Het paard in beweging VOLGENS HET LINEAIR SCORE
Het paard in beweging VOLGENS HET LINEAIR SCORE FORMULIER
beweging De lengte van de pas Ø Lang Ø Kort Ø Onregelmatig Stap - ruimte
beweging Stap - correctheid De correctheid van de beweging, van voren beoordeeld Ø Toontredend – maaiende beweging Ø Frans – schaatsslag van binnen naar buiten Ø Onregelmatige coördinatie
beweging De lengte van de pas Ø Lang Ø Kort Draf – ruimte
beweging Draf – souplesse De mate waarin de beweging elastisch door het lichaam vloeit en vervolgens wordt opgevangen door de ledematen Ø Soepel Ø Stug Ø Onregelmatig
beweging Draf - kracht De mate waarin het paard zich met de achterbenen afzet van de grond Ø Krachtig Ø Slap Ø Afwijkende coördinatie
beweging Draf - balans De combinatie van lichaamshouding en de mate waarin het achterbeen tot dragen komt Ø Dragend Ø Duwend
beweging Galop - ruimte De lengte van de pas Ø Ruim Ø Kort
beweging Galop - afdruk De mate waarin het paard zich met de achterbenen afzet van de grond Ø Krachtig Ø Slap
beweging Galop - balans De combinatie van lichaamshouding en de mate waarin het achterbeen tot dragen komt Ø Dragend Ø Duwend
springen Afdruk - richting De mate waarin het paard in staat is om in de schoft omhoog te springen Ø Naar boven Ø Naar voren
springen Afdruk - snelheid Tijdsduur in de laatste galopsprong voor de sprong; tussen het neerzetten van de voorbeen, neerzetten van de achterbenen en het moment waarop het paard loskomt van de grond Ø Vlug Ø Traag
springen Techniek - voorbeen De mate waarin de schouder in combinatie met opperarm, onderarm en pijbeen gevouwen worden Ø Gevouwen Ø Gestrekt Ø Onder het lichaam
springen Techniek - rug De mate waarin hals en rug de parabool over de hindernis volgen Ø Rond Ø Hol
springen Techniek - achterhand De mate waarin de hoeken van de achterhand in staat zijn om tijden het tweede gedeelte van de sprong te openen Ø Open Ø Vast
springen Vermogen De mogelijkheid van het paard om zowel met macht naar boven te springen, als zich op de sprong in voorwaartse richting te kunnen ontwikkelen Ø Veel Ø Weinig
springen Souplesse De mate waarin de hele sprong een vloeiend geheel kent en elastich door het lichaam gaat Ø Veel Ø Weinig
springen Voorzichtigheid De natuurlijke aanleg van een paard om geen fouten te maken op de hindernis Ø Voorzichtig Ø Onvoorzichtig
Instelling Ø Veel Ø Weinig
- Slides: 19