H 16 WERK EN WERKLOOSHEID Introductie Wat zijn

  • Slides: 27
Download presentation
H 16 WERK EN WERKLOOSHEID

H 16 WERK EN WERKLOOSHEID

Introductie ■ Wat zijn de oorzaken van werkloosheid en hoe kan werkloosheid worden bestreden?

Introductie ■ Wat zijn de oorzaken van werkloosheid en hoe kan werkloosheid worden bestreden? ■ Deelvragen ■ 16. 1 Hoe ontwikkelen zich de beroepsbevolking en de werkgelegenheid? ■ 16. 2 Wat zijn de oorzaken van werkloosheid en hoe wordt deze in Nederland gemeten? ■ 16. 3 Wat zijn de oorzaken van werkloosheid? ■ 16. 4 Hoe kan de werkloosheid worden bestreden? ■ 16. 5 Wat zijn de gevolgen en oorzaken van een krappe arbeidsmarkt?

16. 1 BEROEPSBEVOLKING EN WERKGELEGENHEID IN NEDERLAND

16. 1 BEROEPSBEVOLKING EN WERKGELEGENHEID IN NEDERLAND

Beroepsbevolking = aanbod van werk De werknemers ■ Geregistreerde beroepsbevolking van Nederland: alle personen

Beroepsbevolking = aanbod van werk De werknemers ■ Geregistreerde beroepsbevolking van Nederland: alle personen tussen 15 en 75 jaar die ten minste 1 uur per week betaald werk verrichten of betaald werk zoeken in de formele sector en die direct beschikbaar zijn ■ Beroepsbevolking zijn werknemers en zelfstandigen: een zelfstandige werkt/zoekt werk voor zichzelf ■ Iets meer dan de helft van de totale bevolking behoort tot de beroepsbevolking: – In de primaire sector (landbouw en visserij) werkt ongeveer 2% – In de secundaire sector (industrie, bouw, energie) werkt ongeveer 14% – In de tertiaire en quartaire sectoren (commerciële en niet-commerciële dienstverlening) werkt ongeveer 84%

Werkgelegenheid = de vraag naar arbeid De werkgevers ■ De werkgelegenheid is het werkende

Werkgelegenheid = de vraag naar arbeid De werkgevers ■ De werkgelegenheid is het werkende deel van de geregistreerde beroepsbevolking ■ De omvang van werkgelegenheid en de beroepsbevolking hangt af van de economische situatie – Krimpende economie: werkgelegenheid daalt, minder mensen bieden zich aan: het ontmoedigingseffect – Aantrekkende economie: werkgelegenheid neemt toe, meer mensen bieden zich aan: aanzuigeffect ■ Deeltijdwerk en flexwerk zijn momenteel erg populair in Nederland ■ Werkgelegenheid kan gemeten worden in – Werkzame personen – Arbeidsuren – Arbeidsjaren

Participatiegraad ■

Participatiegraad ■

i/a-ratio ■ De verhouding inactieven/actieven, de i/a-ratio, is de verhouding tussen het aantal inactieve

i/a-ratio ■ De verhouding inactieven/actieven, de i/a-ratio, is de verhouding tussen het aantal inactieve uitkeringsgerechtigden en het aantal actieven ■ Inactieve uitkeringsgerechtigden zijn mensen die b. v. een uitkering krijgen van – AOW - Anw - WIA - WW - bijstand ■ De i/a-ratio geeft dus aan hoeveel inactieven onderhouden moeten worden door het aantal actieven ■ Hoe hoger de i/a-ratio, hoe meer er onderhouden moeten worden Ω paragraaf 16. 1

16. 2 WERKLOOSHEID IN NEDERLAND

16. 2 WERKLOOSHEID IN NEDERLAND

Werkloze beroepsbevolking ■

Werkloze beroepsbevolking ■

Vacatures ■ Een vacature is een arbeidsplaats waarvoor door een werkgever personeel zoekt ■

Vacatures ■ Een vacature is een arbeidsplaats waarvoor door een werkgever personeel zoekt ■ De ontwikkeling van vacatures is tegengesteld aan het werkloosheidspercentage ■ Gaat het slecht in de economie dan is het werkloosheidspercentage hoog en het aantal vacatures laag ■ Gaat het goed in de economie dan is het werkloosheidspercentage laag en het aantal vacatures hoog

Verborgen werkloosheid ■ Verborgen werkloosheid is alle niet-geregistreerde werkloosheid ■ Bijvoorbeeld – Werkzoekenden die

Verborgen werkloosheid ■ Verborgen werkloosheid is alle niet-geregistreerde werkloosheid ■ Bijvoorbeeld – Werkzoekenden die niet ingeschreven staan bij het UWV – Werkzoekenden die 15 min of 75 plus zijn

Werkloosheid en seizoensinvloed ■ In de winter zijn er meer geregistreerde werklozen dan in

Werkloosheid en seizoensinvloed ■ In de winter zijn er meer geregistreerde werklozen dan in de zomer ■ Daarom corrigeert het CBS de werkloosheidscijfers voor seizoensinvloede n

De ene werkloosheid is de andere niet ■ Het werkloosheidspercentage is niet voor iedere

De ene werkloosheid is de andere niet ■ Het werkloosheidspercentage is niet voor iedere groep werklozen even groot: – In grote steden in het percentage hoger want veel laagopgeleiden – In Groningen, Drenthe en Limburg is het percentage hoger want een minder goed draaiende economie en minder bedrijven – Onder eerste generatie migranten is het percentage hoger want een lagere opleiding en een gebrekkige beheersing van het Nederlands – Ook onder vrouwen, jongeren en ouderen is het werkloosheidspercentage hoger ■ Meer vrouwen treden toe en herintredende vrouwen hebben kennis- en ervaringsachterstand ■ Jongeren hebben geringe werkervaring; leerplicht en kwalificatieplicht maken ze minder aantrekkelijk ■ Ouderen zijn duurder en naar verhouding minder flexibel inzetbaar

Persoonlijke en maatschappelijke nadelen van werkloosheid ■ Persoonlijke nadelen – Uitkering is lager dan

Persoonlijke en maatschappelijke nadelen van werkloosheid ■ Persoonlijke nadelen – Uitkering is lager dan het eerder ontvangen loon – Psychische gevolgen: werklozen voelen zich nutteloos, ze horen er niet meer bij – Sociale contacten met collega’s zijn weg ■ Maatschappelijke nadelen – Toenemende werkloosheid en dalende welvaart kan maatschappelijke onrust veroorzaken ■ Protestacties, demonstraties, stakingen – Sommigen zien een verband tussen toenemende werkloosheid en toenemende criminaliteit

Economische gevolgen van werkloosheid ■ Economische gevolgen – Werklozen hebben minder te besteden: EV

Economische gevolgen van werkloosheid ■ Economische gevolgen – Werklozen hebben minder te besteden: EV wordt kleiner waardoor nog meer werkloosheid ontstaat – Overheid krijgt minder belastinginkomsten en heeft meer sociale voorzieningen te betalen: overheidstekort wordt groter – Bij hoge werkloosheid zijn loonsverhogingen vrijwel onmogelijk; de lonen kunnen zelfs dalen – Afnemende welvaart in enge zin = daling van het reële inkomen per inwoner Ω paragraaf 16. 2

16, 3 CONJUNCTURELE EN STRUCTURELE WERKLOOSHEID

16, 3 CONJUNCTURELE EN STRUCTURELE WERKLOOSHEID

Soorten werkloosheid ■ Conjuncturele werkloosheid – (Tijdelijk) afnemende bestedingen waardoor onderbesteding ontstaat ■ Structurele

Soorten werkloosheid ■ Conjuncturele werkloosheid – (Tijdelijk) afnemende bestedingen waardoor onderbesteding ontstaat ■ Structurele werkloosheid – Kwantitatief: de hoeveelheid beschikbare arbeidsplaatsen schiet tekort – ■ ■ ■ De beroepsbevolking is gestegen De productiviteit door mechanisatie/automatisering is gestegen Het werk is verdwenen (Limburgse mijnen, verplaatst naar het buitenland) Kwalitatief: er is voldoende werk maar de werkzoekenden hebben de verkeerde opleiding ■ Frictiewerkloosheid – Tijdelijke werkloosheid bij het zoeken naar of wisselen van baan ■ Seizoenswerkloosheid – Tijdelijke werkloosheid omdat er voor sommige beroepsgroepen in bepaalde seizoen amper werk is Ω paragraaf 16. 3

16. 4 OPLOSSINGEN WERKLOOSHEID

16. 4 OPLOSSINGEN WERKLOOSHEID

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Conjuncturele werkloosheid Er worden te weinig goederen en diensten gekocht

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Conjuncturele werkloosheid Er worden te weinig goederen en diensten gekocht waardoor bedrijven hun productie beperken De overheid kan de bestedingen stimuleren door: • de belastingen te verlagen • zelf meer te investeren • exportsubsidies aan bedrijven te verstrekken • investeringspremies voor bedrijven beschikbaar te stellen

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Kwantitatief structurele werkloosheid Er zijn onvoldoende arbeidsplaatsen – zelfs bij

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Kwantitatief structurele werkloosheid Er zijn onvoldoende arbeidsplaatsen – zelfs bij volledige productie/maximale bezetting – om iedereen werk te bieden Het scheppen van arbeidsplaatsen door: • het stimuleren van uitbreidingsinvesteringen • loonmatiging • het verlagen van het minimumloon en de wwuitkeringen Herverdeling van arbeidsplaatsen door: • ouderen eerder te laten stoppen met werk • flexwerken te bevorderen • het terugbrengen van de arbeidstijd (van 40 naar 38/36 uur)

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Kwalitatief structurele werkloosheid De werkzoekenden • de werkzoekenden stimuleren tot

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Kwalitatief structurele werkloosheid De werkzoekenden • de werkzoekenden stimuleren tot beschikken niet over de juiste om-/her-/bijscholing om zo wél kwaliteiten om aan de geschikt te worden voor de gestelde eisen van de vacatures te voldoen. Er is • Het begrip passende arbeid geen of onvoldoende verruimen geografische mobiliteit – de • mensen stimuleren om een baan werkzoekenden zijn niet te accepteren in een andere regio bereid om te verhuizen of (bijvoorbeeld door verhuiskosten kunnen niet verhuizen – om aftrekbaar te maken van de de vacatures die elders in het belasting) land zijn te vervullen

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Frictiewerkloosheid Een moeizame • De informatievoorziening (de makkelijker maken zodat

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Frictiewerkloosheid Een moeizame • De informatievoorziening (de makkelijker maken zodat arbeidsmarkt is werkzoekenden sneller kunnen ondoorzichtig) zorgt ervoor zien waar banen zijn en dat het vinden van de juiste werkgevers beter kunnen zien baan tijd kost en de lange waar zij nog personeel kunnen sollicitatieprocedure zorgt werven ervoor dat het een tijd duurt • Het ontslagrecht versoepelen voordat je in de nieuwe baan waardoor het mogelijk is mensen kan beginnen eenvoudiger te ontslaan. Hierdoor kunnen bedrijven hun sollicitatieprocedures inkorten omdat het bedrijf niet direct vastzit aan een werknemer, maar hem kan uitproberen

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Seizoenswerkloosheid Tijdelijke werkloosheid omdat er tijdens bepaalde seizoenen in een

Soort werkloosheid Oorzaak Oplossingen Seizoenswerkloosheid Tijdelijke werkloosheid omdat er tijdens bepaalde seizoenen in een sector geen of minder werk is. Voorbeelden • Weinig werk in de toerisme -industrie in de winter • Pretparken zijn in de winter gesloten • De bouw ligt in de winter vaak stil • Boerenbedrijven hebben in de winter amper werk Er zijn maar weinig maatregelen die seizoenswerkloosheid kunnen uitbannen of verminderen. Een voorbeeld is de winterschilder. Huur je in de winter een schilder dan krijg je subsidie op zijn uurloon. De maatregelen komen neer op het creëren van werk in de stille seizoenen Ω paragraaf 16. 4

16. 5 GESPANNEN/KRAPPE ARBEIDSMARKT

16. 5 GESPANNEN/KRAPPE ARBEIDSMARKT

Krappe arbeidsmarkt ■ Er is sprake van een krappe of gespannen arbeidsmarkt wanneer de

Krappe arbeidsmarkt ■ Er is sprake van een krappe of gespannen arbeidsmarkt wanneer de vraag naar arbeid van werkgevers groter is dan het beschikbare aanbod van arbeidskrachten: er is dus een tekort aan arbeidskrachten ■ Gevolgen – Toenemende loonstijgingen: personeel wordt gelokt met hogere lonen – Daling van de winsten door de hogere loonkosten – Toenemende inflatie: de consumentenprijzen stijgen vanwege de hogere lonen – Loon-prijsspiraal: hogere lonen – hogere prijzen – hogere lonen enzovoort – Verslechtering van de internationale concurrentiepositie – Snelle procesinnovatie: arbeid wordt sneller vervangen door machines

Oorzaken en bestrijding van spanningen op de arbeidsmarkt ■ Oorzaken – Daling van de

Oorzaken en bestrijding van spanningen op de arbeidsmarkt ■ Oorzaken – Daling van de omvang van de beroepsbevolking: vergrijzing en ontgroening ■ Daling kan zich ook voordoen in bepaalde (impopulaire) sectoren – Toename van de vraag naar arbeidskrachten: aantrekkende economie – Verschillen in scholing en vaardigheden tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ■ Bestrijding kan door beleidsmaatregelen – Toename van het arbeidsaanbod: langere werkweek, belastingvoordelen – Toename van de arbeidsproductiviteit: innovatiesubsidies, verbeteren onderwijs – Betere afstemming van de kwaliteit van arbeid: om-her-bijscholing, inburgeringscursus