Hoofdstuk 14 Paragraaf 2 Koolhydraten Koolhydraten hebben algemene
Hoofdstuk 14 Paragraaf 2 Koolhydraten
Koolhydraten hebben algemene formule: Cn. H 2 m. Om. . . Voorbeelden van koolhydraten: glucose C. . . 6 H 12 O 6 C 12 H 22 O 11 sacharose (suiker). . . . zetmeel of cellulose (C. . . 6 H 10 O 5)n
Monosachariden C 6 H 12 O 6 Binas: 67 F 1 Glucose Betekent:
Binas, tabel 67 F 1: De α- en de β-vorm van glucose gaan in elkaar over via de open. . . . structuur: en α-D-glucose β-D-glucose
Glucose is zowel een oxidator reductor. . . als een. . . Glucose als oxidator: C 6 H 12 O 6 +. . . . 2 H+ +. . . . 2 e⁻ open structuur glucose C 6 H 14 O 6 Glucitol (sorbitol)
Glucose is zowel een oxidator als reductor Glucose als reductor: C 6 H 12 O 6 +. . . . H 2 O 2 H+ +. . . . 2 e⁻ C 6 H 12 O 7 +. . . . Gluconzuur open structuur glucose Gluconzuur
Disachariden Een disacharide ontstaat uit twee. . . monosachariden door afsplitsing van een H. . . 2 O molecuul C 6 H 12 O 6 + C 6 H 12 O 6 C. . . 12 H 22 O 11 + H 2 O
Even niet invullen OH OH
Samengevat: Nu invullen + + H 2 O
Een disacharide kan worden. . . gehydrolyseerd C 12 H 22 O 11 + H. . . . 2 O Even niet invullen: 2. . . . C 6 H 12 O 6
Een disacharide kan worden gehydrolyseerd C 12 H 22 O 11 + H 2 O Dit invullen 2 C 6 H 12 O 6
De structuurformule van suiker is: Hydrolyse hiervan geeft: Binas, tabel 67 F 1: +. . . Glucose Fructose. . .
Polysachariden n C 6 H 12 O 6 glucose H 2 O (C. . . 6 H 10 O 5)n + n polysacharide Voorbeelden van polysachariden: amylose cellulose. . . glycogeen. . . . De hydrolyse van een polysacharide: (C 6 H 10 O 5)n + n H 2 O n. . . . C 6 H 12 O 6 glucose Kijk uit: straks gaan we deze vergelijking herzien!
Een stukje van een polysacharide:
Welk monosacharide ontstaat bij hydrolyse? Dus:
Bij de hydrolyse van cellulose ontstaat ook glucose. Het verschil tussen amylose en cellulose is: Amylose: α-D-glucose. . . . Cellulose: β-D-glucose. . . . Zie Binas, tabel 67 F 3
In je boek op blz. 207 staat: (C 6 H 10 O 5)n + (n-1) H 2 O n C 6 H 12 O 6 Formeel gesproken klopt deze vergelijking niet ! Hoeveel H 2 O moleculen zijn nodig voor de hydrolyse hiervan? . . . 3 moleculen H 2 O Je hebt dus 1 H 2 O minder nodig dan er. . . . glucose-eenheden zijn
- Slides: 17