Hoe effectief is het GOKondersteuningsbeleid En hoe kan
Hoe effectief is het GOKondersteuningsbeleid? En (hoe) kan het beter? Ides Nicaise (KU Leuven: HIVA & PPW) m. m. v. Emilie Franck (IEA Hamburg / HIVA) KOV Mechelen 21/11/2019
Een complex – en niet rooskleurig - verhaal 1. 2. 3. 4. 5. Trends in (ongelijke) onderwijsuitkomsten Trends in contextfactoren Implementatie van GOK-beleid GOK-financiering: een pleister op een houten been? Sporen voor een meer structureel GOK-beleid
Deel 1: Trends in onderwijsuitkomsten
Trends in sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Kernvragen 1) Is de sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs sinds 2003 veranderd ? • Cognitieve schooluitkomsten: leesvaardigheid, wiskunde • Niet-cognitieve schooluitkomsten: schoolwelbevinden, schoolse vertraging en onderwijsvorm 2) Welke contextuele factoren kunnen de veranderingen verklaren ? • Factoren op leerlingniveau: SES, migratiestatus, thuistaal • Factoren op schoolniveau: leerling-leerkracht-ratio, schoolautonomie, percentage leerkrachten met vereiste kwalificatie, schoolsegregatie naar SES, thuistaal en migratiestatus Gegevens: Gegevens PISA 2003 - 2015
Trends in ongelijkheid: cognitieve uitkomsten Bron: Franck & Nicaise, 2018
Trends in de ongelijkheid: niet-cognitieve uitkomsten Bron: Franck & Nicaise, 2018
Aandeel leerlingen naar onderwijsvorm Trends in de ongelijkheid: studie-oriëntering 100 Verdeling over onderwijsvormen, 2003 en 2015, naar deciel 1, 12 15. 14 90 80 70 20. 68 3. 7 10. 65 16. 01 49. 35 59. 4 44. 63 60 40. 61 50 88. 23 40 30 80. 29 33. 47 30. 35 20 10 40. 23 38. 71 2003 2015 17. 18 10. 25 0 2003 2015 D 1 Bron: Franck & Nicaise, 2018 2003 D 5 ASO TSO/KSO 2015 D 10 BSO
Samenvattend – trends in ongelijkheid • De kloof tussen kansrijk en kansarm verkleint, zowel qua cognitieve prestaties als qua welbevinden (? ) en studie-oriëntering Maar… • De ongelijkheid blijft zeer groot • Er is geen opwaartse maar een neerwaartse nivellering in cognitieve uitkomsten Vanwaar deze teleurstellende balans ?
Deel 2: op zoek naar verklaringen – trends in context-factoren
Contextfactoren op leerlingniveau migratiestatus Percentage eerste en tweede generatieleerlingen, 2003 en 2015, naar deciel 20 18. 67 18 16 2003 2015 14 12 11. 5 12. 14 10 8 7. 02 6. 84 5. 45 6 4 2. 26 2 0. 45 3. 49 2. 78 1. 12 0. 44 0 1 ste generatie 2 de generatie D 1* Bron: Franck & Nicaise, 2018 1 ste generatie 2 de generatie D 5* 1 ste generatie 2 de generatie D 10*
Contextfactoren op leerlingniveau - thuistaal Percentage anderstalige leerlingen, 2003 en 2015, naar deciel 35 29. 08 30 2003 2015 25 20 15 14. 34 14. 26 10. 8 10 5 0. 650000001 1. 58 0 Bron: Franck & Nicaise, 2018 D 1* D 5* D 10*
Contextfactoren op schoolniveau – thuistaal % anderstaligen op school tussen 2003 en 2015, naar schooldeciel 35. 00 2003 30. 00 2015 25. 00 20. 00 15. 00 10. 00 5. 00 0. 00 D 1* D 2* D 3 Bron: Franck & Nicaise, 2018 D 4 D 5 D 6 D 7* D 8* D 9* D 10*
Contextfactoren op schoolniveau – lerarentekort Percentage leerkrachten met vereiste kwalificatie, 2003 en 2015, naar schooldeciel 1 0. 960000001 1 0. 99 0. 870000001 0. 9 0. 8 0. 760000001 0. 7 0. 610000001 0. 6 0. 5 0. 4 0. 3 0. 2 0. 1 0 D 1 Bron: Franck & Nicaise, 2018 D 5* 2003 2015 D 10
Contextfactoren op schoolniveau – schoolautonomie Ervaren mate van schoolautonomie, 2003 en 2015, naar deciel 2003 0. 9 0. 81 0. 8 2015 0. 72000000 01 0. 76000000 01 0. 7 0. 6 0. 5 0. 4 0. 25 0. 3 0. 2 0. 1 0. 08 0 -0. 03 -0. 1 Bron: Franck & Nicaise, 2018 D 1* D 5* D 10*
Samenvattend - contextfactoren 1. Sterke toename van etnische en taaldiversiteit + toegenomen concentratie in meest kansarme scholen • Mogelijk (gedeeltelijke) verklaring voor daling gemiddelde cognitieve prestaties? Toename is grootst geweest in meest kansarme milieu’s en scholen deze scholen hebben geen daling van prestaties gekend… dankzij GOK? • 2. Daling in het % leerkrachten met vereiste kwalificaties • • Gevoelige daling over de ganse lijn: mogelijk (gedeeltelijke) verklaring voor daling prestaties leerlingen? Kansarme en (vooral) middenmoot-scholen hebben er last van toch hebben kansarme scholen stand gehouden qua prestaties… dankzij GOK? 3. Toegenomen schoolautonomie: een zegen voor GOK? Kwalitatief onderzoek in scholen suggereert dat middelen niet optimaal aangewend worden
Deel 3: op zoek naar verklaringen – implementatieonderzoek
Implementatie GOK: aanwending middelen in scholen • Juchtmans e. a. (2010, 2013, 2019) o o o • Schoolteams hebben bijgeleerd (bv. snellere detectie van leerproblemen, meer differentiatie, betere methoden voor taalvaardigheidsonderwijs, toepassing van zorgcontinuum…) maar zetten nog teveel in op individuele zorg en te weinig op strategisch beleid (ouderparticipatie, taalbeleid, brede school enz. ) GOK-leerkrachten zijn jong en onervaren => hebben weinig impact op het ganse team Rekenhof (2015) o scholen gebruiken middelen voor armoedebestrijding eerder dan kansbevordering sterkere aansturing vanwege overheid nodig? Kleuring middelen? Meer inzetten op verdeskundiging schoolteams
Deel 4: GOK-financiering, en pleister op een houten been ?
Ongelijke onderwijsuitkomsten en segregatie Bron: Franck & Nicaise, 2018
Segregatie en ongelijke uitkomsten Sociale ongelijkheid Sociale segrega tie Academische segregatie Ongelijk e prestatie s Waarom versterkt segregatie de ongelijke kansen ? • Leerlingniveau: o o o Ongelijk e kansen op school Cognitief: peer group effecten Psychologisch (demotie) Sociaal: leerklimaat • Leerkracht-niveau: o o Matteüseffecten Verwachtingseffecten • Schoolniveau: o Collectief sociaal kapitaal • Systeemniveau: o niveauverschillen in curricula
Trends in segregatie 0. 2 0. 18 0. 16 Antwerpen 0. 14 Brussels gewest 0. 12 Limburg 0. 1 Oost-Vlaanderen 0. 08 Vlaams-Brabant 0. 06 West-Vlaanderen rand 0. 04 0. 02 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: Havermans, Wouters & Groenez (2017)
Waarom blijft segregatie bestaan? De meritocratische ideologie van ons onderwijs 3 bronnen van ongelijkheid • Aangeboren ‘talenten’ => moeten maximaal benut worden • Inspanning => moet aangemoedigd worden • Omstandigheden (o. a. sociale herkomst) => moeten gecompenseerd worden Twee eerste vormen van ongelijkheid worden als wenselijk ervaren => gecultiveerd Derde vorm van ongelijkheid wordt tegengegaan Maar: ongelijke ‘talenten’ zijn ook sociaal bepaald => reproductie van sociale ongelijkheid blijft duren
Instrumenten van meritocratisch beleid Maximiseer ‘gewenste’ ongelijkheden Minimiseer ‘ongewenste’ ongelijkheden (gebaseerd op ‘verdienste’ (= talent + (als gevolg van omstandigheden) inspanning) • Kostenloos onderwijs • Competitie tussen leerlingen / scholen + financiële ondersteuning lln / studenten volgens inkomen o Vrije schoolkeuze • leerplicht o Vergelijkende prestatiemetingen • Taalbaden voor migranten o Financiering op basis van prestaties • Systematische selectie o Gesegregeerd onderwijs voor minder getalenteerden o Vroege detectie van talenten (toetsen) o Voortschrijdende selectie (tracking)
Vier mechanismen van academische segregatie in Vlaanderen • • Schoolkeuze (quasi-marktwerking in onderwijs) Buitengewoon onderwijs Zittenblijven Waterval in secundair onderwijs
Quasi-marktwerking, segregatie en ongelijke uitkomsten • Vrije schoolkeuze en vrijheid van onderwijs => concurrentie tussen lln / ouders voor de beste scholen => concurrentie tussen scholen voor de beste leerlingen en leerkrachten => concurrentie tussen leerkrachten voor beste scholen (met beste lln) => Matteüseffecten in arbeidsmarkt leerkrachten • Sterke scholen romen de markt af zwakkere scholen kunnen niet selecteren => polarisatie naar sociale herkomst => sociale ongelijkheid in uitkomsten Bron: Hirtt, Nicaise, De Zutter (2013)
Buitengewoon onderwijs, segregatie en ongelijke uitkomsten • België / Vlaanderen behoren tot koplopers qua omvang van (gesegregeerd) buitengewoon onderwijs • Grijze zones tussen ‘functiebeperking’ en ‘sociale beperking’: types 1 -3 -(8) => in buitengewoon onderwijs zijn 54% van de leerlingen GOKindicatorleerlingen (type 1: 80%; type 3: 68%) • Voor heel wat leerlingen is (gesegregeerd) buitengewoon onderwijs contra-productief (Vanlaar e. a. 2012)
Zittenblijven, segregatie en ongelijke uitkomsten Feiten: • OESO-gemiddelde tussen 6 -15 jaar: 16% Vlaanderen 28, 9% • Armste deciel 45% rijkste deciel 9% Oorzaken van ongelijkheid in zittenblijven: • Ongelijke kansen • Discriminatie in attestering (Unia 2018) Gevolgen: • Verslechtering prestaties op lange termijn (Lamote 2013; Vandecandelaere e. a. 2016) • Vroegtijdig schoolverlaten (De Witte e. a. 2013)
Waterval in secundair onderwijs Sta rt Klassieke talen Moderne talen TSO (=30%) (=41%) (=47%) BSO Bron: Dockx (2019, op basis van LOSO) Bron: Franck & Nicaise, 2018 Ein de
Gevolgen van waterval Argumenten voorstanders • Kwaliteit primeert Þ Þ Þ sterke lln kunnen excelleren minder falen en ontmoediging hogere gemiddelde prestaties • Betere aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Bevindingen van onderzoek • Premature oriëntering => fouten => meer ontmoediging • Collectieve frustratie in TSO/BSO => schoolmoeheid => onderprestatie • Ongelijke waardering onderwijsvormen => tekort aan STEM-gediplomeerden • Negatieve attitudes t. o. v. Levenslang leren => kwetsbaarheid BSOafgestudeerden • Zwakkere democratische attitudes • VERSTERKTE SEGREGATIE / ONGELIJKHEID
Deel 5: sporen voor een meer structureel gelijkekansenbeleid
Sporen voor structureel gelijkekansenbeleid 1. Quasi-marktwerking beperken • Conflict vrijheid – gelijkheid in • • • inschrijvingsbeleid: overheidstussenkomst nodig Diversiteitsconsulenten / samenwerking met middenveld in wervingsbeleid Regulering uitstroom (witte vlucht / uitsluitingen) Praktijktoetsen discriminatie Centrale examens i. f. v. gelijke kwaliteit scholen Versterking GOK- 2. Inclusief onderwijs versterken • Volhouden en versterken (meer ondersteuning, meer middelen) • Discriminatie op basis van taal en sociale herkomst toetsen
Sporen voor structureel gelijkekansenbeleid 3. Zittenblijven voorkomen • Meer differentiatie en 4. Verdere hervorming SO • Wegwerken niveauverschillen tussen leerlingbegeleiding • Herziening attesteringsbeleid: B- en C-attesten vervangen door menu van alternatieven (vakantiewerk, taalbad, herexamens, modularisering, remediëring tijdens schooljaar. . . ) • Financiële prikkels voor scholen ? onderwijsvormen o Opwaardering TSO / BSO (d. m. v. eindtermen, duaal leren. . . ) o Meer praktische vakken in ASO (STEM) • Versterking individuele differentiatieuren doorheen het ganse curriculum • Bevorderen ‘zalm-model’ • Bevorderen domeinscholen / beperken unilaterale scholen
- Slides: 32