Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten Persoonlijk voornaamwoord Wat is

Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten Persoonlijk voornaamwoord

Wat is een persoonlijk naamwoord? • Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen niet alleen naar personen, maar ook naar dieren, voorwerpen of onzichtbare dingen zonder dat het bij naam wordt genoemd.

Wat is een persoonlijk naamwoord? enkelvoud meervoud onderwerp Ik onderwerp ben binnenkort jarig. Jij, je, u moet vanmiddag trainen. Hij, ze, het, ‘t gaat naar school. Wij / we blijven zitten. Jullie / u gaan met de trein. Zij / ze kijken televisie.

Wat is een persoonlijk naamwoord? enkelvoud meervoud geen onderwerp mij, me jou, je, u hem, ‘m, haar, ze, ‘r, het, ‘t geen onderwerp Sascha heeft haar geheim aan mij verteld. Heb ik jou al gefeliciteerd? De sleutel moest je aan hem geven. ons Die tuinstoelen zijn niet van ons. jullie / u Die tuinstoelen zijn van jullie. hun / hen / ze De uitnodiging heb ik aan hen gemaild.

Welk persoonlijk naamwoord kun je invullen? Kies uit: haar – hij – hun – jij – jou – zij/ze 1. De dierenarts is vandaag afwezig, hij is ziek. 2. Justin is verliefd op haar. 3. Wanneer gaan zij / ze trouwen? 4. Hoeveel fruit eet jij per dag?

Lidwoord of persoonlijk voornaamwoord? • ‘Het’ kan een lidwoord of een persoonlijk voornaamwoord zijn. • Het lidwoord het wordt opgevolgd door een bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord. • Het persoonlijk voornaamwoord het wordt opgevolgd door een werkwoord en kun je vervangen door ‘dat’. Voorbeeld: Het is goed. Dat is goed.

Lidwoord of persoonlijk voornaamwoord? 1. Het gaat jou niets aan! persoonlijk voornaamwoord 2. Het journaal wordt iedere dag uitgezonden. lidwoord 3. ‘Het is een nacht’ was de eerste nummer -hit van Guus Meeuwis. persoonlijk 1 voornaamwoord