Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten Telwoord Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten Telwoord © Noordhoff Uitgevers bv 2013 2 VWO 2 E
Welke woorden geven een hoeveelheid aan? 1. Het Empire State Building in New York telt 102 verdiepingen. 2. De stroom viel voor de zoveelste keer uit. 3. Jongeren staken middernacht enkele vuurpijlen af. 4. Bij de marathon kwam een Keniaan als eerste over de finish. 5. Jij wilt ook altijd het laatste woord hebben.
Wat is een telwoord? • Woorden die een hoeveelheid (hoofdtelwoord) of volgorde (rangtelwoord) aangeven. • Een bepaald telwoord geeft een precies aantal aan of een precieze plaats in een rij. • Een onbepaald telwoord geeft een onduidelijk aantal aan of een onduidelijke plaats in de rij.
Wat is een telwoord? • Bepaalde hoofdtelwoorden zijn vervangbaar door cijfers. • Breuken rekenen we tot bepaalde hoofdtelwoorden. • Een hoofdtelwoord kun je meestal invullen na: Hij heeft er …. Voorbeeld: Hij heeft er acht. • Een rangtelwoord eindigt op -de of -ste.
Wat is een telwoord? In schema: bepaald onbepaald hoofdtelwoord rangtelwoord hoofdtelwoord (bep. htw) (bep. rtw) (onbep. htw) onbepaald rangtelwoord (onbep. rtw) een eerste sommige zoveelste twaalfde alle middelste 25 25 e wat (een beetje) laatste ¼ duizendste hoeveelste
Hoofdtelwoord of rangtelwoord? 1. De spits kreeg het rugnummer negen = bep. htw 2. In de woestijn groeit niet veel = onbep. htw 3. Sommige leerlingen waren ziek geworden na het drinken van bedorven chocolademelk. Sommige = onbep. htw 4. Een derde van de kledingwinkels moet noodgedwongen sluiten. Een derde = bep. htw 5. De minister-president heeft zijn laatste toespraak gehouden. laatste = onbep. rtw
- Slides: 6