Hoofdstuk 7 Logische Bepalingen Logische bepalingen q Een
Hoofdstuk 7: Logische Bepalingen
Logische bepalingen q Een poging om het redeneren in de predicatenlogica te automatiseren door de formules te standaardiseren 4 Prenexnormaalvorm 4 Skolemnormaalvorm 4 Clausale normaalvorm 4 Kowalskinormaalvorm 4 Hornbepalingen 4 Prologbepalingen
Prenexnormaalvorm q Stelling: Elke welgevormde formule kan getransformeerd worden in een equivalente Prenex-conjunctieve normaalvorm
Bewijs
Eliminatie van implicaties
Verschuiven van negaties
Verschuiven van quantoren
Verschuiven van quantoren
Distributie van disjunctie over conjunctie
Voorbeeld
Voorbeeld
Skolemnormaalvorm q Stelling (Skolem): Elke Prenexnormaalvorm M kan getransformeerd worden in een Skolemnormaalvorm M´ zodanig dat M´ onvervulbaar is als en slechts als M onvervulbaar is
Bewijs q Maak van de Prenexnormaalvorm een gesloten vorm door de existentiële sluiting te nemen q Verschuif de quantoren zover mogelijk naar rechts q Elimineer de existentiële quantoren (skolemisatie) q Verschuif de quantoren terug naar links q M onvervulbaar M’ onvervulbaar
Verschuiven van quantoren
Elimineer de existentiële quantoren (Skolemisatie)
M onvervulbaar M’ onvervulbaar Bewijs M ovv M’ ovv M ovv M’ vv M vv
Clausale normaalvorm
Definities q Een bepaling is een eindige disjunctie van gegevens q Een bepalingenverzameling is een eindige conjunctie van bepalingen q Een eenheidsbepaling is een bepaling die slechts uit één enkel gegeven bestaat
Definities q Een positieve bepaling is een bepaling die enkel uit positieve gegevens bestaat q Een negatieve bepaling is een bepaling die enkel uit negatieve gegevens bestaat
Voorbeelden
Voorbeelden
Herbrandinterpretatie q Syntactisch domein: herbranduniversum
Herbranduniversum
Herbranduniversum q Herbranduniversum: meest algemeen interpretatiedomein + aftelbaar q HB = Herbrandbasis: verzameling van alle syntactisch correcte grondatomen
Herbrandinterpretatie q Een Herbrandinterpretatie is een syntactische interpretatie die het Herbranduniversum als domein gebruikt, en waarbij elke grondterm door zichzelf voorgesteld wordt
Herbrandinterpretatie Voor clausale normaalvorm: interpretatie = deelverzameling van HB
Stellingen q Stelling 1: Indien een formule M een model M bezit, dan moet deze formule ook een Herbrandmodel bezitten
Stelling van Herbrand Een formule in clausale normaalvorm is onvervulbaar als en slechts als er een eindige conjunctie van grondbepalingen bestaat die onvervulbaar is
Idee achter de stelling van Herbrand
Noodzaak van clausale vormen
Noodzaak van clausale vormen
Davis en Putman q Probeer de vervulbaarheid van een conjunctie van grondbepalingen aan te tonen 4 kies de eenheidsbepalingen waar 4 kies de gegevens die enkel positief of negatief voorkomen waar 4 kies voor de andere gevallen waar of vals (2 gevallen)
Davis en Putnam
Davis en Putnam q Geen contradictie, dus: deze verzameling is vervulbaar
Davis en Putnam
Davis en Putnam q Contradictie, dus: hele theorie is onvervulbaar
Grondresolutieregel q Grondresolutie is een mechanisme om twee bepalingen met elkaar te combineren en aldus een derde bepaling (resolvente) af te leiden die een logisch gevolg van de twee originele bepalingen is
Grondresolutieregel q Gegeven twee bepalingen met een gemeenschappelijk atoom C, geldt q Speciale gevallen:
Grondresolutiestelling Een eindige bepalingenverzameling van grondbepalingen is onvervulbaar als en slechts als de lege bepaling kan afgeleid worden door herhaald toepassen van de grondresolutieregel met factorisatie
Grondresolutie Toepassing van grondresolutie op g(0)
Grondresolutie Geen lege bepaling: verzameling vervulbaar
Grondresolutie op g(0), g(s(0)) en g(s(s(0))): bepalingenverzameling onvervulbaar
Resolutie (Robinson 1965) Verschillen 1. met bepalingen i. p. v. grondbepalingen 2. hergebruik van bepalingen 3. Constructie van geschikte grondbepalingen
Expressie q Een expressie is een term, een gegeven, of een conjunctie of disjunctie van gegevens
Unificeerbaarheid Twee expressies zijn unificeerbaar indien ze minstens één gemeenschappelijke grondexpressie hebben (´meest algemene´ gemeenschappelijke expressie)
Substitutie Een substitutie is een eindige verzameling van bindingen vi / ti waarbij vi V, vi ti en alle vi verschillend zijn. Een substitutie wordt een grondsubstitutie genoend indien alle ti grondtermen zijn. Een substitutie wordt een veranderlijkensubstitutie genoemd indien alle ti V.
Instantie
Substituties
Substituties E wordt een variant van F genoemd indien er twee substituties en bestaan zodat E = F en F = E. In dat geval zullen veranderlijkensubstituties zijn
Unificator
Unificator
Unificatie-algoritme
Unificatie-algoritme
Resolutieregel
Resolutiealgoritme q Pas de resolutieregel toe en voeg de resolventen toe aan de verzameling van bepalingen totdat de lege bepaling gevonden wordt of totdat de resolutie regel niet langer kan toegepast worden
Factorisatie
Resolutiealgoritme q Stelling (Robinson): Een formule in clausale normaalvorm kan afgeleid worden door herhaalde toepassing van de resolutieregel met factorisatie
Vereenvoudigingsregels
Vereenvoudigingsregels
Subsumptie
Resolutiestrategiën q Of-keuze en en-keuze q Compleetheid q Kernverzameling met geldige axioma’s q Refutatie: indien P een logisch gevolg is van S dan moet onvervulbaar zijn
Resolutiestrategieën q P 1 resolutie: alle positieve bepalingen in de kernverzameling of N 1 resolutie: alle negatieve bepalingen in de kernverzameling. Compleet q Invoerresolutie: alle axioma’s in de kernverzameling. Niet compleet: geen resolutie tussen resolventen q Lineaire resolutie: recentste resolvente in de kernverzameling. Compleet
Zoekregel en selectieregel q Zoekregel: of-keuze q Selectieregel: en-keuze (ongebonden, vast, geordend)
Voorbeeld
Clausale normaalvorm
Resolutie
Resolutie
Kowalskinormaalvorm Antecedent, Consequent q Stelling: Elke clausale normaalvorm kan getransformeerd worden naar een Kowalskinormaalvorm, met behoud van de onvervulbaarheidseigenschap
Bewijs
Voordelen i. v. m. de leesbaarheid zal omgezet worden in
Voordelen i. v. m. de leesbaarheid
Hornbepalingen
Hornbepalingen q Niet alle theorieën kunnen uitgedrukt worden in Hornbepalingen q Voor diegene die wel kunnen uitgedrukt worden, blijft de onvervulbaarheidseigenschap bewaard
Resolutiestrategieën q P 1 resolutie: alle positieve bepalingen (feiten) in de kernverzameling of N 1 resolutie: alle negatieve bepalingen (doelen) in de kernverzameling. Compleet, dus: minstens 1 feit en 1 doel nodig
Resolutiestrategieën q Invoerresolutie: nu wel compleet omdat er minstens 1 feit moet zijn q Lineaire resolutie: recentste resolvente (doel) in de kernverzameling. Variante op N 1 die alle doelen bevat
Definiete bepalingen q Bij de definiete bepalingen wordt er een onderscheid gemaakt tussen de bepalingen die deel uitmaken van een programma, en van het doel dat men wenst te bewijzen
Definiet programma q Een definiet programma is een eindige verzameling van definiete bepalingen
Definiete bepaling q Een definiete bepaling is een bepaling van de vorm waarbij het geval n=0 eenheidsbepaling genoemd wordt, en genoteerd wordt als
Predicaat q Gegeven een definiet programma, wordt de definitie van een predicaat p gevormd door alle definiete bepalingen waarvan het predicaatsymbool in het consequent p is
Definiet doel q Een definiet doel is een bepaling van de vorm q De atomen Bi worden subdoelen genoemd
Herbrandmodel q Het consequent van een bepaling is steeds een positief gegeven q Bij uitbreiding van het Herbrandmodel is contradictie onmogelijk q Herbrandbasis is steeds een model q Doorsnede van alle modellen wordt het kleinste herbrandmodel genoemd (bedoelde interpretatie)
van Emden en Kowalski
van Emden en Kowalski
Antwoord q Gegeven en definiet programma P en een definiet doel D is een antwoord een substitutie voor de veranderlijken van D
Correct antwoord q Gegeven een definiet programma P en een definiet doel D is een correct antwoord voor D een substitutie waarvoor geldt dat voor alle grondinstantiëringen D’ van
Resolvente voor definiete bepalingen
SLD-afleiding
SLD-refutatie
Succesverzameling
Berekend antwoord
Correctheid van de SLD-resolutie q Gegeven een definiet programma P is een berekend antwoord voor D ook een correct antwoord voor D
Compleetheid van de SLD-resolutie
En-keuze: de selectieregel q Een selectieregel R is een functie die uit een definiet doel een bepaald atoom selecteert
En-keuze: de selectieregel q Stelling:
En-keuze: de selectieregel q Gevolg
Of-keuze: SLD-boom
Of-keuze: SLD-boom 1. Elke knoop is een definiet doel (mogelijk leeg) 2. D is de wortel van de boom 3. Elke niet-lege knoop heeft als kinderen alle mogelijke resolventen. Het geselecteerde atoom wordt vastgelegd door de selectieregel Tak van de boom: mogelijke resolutiestap
Voorbeeld
SLD-boom p(x, b) q(x, y), p(y, b) {x/b} p(b, b) q(b, u), p(u, b) {x/a}
Succesknoop q Een succesknoop is een knoop met een lege bepaling q Stelling: Gegeven een definiet programma P en een definiet doel D geldt dat alle SLD-bomen ofwel oneindig veel succesknopen hebben, ofwel allemaal hetzelfde aantal
p(x, b) SLD-boom q(x, y), p(y, b) q(x, y), q(y, u), p(u, b). . . {x/b} q(x, b) q(x, y), q(y, b) {x/a} q(x, a)
Zoekregel q Een zoekregel is een strategie om de SLD-boom te doorlopen op zoek naar succesknopen. Een zoekregel is een implementatie van de of-keuze q Eerlijke (breedte eerst) en oneerlijke (diepte-eerst) zoekregels
Prologbepalingen q Regel: q Feit: q Doel: p: -p 1, …, pn. p. : -p 1, …, pn.
Voorbeeld
- Slides: 104