Slides: 39
Download presentation
HOW TO • Kijken naar kunst • Procesgericht werken stimuleren

HOW TO • Kijken naar kunst • Procesgericht werken stimuleren

TERRY BARRET • Wat zie je? • Waar gaat het over? = vorm =

TERRY BARRET • Wat zie je? • Waar gaat het over? = vorm = inhoud / betekenis

INHOUD / BETEKENIS • Persoonlijke betekenis: Wat voor betekenis heeft het • • werk

INHOUD / BETEKENIS • Persoonlijke betekenis: Wat voor betekenis heeft het • • werk voor mij persoonlijk? Intentie van de kunstenaar: Welke betekenis heeft het werk voor de kunstenaar Betekenis voor de opdrachtgever: Wat heeft het betekent voor de opdrachtgever? Betekenis voor het originele publiek: Wat heeft het betekent voor het originele publiek? Betekenis van de curator: Wat betekent het in de context van deze tentoonstelling / presentatie?

VISUAL THINKING STRATEGIES • Wat gebeurt er in dit beeld / op deze afbeelding?

VISUAL THINKING STRATEGIES • Wat gebeurt er in dit beeld / op deze afbeelding? (inhoud) • Waaraan zie je dat? (vorm) • Wat kunnen we nog meer ontdekken? (bevragen eigen eerste oordeel)

ARTFUL THINKING • Reasoning-centered routines • Questioning & Investigating-centered routines • Observing & Describing-centered

ARTFUL THINKING • Reasoning-centered routines • Questioning & Investigating-centered routines • Observing & Describing-centered routines • Comparing & Connecting-centered routines

REASONING-CENTERED ROUTINES • What makes you say that? • What is going on? •

REASONING-CENTERED ROUTINES • What makes you say that? • What is going on? • What do you see that makes you say that? • Claim / Support / Question • Maak een claim over het kunstwerk • Laat weten waarom je dat claimt / denkt • Stel een vraag in relatie tot je claim. Bijvoorbeeld: wat is er met deze claim niet uitgelegd? Wat zijn de nieuwe die met deze claim naar boven komen?

QUESTIONING EN INVESTIGATING CENTERED ROUTINES • I see / I think / I wonder

QUESTIONING EN INVESTIGATING CENTERED ROUTINES • I see / I think / I wonder • Wat zie je? (vorm) • Waar doet het je aan denken? (betekenis) • What does it make you wonder? (eigen fantasie aanspreken) • Creative Questions • Waarom? • Wat zijn de redenen? • Wat als? • Wat is het doel van? • Hoe zou het ander zijn als? • Etc.

OBSERVING & DESCRIBINGCENTERED ROUTINES • Elobaration Game • Observeer: beschrijf hoe je denkt dat

OBSERVING & DESCRIBINGCENTERED ROUTINES • Elobaration Game • Observeer: beschrijf hoe je denkt dat iets eruitziet • Eloborate: kies iets uit en zoom in op een detail • Interpreteer: wat betekent iets • Looking: Ten Times Two • Kijk 30 seconden: schrijf 10 dingen op die je opvallen • Herhaal • Colors, Shapes, Lines • Observeer en benoem kleur • Observeer en benoem vorm • Observeer en benoem lijn

SPELVORMEN IN DE KLAS

SPELVORMEN IN DE KLAS

DOEL: BEWUST MAKEN VAN KIJKPROCES

DOEL: BEWUST MAKEN VAN KIJKPROCES

DOEL: BEWUSTMAKEN NOODZAAK GEBRUIK GEZAMENLIJKE TERMEN

DOEL: BEWUSTMAKEN NOODZAAK GEBRUIK GEZAMENLIJKE TERMEN

DOEL: OEFENEN INTUÏTIEF KIJKEN

DOEL: OEFENEN INTUÏTIEF KIJKEN

DOEL: DOELBEWUST ONDERZOEKEN KLEUR EN VORM

DOEL: DOELBEWUST ONDERZOEKEN KLEUR EN VORM

DOEL: BEWUST MAKEN VAN GEBRUIK GEZAMENLIJKE TERMEN

DOEL: BEWUST MAKEN VAN GEBRUIK GEZAMENLIJKE TERMEN

DOEL: OEFENEN OVEREENSTEMMING ZIEN IN ONTWERP

DOEL: OEFENEN OVEREENSTEMMING ZIEN IN ONTWERP

1. DIDACTIEK HOE STIMULEER JE PROCES GERICHT WERKEN CULTUURWINKEL BREDA

1. DIDACTIEK HOE STIMULEER JE PROCES GERICHT WERKEN CULTUURWINKEL BREDA

SLO

SLO

FORMULIEREN VOOR ONZE TOELATINGSEXAMENS GEBASEERD OP OECD

FORMULIEREN VOOR ONZE TOELATINGSEXAMENS GEBASEERD OP OECD

FORMULIEREN VOOR ONZE TOELATINGSEXAMENS GEBASEERD OP OECD

FORMULIEREN VOOR ONZE TOELATINGSEXAMENS GEBASEERD OP OECD

WELK ONDERDEEL VAN HET CREATIEVE PROCES VINDEN LEERLINGEN LASTIG OM VOL TE HOUDEN? Meestal

WELK ONDERDEEL VAN HET CREATIEVE PROCES VINDEN LEERLINGEN LASTIG OM VOL TE HOUDEN? Meestal is dat: • Divergeren (heel verschillende ideeën bedenken) • Experimenteren (verschillende dingen uitproberen) • Verbeelden (associatief out of the box denken)

DIVERGEREN • Elke schets met dezelfde belangrijkheid behandelen als het • • eindwerk. (dus

DIVERGEREN • Elke schets met dezelfde belangrijkheid behandelen als het • • eindwerk. (dus niet vertellen dat het hier een schets betreft) Schetsproces juist in de les laten plaatsvinden. Zorgen dat het eerste stukje van het proces beoordeeld wordt met een los cijfer en eerdere deadline. Werken met een (time)timer. Leerlingen geen planner meer geven maar een opdracht per les. Een opdracht zo opzetten dat die zonder divergeren niet gemaakt kan worden. Koppelen leren van een vaardigheid aan het divergeren. Etc.

EXPERIMENTEREN • Elke schets met dezelfde belangrijkheid behandelen als het • • eindwerk. (dus

EXPERIMENTEREN • Elke schets met dezelfde belangrijkheid behandelen als het • • eindwerk. (dus niet vertellen dat het hier een schets betreft) Schetsproces juist in de les laten plaatsvinden. Zorgen dat het eerste stukje van het proces beoordeeld wordt met een los cijfer en eerdere deadline. Werken met een (time)timer. Leerlingen geen planner meer geven maar een opdracht per les. Een opdracht zo opzetten dat die zonder divergeren niet gemaakt kan worden. Koppelen leren van een vaardigheid aan het divergeren. Etc.

VERBEELDEN • Opdracht zo schrijven dat het noodzakelijk is om met verschillende mogelijkheden te

VERBEELDEN • Opdracht zo schrijven dat het noodzakelijk is om met verschillende mogelijkheden te spelen om tot een ontwerp te komen • Tijdsdruk toevoegen of juist helemaal wegnemen • Voorbeelden laten zien die een zetje kunnen geven aan de verbeeldingskracht

https: //vimeo. com/106824084

https: //vimeo. com/106824084

IK HAAL VEEL UIT • Ludodidactiek (didactiek gebaseerd op spelvormen) • Procesgerichte didactiek •

IK HAAL VEEL UIT • Ludodidactiek (didactiek gebaseerd op spelvormen) • Procesgerichte didactiek • Design Thinking Methodiek • SCRUM Methodiek

Proces gerichte didactiek

Proces gerichte didactiek

WAAROM WERKT HET VAAK GOED • Vraagt van de docent om kaders te stellen

WAAROM WERKT HET VAAK GOED • Vraagt van de docent om kaders te stellen en leerlingen voor een gedeelte aan de hand te nemen • Vraagt van de leerling om zijn vrijheid binnen die kaders te zoeken Vraagt wel actief klassenmanagement

LUDODIDACTIEK

LUDODIDACTIEK

WAAROM WERKT HET VAAK GOED • Geeft mij als docent ruimte voor een coachende

WAAROM WERKT HET VAAK GOED • Geeft mij als docent ruimte voor een coachende rol, want laat leerlingen zelfstandig leren • Is vaak voor de leerlingen ‘leuk’ want • Spelvorm • Veel ruimte voor eigen initiatief en verantwoordelijkheid Vraagt wel veel lesvoorbereidingstijd

DESIGN THINKING / SCRUM • Bieden veel mogelijkheden voor het lenen van werk en

DESIGN THINKING / SCRUM • Bieden veel mogelijkheden voor het lenen van werk en proces vormen. • SCRUM: bij samenwerkingsopdrachten • Design Thinking: aan energizers en korte snelle werkvormen om een onderwerp af te tasten.