Hoofdstuk 18 PROCENTEN TOEPASSEN Paragraaf 18 1 HET

Hoofdstuk 18 PROCENTEN TOEPASSEN

Paragraaf 18. 1 HET CIRKELDIAGRAM

Deel-geheel

Hoe groot schat jij het percentage in de figuur hierboven?

Relatief

Absoluut

189 leerlingen in dit onderzoek hebben als favoriete sport voetbal. Hoeveel leerlingen hebben een ander sport als favoriet?

189 leerlingen in dit onderzoek hebben als favoriete sport voetbal. Hoeveel leerlingen hebben een ander sport als favoriet? 189 leerlingen hebben voetbal als favoriet, dat is 21% van het totaal. Er zijn dus 711 leerlingen die een andere favoriete sport hebben.

Welke percentages horen bij de cirkeldiagram? Tip! Een percentage is een deel van een geheel, bereken eerst het totaal aantal zetels.

Paragraaf 18. 2 GROEI EN RENTE

Hoeveel denk je dat er over 1000 jaar ongeveer op de bankrekening van Fry zal staan?

Rente op rente Als er steeds 2, 25% bij komt heb je in een toename van 102, 25%. Je vermenigvuldigt hier dus telkens met de factor 1, 0225.

Met machten Na 5 jaar: $ 0, 93 x 1, 02255 = $ 1, 03. Na 1000 jaar: $ 0, 93 x 1, 02251000 = $ 4 283 508 450.

Paragraaf 18. 3 PROCENTEN COMBINEREN

Procenten combineren Op een vliegveld hoef je in de winkels geen BTW te betalen. In de schoenenwinkel krijg je ook nog eens 40% korting. Een klant koop schoenen en vraagt de kassière om eerst de 21% BTW af te trekken en daarna de 40% korting. Zij zegt dat de BTW aftrek dan over een hoger bedrag wordt berekend en zij dus meer voordeel heeft. Klopt dit?

Procenten combineren De volgorde maakt niet uit. De schoenen kosten nu € 60.

Hoeveel winst krijgen de mannen in totaal in situatie 1? En in situatie 2? • •

Paragraaf 18. 3 INDEXCIJFERS EN PROMILLE

Indexcijfer Een indexcijfer is een percentage maar dan zonder het % teken.

Het basisjaar in de grafiek is 2006. De school wil een ander basisjaar kiezen. Ze nemen nu 2010 als basisjaar. Wat is het nieuwe indexcijfer van 2006? •

Promille en promillage Het symbool ‰ betekent ‘per duizend’. Promillage 15‰ Breuk Kommagetal Percentage 0, 015 1, 5% 0, 2‰ %

Hoofdstuk 18 OPGAVEN

Vraag 1 Wat klopt er niet aan dit cirkeldiagram? A. Het totaal aan percentages is hoger dan 100%. B. Het totaal aan percentages is hoger dan 50%. C. De percentages van de categorieën 'Vogels' en 'Katten' zijn omgedraaid. D. De percentages van de categorieën 'Honden' en 'Vogels' zijn omgedraaid.

Vraag 2 In dit cirkeldiagram zie je hoe het bodemgebruik in Nederland verdeeld is. Nederland heeft een totale oppervlakte van 41 785 km². Hoeveel procent van de totale oppervlakte wordt voor recreatie gebruikt? Rond je antwoord af op hele procenten. %

Vraag 3 Er is een hardloopwedstrijd georganiseerd. 2500 mensen hebben zich ingeschreven. Dit zijn de percentages per leeftijdscategorie: Hoeveel deelnemers tussen de 12 en 16 jaar hebben zich ingeschreven? deelnemers

Vraag 4 Hoeveel miljoen euro werd er in 2010 in Nederland aan sportkleding uitgegeven? miljoen euro

Vraag 5 Lynn leent € 800, - van de bank. De rente is 3% per jaar. Ze lost niets af. Met welk getal wordt het bedrag dit jaar vermenigvuldigd?

Vraag 6 Volgens analisten zullen de energieprijzen dit jaar dalen met 6%. Met welke factor moet je de energieprijzen vermenigvuldigen om de jaarlijkse daling uit te rekenen?

Vraag 7 Het Nederlands navigatiebedrijf 'Tomtom' heeft vorig jaar een omzet van € 1 000, - behaald. Dit jaar zal de omzet met 3% stijgen. Hoeveel bedraagt de omzet dit jaar? €

Vraag 8 In een dichtbevolkte stad heerst een griepepidemie. In de eerste week van januari worden er 1537 ziektegevallen gemeld. Elke week neemt het aantal ziektegevallen met 30% toe. Wat is het aantal ziektegevallen 6 weken later? Rond je antwoord af op een geheel getal. ziektegevallen

Vraag 9 Een achtste van de jongeren in Nederland tussen de 10 en 16 jaar bespeelt een muziekinstrument. 30% van deze jonge muziekmakers speelt gitaar en de helft daarvan doet dit al langer dan een jaar. Hoeveel procent van de jongeren tussen 10 en 16 jaar speelt al langer dan een jaar gitaar? Rond je antwoord af op 2 decimalen. %

Vraag 10 Een bedrag gaat eerst met 15% omhoog en daarna met 20% omlaag Hoeveel procent komt het bedrag lager uit dan het oorspronkelijke bedrag? %

Vraag 11 Uit onderzoek blijkt dat 55% van de studenten die in Groningen studeren uit Groningen komt. De overige 45% komt van buiten de provincie. Van alle studenten in Groningen blijft 38% na het afstuderen in Groningen wonen. Hoeveel procent van alle studenten in Groningen, is afkomstig van buiten en blijft na het afstuderen niet in Groningen wonen? Rond je antwoord af op 1 decimaal. %

Vraag 12 Nederland telt 17 miljoen inwoners. Jaarlijks worden 175 000 kinderen geboren. Wat is het geboortecijfer in promille? Rond je antwoord af op 2 decimalen. ‰

Vraag 13 In Nederland is de hoogte van geldboetes vastgesteld middels verschillende categoriën, afhankelijk van het strafbaar feit. Onderstaande tabel geeft de maximale hoogte van boetes weer per categorie. Wat is het indexcijfer van 2016 voor categorie 1 als 2014 het basisjaar is? Rond je antwoord af op 2 decimalen.

Vraag 14 In onderstaande tabel zie je een overzicht van de indexcijfers van de goudprijs in de afgelopen jaren. Het basisjaar is 2013. Met hoeveel procent is de goudprijs in 2014 gestegen ten opzichte van het basisjaar? %

Vraag 15 In Duitsland is in 2013 een brutominimumloon ingevoerd van € 8, 50 per uur. Wat is het brutominimumloon per uur in Duitsland in 2015? Rond je antwoord af op 2 decimalen. €