Hoofdstuk 2 BREUKEN BASIS Paragraaf 2 1 BREUKEN
Hoofdstuk 2 BREUKEN BASIS
Paragraaf 2. 1 BREUKEN
Als je 80 appels eerlijk verdeelt over vier manden, hoeveel appels komen er dan in elke mand? Wat nu als je 1 appel in 4 gelijke stukken verdeelt, hoe noem je dan elk deel? 1 vierde deel > een kwart
Meerdere stukken Dit spreek je uit als ‘drie achtste’
Meerdere stukken Dit spreek je uit als ‘drie achtste’ Dit spreek je uit als ‘vier negende’
Bijzondere breuken
Paragraaf 2. 2 GELIJKE DELEN
Welk deel van de rechthoek is gekleurd?
Gelijke delen
Welk deel van de rechthoek is gekleurd?
Paragraaf 2. 3 GELIJKWAARDIGE BREUKEN
is kleiner dan Dus als de noemer groter is, dan is het deel kleiner.
Zijn 2 stukjes van evenveel al ? Zijn 3 stukjes van evenveel al ?
Is dat ook echt zo? We zoeken het uit.
En en ?
is evenveel waard als
Hoofdstuk 2 OPGAVEN
Vraag 1 Welk deel van de figuur is gekleurd? Geef je antwoord in een breuk
Vraag 2 Welk deel van de figuur is gekleurd? Geef je antwoord in een breuk
Vraag 3 Welk deel van de smileys is geel? Geef je antwoord in een breuk
Vraag 4 Hoe heet het getal boven de breukstreep in een breuk?
Vraag 5 Schrijf de breuk in woorden uit.
Vraag 6 Welk deel van de figuur is gekleurd? Geef je antwoord in een breuk
Vraag 7 Welk deel van de figuur is gekleurd? Geef je antwoord in een breuk
Vraag 8 Welke breuk hoort bij dit plaatje?
Vraag 9 Welke breuk hoort bij dit plaatje?
Vraag 10 Vul een breuk in die evenveel waard is. De teller mag niet groter zijn dan 30.
Vraag 11 Welk getal komt op de plaats van het vraagteken te staan?
Vraag 12 Vereenvoudig zo ver mogelijk.
- Slides: 38