HISTORISCHE ROMAN Barbora ivecov Structuur 1 Historische roman

HISTORISCHE ROMAN Barbora Šivecová

Structuur: § 1. Historische roman in het algemeen – het begin en de latere vernieuwing, ontwikkeling van de historische roman als genre: § § § 1. 1 1. 2 1. 3 1. 4 1. 5 Historische roman (1830 -1850) Historische roman (1895 -1918) Historische roman (1930 -1940) Historische roman (1940 -1960) Vernieuwing vande historische roman § 2. Arthur Japin § 3. Een schitterend gebrek – analyse van de roman en de receptie daarvan

1. 1 HISTORISCHE ROMAN (1830 -1850) § Walter Scott (1771 -1832): Waverley (1814) – de eerste historische roman; veel opgang in Europa gemaakt; ontleend aan de Engelse continentale geschiedenis. § Engeland – een belangrijke inspirerende factor. § Na de verechijning van Waverley historische roman populair ook in Nederland en Vlaanderen. Walter Scott

1. 1 HISTORISCHE ROMAN (1830 -1850) § Eerste pogingen in NEDERLAND: § Eerste pogingen in VLAANDEREN: • Margaretha de Neufville § Hendrik Conscience • De schildknaap (1829) • Jacob van Lennep • De roos van Dekama (1836) • De lotgevallen van Ferdinand Huyck (1840) • Aernout Drost • Hermingard van de Eikenterpen (1832) • A. L. G. Bosboom-Toussaint • Mejonkvrouwe de Mauléon (1847) § De Leeuw van Vlaanderen (1838) § Jacob van Artevelde (1849)

1. 1 HISTORISCHE ROMAN (1830 -1850) § Kenmerken I: § Een spannend verhaal § Een levendig en kleurrijk beeld van een periode uit het verleden – met het oog op het bijzondere, representatieve daarvan § Couleur locale – alles kon zijn – de zeden en gewoonten, de kleding, de sociale verhoudingen, de instellingen, het taalgebruik § De vele uitvoerige beschrijvingen in de historische romans (lieten zien hoe het in een andere tijd uitzag); decor uitvoerig beschreven § Stof uit verschillende periodes: aanvankelijk vooral middeleeuwen populair; later 17 e eeuw – bloeiperiode van de Hollandse cultuur en natie § De verteller/schrijver staat buiten en boven handeling; hij is als auctoriale verteller duidelijk aanwezig en spreekt de lezer regelmatig toe; bij herhaling onderbreekt hij de handeling om commentaar te geven § 19 e eeuw: opvatting dat een objectieve reconstructie van het verleden in principe onmogelijk is § Personages voeren lange gesprekken op een nogal plechtige toon § Extra vermogen vereist: verbeelding – aantrekkelijk verhaal ter lering en vermaak § De archaїsch gekleurde taal doet authentiek aan, maar sommige oud klinkende woorden/uitdrukkingen – vondsten van de auteur zelf

1. 1 HISTORISCHE ROMAN (1830 -1850) § Kenmerken II: § De intrige meestal heel ingewikkleld § Verhaalfiguren eerst (in aparte blokjes) innerlijk en uiterlijk beschreven, pas dan optreden ze § Voor de verhaalopbouw veel elementen uit de oude avonturenromans (een intrigerend geheim, een onbekende afkomst, . . . ) § Meestal: personages = typen met vaste onveranderlijke trekken (de dappere held, de gemene schurk, . . . ) § Om spanning op te roepen – traditionele trucs (de verteller houdt informatie voor de lezer achter) § Sommige auteurs – meer aandacht aan de karaktertekening (uitleg wat de personages tot hun handelingen drijft – vooral bij Bosboom-Toussaint) § Geheimzinnige en huiverwekkende voorvallen § Steeds begrippen ʻgoedʼ en ʻkwaadʼ § Fel aangezette dramatische effecten § Sterke neiging om het verleden te laten functioneren als spiegel voor het heden

1. 2 HISTORISCHE ROMAN (1895 -1818) 1. 3 HISTORISCHE ROMAN (1930 -1940) § Neoromantiek leidt tot het ontstaan van een nieuw soort historische roman § Arthur van Schendel (1874 -1946): Drogon (1898); Een zwerver verliefd (1904) – middeleeuwen, historische achtergrond vaag gehouden en dient vooral ter ondersteuning van de sfeer § Simon Vestdijk: veel historische romans § Het vijfde zegel (1937) § De nadagen van Pilatus (1938) § Adriaan van Oordt (1865 -1910): Irmenlo (1896) – het conflict tussen ziel en zinnen § Ook het naturalisme een impuls voor de historische roman: Louis Couperus: De berg van licht (1905 -1906) – stof ontleend aan de klassieke oudheid; Antiek toerisme (1911); De komedianten (1917); Iskander (1920) Simon Vestdijk

1. 4 HISTORISCHE ROMAN (1940 -1960) § Hella Haasse § Oeroeg (1948) § Het woud der verwachting (1949) § De scharlaken stad (1952) § Deze historische romans vormden de aanzet tot een groot oeuvre dat de komende 50 jaar gestalte zou krijgen en belangrijke vernieuwingen zou brengen. § Het genre in de naoorlogse jaren niet druk beoefend. § Pas in de jaren 90 weer bloei en Hella Haasse kreeg brede erkenning voor haar experimenten en vernieuwingen van het genre. Hella Haasse

1. 5 VERNIEUWING VAN DE HISTORISCHE ROMAN § Voor de vernieuwing de historische roman alleen door enkele schrijvers beoefend. § Voor de overige schrijvers en critici stond de historische roman niet erf hoog. aangeschreven. § De heropbloei van de historische roman vanaf de jaren 80 een internationaal verschijnsel. § Umberto Eco: De naam van de roos (1980, Nederlandse vertaling 1983) – enorm succes § Graham Swift: Waterland (1983) § Patrick Süskind: Das Parfum (1985) § In de jaren 80 – narrativisme – ook invloed op de opgang van de historische roman; geschiedkundige werken meer het karakter van romans. § Voor moderne en postmoderne schrijvers de historische roman aantrekkelijk; onderliggende gedachte dat de historische samenhangen het product zijn van verbeelding, creativiteit en vertelkunst van de auteur. § Mogelijkheid om boeiende verhalen uit het verleden te combineren met een typisch modern kritisch scepticisme of een postmodern relativisme.

1. 5 VERNIEUWING VAN DE HISTORISCHE ROMAN § De nieuwe Nederlandse historische romanschrijvers vonden veel weerklank, zowel bij de lezers als in in de kritiek. § Nelleke Noordervliet (1945): Het oog van de engel (1991) § Margriet de Moor (1941): De virtuoos (1993) § Arthur Japin (1956): De zwarte en het witte hart (1997) § P. F. Thomése (1958): Het zesde bedrijf (1999) § Thomas Rosenboom (1956): Publieke werken (1999) § In hun romans – aantal karakteristieken die te maken hebben met de verwerking van historische gegevens en het oproepen van de sfeer van een vroeger tijdperk met behulp van couleur locale. § De historische roman van oudsher gebruikt om aan de hand van de geschiedenis (ook) eigentijdse kwesties te belichten.

1. 5 VERNIEUWING VAN DE HISTORISCHE ROMAN § Een aantal nieuwe ontwikkelingen (sinds 19 e eeuw): § De nieuwe historische roman roept de illusie van een authentiek verleden niet meer – de illusie wordt juist doorbroken of geproblematiseerd. § De opvatting dat het verleden niet meer toegankelijk en kenbaar is – achterliggend. § Het verleden in brokken en fragmenten – tot geschiedenis pas door interpretatie en verbeelding. § Meerduidigheid van de historie en de problematische relatie tussen historisch feit en ficie – de centrale kwesties. § Soms commentaar op de in de geschiedenis roman verwerkt – metafictie, zelfreflexiviteit (passen in de (post)modernistische lijn). Meestal op een impliciete manier (vormgeving, vertelwijze, thematiek, metaforen)

1. 5 VERNIEUWING VAN DE HISTORISCHE ROMAN § Geen afgerond beeld gepresenteerd, maar een fragmentarische opzet of een nietchronologische structuur. § Verschillende visies op de historische stof (door verschillende vertellers). § De schrijver presenteert de historische documenten in de roman. § Ironie en spel – kenmerkend. § Personages, de couleur locale soms overdreven. § Literatuur staat voorop. § Het gaat in de eerste plaats om het verhaal, de stijl, de intrige en de vorm (minder om een historische doelstelling) – dat is de meest opvallende tendens in de nieuwe historische roman.

2. ARTHUR JAPIN (1956) § In Haarlem geboren § Acteur (studeerde in Londen), later schrijver § 1996 – debuteert met Magonische verhalen § 1997 – De zwarte met het witte hart (10 jaar onderzoek, het leven van twee Ghanese prinsjes) – heel succesvol, in veel talen vertaald, geprezen § 2002 – De droom van de leeuw (autobiografische gegevens als stof) § 2003 – Een schitterend gebrek (gebaseerd op de historische stof) § 2006 – De grote wereld (boekenweekgeschenk, over de lotgevallen van enkele lilliputers tijdens WO II) § 2010 – Vaslav (over de balletdanser Vaslav Nijinski) Arthur Japin

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – het verhaal § 18 e eeuw § 3 delen: I Het voordeel van de liefde; II Een schitterend gebrek; III Theatorum amatorium § Over de eerste geliefde van Giacomo Casanova – Lucia § Lucia en Casanova leren elkaar kennen op een feest vlakbij Venetië § Ze worden verliefd en beloven elkaar eeuwige trouw (Casanova 17 jaar oud, Lucia 14 jaar oud) § Kort daarna verdwijnt Lucia uit zijn leven § Ze ontmoeten elkaar bij toeval in Amsterdam, vele jaren later, zonder dat hij Lucia herkent § Voor Lucia is het een aanleiding tot een reconstructie van gebeurtenissen

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – wat is er eigenlijk gebeurd? § Het vehaal vanuit het perspectief van Lucia verteld (niet chronologisch, maar in fragmenten, flashbacks) § Na het vertrek van Casanova krijgt ze pokken en bijna sterft; op haar gezicht blijven littekens § Ze beslist niet op Casanova te wachten (zodat hij haar niet ziet) en vertrekt § Werkt op verschillende plaatsen, eerst als bediende, later (in Nederland, waar ze langer blijft) als prostituee, 2 jaar in vrouwengevangenis (spinhuis) vanwege seksuele omgang met een jood § Als ze Casanova ontmoet, draagt ze een sluier op haar gezicht en gebruikt een andere naam (Galathée de Pompignac) – daarom herkent hij haar niet (hij gebruikt ook een andere naam – De Seingalt) § Ze maken een spel – Lucia heeft een korte relatie met Casanova om zijn liefde te proberen + ze wil een vrouw vinden, die hij onrecht heeft aangedaan § Lucia-Galathée leidt Casanova tot „de echte Lucia“ (zonder sluier); die liegt en zegt dat ze door een andere man verleid en zwanger geraakt was en daarom op hem niet had gewacht en dat ze als hoer werkt § Aan het einde Lucia – echt zwanger van Casanova, maar trouwt en vertrekt met een andere man (Jamieson) naar Amerika

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – de titelverklaring § „Ze is mooi. Ze is gehoorzaam. Ze is gelovig. Zo gezond als een vis. Haar huid is blank, haar ogen zwart. “ § „Die Lucia is volmaakt!“ § „Dat zou je denken, “ Giacomo klonk plotseling bedrukt. „Ze heeft alleen één ernstige tekortkoming. “ § „Welke dan? “ § „Ze is te jong. “ § Hij meende het, maar zijn broer moest lachen: „Wat een schitterend gebrek!“

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – feiten of fictie? § Het verhaal op de grens tussen de werkelijkheid en de fictie § Waarheid en fantasie wisselen elkaar af § Casanova en Lucia hebben werkelijk bestaan, maar in het boek krijgen ze meer dramatische karakters § Echte Casanova = wetenschapper én vrouwenversierder § Japins Casanova = meer rationalist § Lucy Jamieson begraven in New York, 3 kinderen, de oudste Jacob § Giacomo Casanova nooit de volledige waarheid van Lucia‘s leven gekend § Toch noemt hij haar in zijn memoires als één van de twee enige vrouwen die hij onrecht heeft aangedaan (maar hij besteedt aan haar weinig pagina‘s – verraad en bordeel)

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – kenmerken § Een identieke dialoog (van Casanova‘s verslag) tussen Lucia en Giacomo – gebruik van de authentieke historische stof § Het verleden in brokken en fragmenten – geschiedenis komt tot stand door de verbeelding en interpretatie § Problematische relatie tusssen feit en fictie § Niet-chronologische structuur § Verhaal is belangrijker dan de eigenlijke geschiedenis

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – receptie § Libris Literatuur Prijs 2004 § Van oorspronkelijk gebonden editie – 180. 000 exemplaren verkocht § Internationaal succes, in 17 talen vertaald (het meest vertaalde boek van Japin) § Sprake van de film, maar er is nog steeds geen § „Het sierlijke taalgebruik, het verfijnde oog voor de uiterlijke zaken des levens, de behendigheid waarmee een intrige tot leven wordt gewekt én, heel belangrijk, in leven wordt gehouden, en dan ook nog de vrouwelijke preoccupatie met liefde, schoonheid en verval doen denken aan Neerlands enige echt tijdloze schrijver met internationale allure. “ (De Groene Amsterdammer, 2003) Tjsechische vertaling, 2006

3. EEN SCHITTEREND GEBREK – receptie § „Van een gevoelig natuurkind wordt Lucia § „Toch komt Een schitterend gebrek niet een verbitterde, soms zelfs cynische hoer. verder dan een verdienstelijke plot en Deze onvrijwillige transformatie - gevoel aardige karaktertekening, en dat heeft alles wordt ratio - wordt door Japin zeer te maken met de schrijver die Japin is. Als zorgvuldig beschreven. De wanhoop na de stilist en vooral ook in zijn thematiek kent Japin geen subtiliteit. “ (De Volkskrant, 2003) mislukte liefde, de nachtmerrieachtige vlucht - Japin weet de historische figuur van Lucia voldoende mee te geven om haar van een § „Misschien biedt juist het genre van de vele liefdes van de rokkenjager tot historische roman Arthur Japin de een rond en psychologisch interessant mogelijkheid om op een ernstige, nietpersonage te maken. “ (De Volkskrant, 2003) ironische en toch absoluut nietkwezelachtige manier over de liefde te § „Een schitterend gebrek is niet een roman schrijven. Of misschien is het gegroeid waaruit een kwellende geobsedeerdheid schrijverschap dat een roman voortbrengt spreekt. Integendeel. Japin is als schrijver waarin alles klopt, die gaaf is als een heer en meester over zijn stof en hij doet klassiek gedicht en eenzelfde aangijpend geen moment zijn best om dat te inzicht biedt. “ (De Groene Amsterdammer, verbergen. “ (nrc. nl, 2003)

Thema ter discussie § In de 18 e eeuw in Venetië was het uiterlijk iets wat alles bepaalde, daarom kon er Lucia niet blijven en ook geen vrouw van Casanova worden. In hoeverre kan ons uiterlijk ons leven bepalen? Wat denken jullie?

Bibliografie § Brems, H. : Altijd weer vogels die nesten beginnen. Amsterdam: Uigeverij Prometheus, 2006. § Van Boven, E. : Literatuur van de moderne tijd. Bussum: Coutinho, 2006. § https: //www. literatuurgeschiedenis. nl/19 de/auteurs/lg 19021. html § http: //www. dbnl. org/tekst/bork 001 schr 01_01_0541. php § http: //www. arthurjapin. nl/ § http: //www. volkskrant. nl/archief/lucia-verlaat-casanova~a 754736/ § https: //www. nrc. nl/nieuws/2003/10/03/geven-gaat-voor-nemen-7656447 -a 399448 § https: //www. groene. nl/artikel/als-gelijke-liefde-niet-bestaat

„Veel wat aanvankelijk alleen in de verbeelding bestaat, wordt werkelijkheid. “ Giacomo Casanova BEDANKT VOOR JULLIE AANDACHT!
- Slides: 23