H 4 Brand en explosie 1 Films FForse
H 4. Brand en explosie 1
Films FForse uitslaande brand verwoest woning Bildtsestraat Leeuwarden Fhttp: //www. zideo. nl/playzideo/6 b 3471526 d 316870 2
Branddriehoek Drie zaken die nodig zijn voor brand: – brandbare stof – zuurstof (jaagt vuur aan) – temperatuur of ontstekingsbron 3
4
Explosies Verbranding erg snel? Explosie mogelijk Alleen tussen LEL en HEL is explosie of brand mogelijk. Explosiegrens: – LEL-niveau (Lowest Explosion Limit) – HEL-niveau (Highest Explosion Limit) 5
Onderste explosiegrens (LEL) FDe concentratie brandbaar gas of damp die minimaal aanwezig moet zijn om een explosie te veroorzaken 6
Vlampunt FDe laagste temperatuur waarbij een vloeistof zoveel ontvlambare damp ontwikkelt, dat deze in de aanwezige lucht met een vlam aangestoken kan worden. 7
Vlampunt FBenzine: -20 graden FDiesel: +60 Graden Celsius De diesel zelf moet dus opgewarmd zijn tot 60 C wil hij dus brandbare DAMPEN gaan afgeven. 8
Ether Vlampunt van -45 °C. Zelfs als het in een koelkast wordt bewaard, kan er voldoende damp vrijkomen om een explosie te veroorzaken. De damp kan tot explosieve verbranding komen door een vonk van de schakelaar die het lampje aan- en uitschakelt. Ether wordt daarom in een explosieveilige koelkast bewaard, waarin alle elektrische onderdelen afgeschermd zijn. 9
Zelfontbrandingstemperatuur FDe zelfontbrandingstemperatuur van diesel is 270°C. FDit is lager dan van benzine (420°C). FEen verbrandingsmotor op benzine heeft bougies nodig. 10
Brandklassen F Brandklasse A = vaste stoffen ( papier, hout, stoffen etc. ) bij voorkeur met water blussen F Brandklasse B = vloeistoffen (olie, benzine etc. ) F Brandklasse C = gassen (butaan, propaan, aardgas etc. ) F Brandklasse D = metalen (o. a. magnesium, natrium, kalium etc. ) absoluut niet met water blussen F Elektriciteitsbranden absoluut niet met water blussen 11
Blusstoffen We onderscheiden drie soorten blusstoffen: F Natte blusstoffen (water, stoom en schuim) F Droge blusstoffen (zand, poeder en bijv. een blusdeken) F Koolstofdioxide (gasvormige blusstof) 12
Blusstoffen: water F Voordelen – groot koelend vermogen – meestal in grote hoeveelheden aanwezig – goedkoop F Nadelen – elektrisch geleidend – niet geschikt voor metaalbranden – niet geschikt voor vloeistofbranden – gevoelig voor bevriezing – veroorzaakt een hoop waterschade 13
Blustoestellen F Poederblussers F Sproeischuimblussers F CO 2 -blussers (nooit een persoon of dier hiermee blussen, grote afkoeling) Kijk altijd op de stikker. 14
15
16
17
Optreden bij brand – – – – Zorg voor je eigen veiligheid. Bel 112. Waarschuw anderen. Help anderen. Sluit elektriciteit af. Sluit openstaande deuren. Blus of vertraag de brand. Iedereen in veiligheid? Laat het ook anderen weten. 18
Blusmiddel om gasbrand te blussen? poeder 19
Wat is het belangrijkste bij het behandelen van uitwendige brandwonden? Direct minstens 15 minuten koelen met water 20
Welke drie elementen zijn nodig voor het ontstaan van brand? B s, zs, ontstekingsenergie 21
Brandklasse C betekent: Brand van vaste stof vloeistof gas 22
Een vlampunt is de temperatuur waarbij: De damp boven de vloeistof juist aangestoken kan worden 23
24
- Slides: 24