Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD © Noordhoff Uitgevers bv 2013 2 havo/vwo 2 E
Wat is een persoonlijk naamwoord? • Persoonlijke voornaamwoorden (pers. vnw) verwijzen naar personen. Voorbeeld: Zij wil verkering met hem. • pers. vnw verwijzen ook naar dieren, voorwerpen of onzichtbare dingen zonder dat het bij naam wordt genoemd. Voorbeeld: Poes Suus wil niet dat je haar optilt.
Wat is een persoonlijk naamwoord? enkelvoud meervoud onderwerp Ik Jij, je, u Hij, ze, het, ‘t onderwerp loop naar de brievenbus. eet kauwgom. zet de bloemetjes buiten. Wij / we zien wel. Jullie / u zingen uit volle borst. Zij / ze kopen krentenbollen.
Wat is een persoonlijk naamwoord? enkelvoud meervoud geen onderwerp mij, me jou, je, u hem, ‘m, haar, ze, ‘r, het, ‘t geen onderwerp Freke heeft aan mij beloofd niets verder te vertellen. Heb ik jou niet eerder gezien? Het cadeau moet je aan haar geven. ons Die wedstrijdshirts zijn van ons. jullie / u Deze wedstrijdshirts zijn van jullie. hun / hen / ze Het geheim heb ik aan hen verteld.
Lidwoord of persoonlijk voornaamwoord? • ‘Het’ kan een lidwoord of een persoonlijk voornaamwoord zijn. • Het lidwoord het wordt opgevolgd door een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord. • Het persoonlijk voornaamwoord het wordt opgevolgd door een werkwoord en kun je vervangen door ‘dat’. • Een persoonlijk voornaamwoord moet verwijzen naar iets of iemand Voorbeeld: Het is goed. Dat is goed.
Lidwoord of persoonlijk voornaamwoord? 1. Het gaat niet goed met de pasgeboren giraffe. persoonlijk voornaamwoord 2. Het aantal inbraken is fors gestegen. lidwoord 3. Het skiet en het is groen, rara… wat is het? 3 x persoonlijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord? � Een bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw) geeft aan van wie iets is. � Een bezittelijk voornaamwoord staat voor een zelfstandig naamwoord. Soms staat er een bijvoeglijk naamwoord tussen. enkelvoud mijn, m’n, jouw, je, uw, zijn, z’n, haar, d’r (nieuwe) sneakers meervoud jullie, hun, uw ons onze (nieuwe) sneakers
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord? Let op! • Mijn rekenmachine ligt nog op mijn bureau. Mag ik even die van jou lenen? Ø ‘jou’ staat achter het bezit. Dan is het een persoonlijk voornaamwoord. TIP: let op de spelling van de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord? 1. Om je voicemail af te luisteren bel je 1233. bez. vnw 2. Waarom verft zij haar zo blond? bez. vnw 3. Is deze lippenstift van haar? pers. vnw 4. Zijn jullie er klaar voor? pers. vnw 5. Gefeliciteerd met de geboorte van jullie zoon. bez. vnw 6. Met mij gaat alles goed. pers. vnw
- Slides: 9