Het belang van openbare ruimte Dr Rianne van
Het belang van openbare ruimte Dr. Rianne van Melik ALV Branchevereniging Spelen en Bewegen 16 november 2016
Meer dan de ruimte tussen gebouwen • ‘Smeerolie’ van de samenleving • Voordelig op allerlei vlakken voor allerlei partijen: o. a. gezondheid, vastgoedwaardes • Verschillende gebruiksniveaus: necessary, optional, social (Gehl, 2006) • Belang van goede inrichting en programmering, zonder ‘one-sizefits-all’ gedachte (Project for Public Space, PPS) Placemaking diagram (PPS, 2000) 2/9
De ene gebruiker is de andere niet • Grootgebruikers: ouders met kinderen en hondeneigenaren • Verschillend gebruik, verschillende gebruikers; soms zelfs conflicterend • Thuisgevoel is selectief: inclusief en uitsluitend (Duyvendak, 2011) • Regels en ‘compartimentering’ om conflicten in goede banen te leiden: iedere gebruiker zijn eigen stukje openbare ruimte: “co-presence without co-mingling” (Lofland, 1989) https: //www. youtube. com /watch? v=U 13 i. Q_SZwzw 3/9
Kinderen en jongeren in de openbare ruimte • Ontmoetingen met anderen: “a being together of strangers” (Young, 1990) en “rubbing along” (Watson, 2006) • Sociale ontwikkeling van kind naar adoscelent: “places of interaction” en “places of retreat” (Lieberg, 1997) • Fysieke ontwikkeling: o. a. minder obesitas door meer beweging • Zelden geraadpleegd bij besluitvorming 4/9
Hangen in Houten • Onderzoek onder middelbare scholieren College De Heemlanden, Houten (2010, N=546) • 1/3 spendeert 5 uur/week buiten, 1/4 meer dan 10 uur/week • Jongens en oudere jeugd (>15 jr) vaker en verder van huis dan meisjes en jongere jeugd • Jongens hangen vooral in avonduren, meisjes overdag • Jongens chillen en sporten, meisjes praten veel • Jongens hangen bij formele ontmoetingsplekken (bv. sportfaciliteiten), meisjes in winkelcentra • Er wordt meer gedronken dan gerookt • Groot belang van bankjes; verder weinig eisen • Groot belang van andere gebruikers: zonder vrienden gehang, al is het schoon-heel-veilig Filius, F. & R. van Melik (2011), Hangen in Houten. Geografie, 20(9), 28 -30. 5/9
Parallelle levens op het plein • Onderzoek onder jonge allochtone vrouwen (18 -25 jaar) op Schouwburgplein in Rotterdam (2010, N=12) • Komen vooral samen met vriendinnen, niet alleen of met familie • Ouderlijk toezicht vervangen door sociale controle van medejongeren • Veel aandacht voor ‘eigen’ groep; andere gebruikers (ouderen, families) worden niet opgemerkt • Wel vrijheid, geen anonimiteit 6/9 Spierings, , B. , R. van Melik & I. van Aalst (2016), Parallel lives on the plaza: Young women of immigrant descent and their feelings of social comfort and control on Rotterdam's Schouwburgplein. Space and Culture, 19(2), 150 -163.
Inclusieve speeltuinen voor het gehandicapte kind • Onderzoek naar speelbeleid van Nederlandse gemeenten, uitgevoerd door Nick Althuizen: enquête (N = 151) en casestudies Nijmegen en Lingewaard (2015) • • 82% van Nederlandse gemeenten heeft speelbeleid Maar veel variatie in omvang en focus Vaak tot stand gekomen m. b. v. burgerparticipatie Maar niet specifiek met (ouders van) gehandicapte kinderen • Verschillende verwachtingen over burgerparticipatie en kosten: gemeenten wachten op vraag van ouders (reactief i. p. v. proactief), ouders zijn te druk of denken dat aanpassingen toch niet financieel mogelijk zijn Althuizen, N. (2016), Inclusive play, awareness and action through play-policy (master thesis). Nijmegen: Radboud University. 7/9
Conclusies en vragen • Openbare ruimte moet aantrekkelijk zijn voor iedereen, maar is dat daardoor soms voor niemand - Hoe kan er differentiatie aangebracht worden in functie, programmering zonder dat teveel compartimentering plaatsvindt en ‘closed systems’ ontstaan? • Openbare ruimte is in ieders belang, maar is nog vooral gemeentelijke verantwoordelijkheid - Hoe kunnen andere belanghebbenden meer worden betrokken (ouders, kinderen, bedrijven, BSO’s, etc. )? 8/9
Vragen of meer informatie? • Email: r. vanmelik@fm. ru. nl • Website: https: //riannevanmelik. wordpress. com/ 9/9
- Slides: 9