GROEP 3 BEGRIJPEND LUISTEREN BEGRIJPEND LEZEN Welke vaardigheden
GROEP 3 BEGRIJPEND LUISTEREN BEGRIJPEND LEZEN Welke vaardigheden heeft een kind nodig? Wat doen wij op school? Wat kunt u thuis doen om deze vaardigheden te stimuleren?
Luisteren, lezen en begrijpen wat je hoort en leest. Dit zijn onmisbare vaardigheden om mee te kunnen nemen in de maatschappij. Voor volwassenen is het begrijpend lezen vanzelfsprekend, voor de kinderen niet.
• De pikkel en de wob. Een wob mufte zijn frinse fruin. Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wob. “Groes mijn bale fruin”, loeg de wob biest. “Mien fruin is frins”. “Proest bedaaan”, makkelde de pikkel. “Mart jij benedel geen lijpjes? ” “Ik mart geen rotse pikkels”, slukte de wob biester. Vragen (met hele zinnen beantwoorden): 1. Wat mufte de wob? 2. Hoe beunde de pikkel in de fruin van de wob? 3. Wat is de fruin? 4. Wat makkelde de pikkel?
Begrijpend luisteren De kinderen zijn in groep 1, 2 en 3 al veel bezig met begrijpend luisteren. De drie manieren van voorlezen zijn: -’hardop denkend’ lezen • De leerkracht/ouder is het model (modeling) en doet hardop voor hoe je bepaalde strategieën toepast om de tekst nog beter te begrijpen. - ‘gewoon’ voorlezen - interactief voorlezen *Je bent samen bezig met het verhaal door erover te praten, het verhaal na te spelen of een tekening te maken. *voorspellen, samenvatten, visualiseren, vragen stellen, moeilijke woorden uitleggen, verbinden enz. )
voorspellen De kinderen denken na over een bepaald onderwerp. De hersenen worden geactiveerd en zullen de tekst beter begrijpen. visualiseren De kinderen kunnen tijdens het lezen een plaatje maken bij een woord, een zin of een tekst. Dit plaatje kan veranderen nadat de kinderen nieuwe informatie krijgen.
Wie wat waar vragen? Samenvatten
Lezen in groep 3 • Technisch lezen AVI • Technisch lezen DMT • Technisch lezen Veilig leren lezen • Begrijpend lezen: Veilig leren lezen (leesboeken, werkschrift) • Begrijpend lezen: Gelling • Lezen in het bibliotheekboek • Voorlezen van prentenboeken
Technisch lezen! • Woordrijtjes vlot lezen! * Samen lezen, om de beurt, steeds meer!
Voorwaarden begrijpend lezen • Technisch leesniveau moet voldoende zijn! • Woordenschat (tips!) • Kennis van de wereld (Jeugdjournaal, Klokhuis) • Kennis van taal • Motivatie
Begrijpend lezen: veilig leren lezen • Hardop denkend modelt de leerkracht hoe leerlingen met de teksten omgaan. Verschillende strategieën worden toegelicht. (voorspellen, terugzoeken in de tekst) • In de werkboekjes leren de kinderen om deze kennis toe te passen met oefeningen op woord-, zins, en tekstniveau. • Het aanbieden van verwijs- en signaalwoorden zoals want , dat , die. Hierdoor leren ze verbanden te leggen tussen de zinnen in de tekst. • Bij het lezen van het leesboekje wordt de nadruk gelegd op verhaalanalyse (wie wat waar- vragen en probleem-hoe oplossen ), het gebruik maken van voorkennis , oorzaak-gevolg enz.
Gelling M 3 • Lees de tekst alleen maar ook samen. Klassikaal, in tweetallen en met groep 8. • Visualiseren (tekening op het bord of het naspelen) • Voorspellen hoe het verder kan gaan? • Woorden en zinnen verduidelijken • Vragen stellen tijdens het lezen • Beantwoord met elkaar de vragen • Waar kan je het antwoord terug vinden (terug lezen) • Samenvatten *Alleen vragen over de tekst
Gelling Eind 3 • Leesstrategieën zie Midden 3 *Voorspellen naar aanleiding van de titel van het verhaal. *Het gebruik van hoofdletters en langere woorden. De langere woorden staan de zijkant van de tekst aangegeven met verdeel-strepen als de kinderen hier moeite mee hebben *Drie verschillende soorten vraagstellingen • -Verhalen met vragen over de tekst • -Verhalen met meerkeuzevragen: welk antwoord past het best • -Verhalen bestaand uit 4 zinnen: wat is de eerste zin of de laatste zin.
Wat kunt u thuis doen? • Leg de lat niet te hoog • Reken- en taaltassen, bibliotheek! • Boeken lenen in de bibliotheek. Denk ook aan informatieve boeken! (algemene kennis) • Bezig zijn met lezen moet plezierig zijn. • Veel voorlezen uit prentenboeken en hetzelfde boek vaker voorlezen. ( hardop denkend, interactief voorlezen en ‘gewoon’voorlezen). • Verbanden en relaties kunnen leggen. Het oorzaak-gevolg benoemen, vooral in het dagelijkse leven. • Sluit aan bij de belevingswereld, leeftijd en het niveau van uw kind • Zorg voor een ontspannen sfeer. Geef complimenten en wees positief over het lezen.
- Slides: 17