Groen en welbevinden Hoe kan het groen in
Groen en welbevinden Hoe kan het groen in de directe woonomgeving bijdragen aan het welbevinden van verschillende bewoners? Sjerp de Vries, september 2018
Overzicht § Het bredere kader: ecosysteemdiensten § Relatie groen (in woonomgeving) – gezondheid § Mechanismen achter de relatie groen - gezondheid § Inzoomen op/uitwerken voor kinderen en jongeren 2
Ecosysteemdiensten (Liekens et al. , 2013) § Definities: ● Ecosysteem = het geheel van biotische (levende) en abiotische (niet-levende) elementen die het samenleven van levende organismen in een bepaald gebied kenmerken. ● Ecosysteemdiensten = de goederen en diensten geleverd door een ecosysteem die bijdragen tot voordelen (baten) voor de mens (MEA, Reid 2006). 3
Cascade model (Potschin & Haines-Young (2016) 4
Confluence model (Hegetschweiler et al. , 2017) 5
Ecosysteemdiensten (Bron: PBL, 2010) 6
Relatie groen - gezondheid § Voorbeeld 1: groen en zelfgerapporteerde gezondheid § Hoe lager het percentage groen in de woonomgeving, hoe meer mensen hun gezondheid als vrij laag beoordelen. ● 10% vs. 90% groen: 1, 5 maal zoveel ‘ongezonde’ mensen 7
Relatie groen - gezondheid § Voorbeeld 2: groen en het vóórkomen van ziektes ● 24 ziekteclusters onderscheiden, van cardiovasculair en luchtwegaandoeningen tot mentale gezondheid § Bij 15 van de 24 ziekteclusters gaat meer groen gepaard met lager vóórkomen (prevalentie). ● Relatie het sterkst voor angststoornissen en depressies 8
Relatie groen - gezondheid § Voorbeeld 3: groen en levensverwachting Een hoger percentage groen in de woonomgeving gaat gepaard met een (iets) hogere levensverwachting 9
MAAR: associatie is nog geen causatie § Mogelijk niet-oorzakelijke redenen verband groen in woonomgeving en gezondheid ● Samenstelling lokale bevolking anders ● In termen van gezondheid ● In termen van gezonde leefstijl ● Groenarme woonomgeving veelal ook stressvoller ● Hogere bevolkingsdichtheid ● Conflicteren leefstijlen ● Slechtere milieucondities (luchtkwaliteit, lawaai) 10
Associatie is nog geen causatie (2) § Niet oorzakelijk Gemeenschap pelijke factor X Groen Gezondheid associatie § Wel oorzakelijk Groen Gezondheid 11
Mechanismen achter de relatie groen gezondheid § Belangrijk omdat alleen als er sprake is van een positief oorzakelijk verband vergroenen ook gezondheidsverbetering zal leiden § Belangrijk omdat het mechanisme inzicht kan geven in hoe het groen het beste vormgegeven kan worden om een gezondheidsbevorderende effect te bereiken 12
Mechanismen: Hartig et al. (2014) 13
Intermezzo: over mediëren en modereren § Vier paden van Hartig et al. betreffen mediatoren: een tussenliggende schakel in het causale proces § Moderatoren: factoren die een relatie beïnvloeden ● Tussen groen en mediator ● Of tussen mediator en gezondheid § Mogelijke moderator: type persoon ● Niet elk groen werkt voor iedereen hetzelfde 14
Mediatie en moderatie (2) § Mediatie Groen Mediator Gezondheid § Moderatie Groen Gezondheid Moderator 15
Waarom is causatie vaststellen zo lastig? § Meeste onderzoek is dwarsdoorsnedeonderzoek ● Cross-sectioneel ● Alles gemeten op hetzelfde tijdstip § Gezondheid wordt door veel factoren beïnvloedt ● Die ook nog met elkaar kunnen interacteren ● (en groen in de woonomgeving is niet de belangrijkste) § Effecten kunnen soms pas op langere termijn optreden 16
Verhuizing naar groenere of minder groene woonomgeving (Alcock et al. , 2014) § Naar groenere omgeving: in ieder geval tot 3 jaar na verhuizing betere mentale gezondheid gemeten ● Naar minder groene omgeving: geen verslechtering 17
Onderzoek bij eeneiige tweelingen (Cohen. Cline et al. , 2015) § Een groenere woonomgeving gaat gepaard met minder depressie 18
Generiek model: Markevych et al. (2017) 19
Generiek model 2: Environment for Health Impact Assessment (E 4 HIA); de Vries (in prep. ) 20
Relatieve belang van mechanismen § Uitgangspunt: de optimale vormgeving van de lokale groenstructuur kan verschil van mechanisme tot mechanisme § Vraag: via welk mechanisme heeft groen dan een relatief grote positieve invloed op de gezondheid? 21
Groen in het straatbeeld (de Vries et al. , 2013) § Hoeveelheid groen beoordeeld op een 5 -puntsschaal § Kwaliteit van het groen beoordeeld op: ● Variatie in het groen ● Onderhoud ● Overzichtelijkheid ● Zwerfvuil/rommel ● Algehele indruk
Vervolg de Vries et al. (2013): straatgroen en zelfgerapporteerde gezondheid § Relatie gevonden tussen de hoeveelheid groen in het straatbeeld en de zelfgerapporteerde gezondheid ● Percentage van die associatie verklaard per mediator 25 Stress 20 Social cohesie 15 Groene lich. act. 10 5 0
James et al. (2016): groenheid woonomgeving en sterfte § Resultaat 1: 12% lager sterfteniveau onder mensen die qua groenheid woonomgeving tot de bovenste 20% behoren dan onder mensen die qua groenheid tot de onderste 20% behoren § Resultaat 2: percentage van die associatie verklaard per mediator Depressie Sociale participatie Lichamelijke activiteit Luchtkwaliteit (PM 2, 5) 35 30 25 20 15 10 5 0 24
Implicaties van mechanismen § Hoe moet het groen eruit zien om zo gezondheidsbevorderend mogelijk te zijn? § Antwoord: afhankelijk van mechanisme ● Ieder mechanisme heeft z’n eigen eisen en randvoorwaarden waaronder het optimaal functioneert § En dit kan ook nog verschillen per type gewenst gezondheidseffect en doelgroep 25
Kwaliteit van het groen § Wat is kwaliteit? ● Is een hoge mate van biodiversiteit rustgevend? Bron: https: //www. youtube. com/watch? v=t. Un 8 BFUEce. M 26
Kwaliteit? Geschiktheid! § Geschiktheid voor bepaalde functie ● Eventueel: specifiek voor een bepaalde groep § Functie: afhankelijk van mechanisme ● Waarin moet het groen voorzien? Bijv. : ● Goede plek om voor actieve recreatievormen ● Goede plek om buurtgenoten te ontmoeten ● Goede plek om tot rust te komen 27
http: //playagainfilm. com/gallery/trailers/
Stimuleren lichamelijke activiteit: theorie § Bewezen uitgangspunt: bewegen is goed voor de gezondheid, lichamelijk en geestelijk § Groen kan actief transport stimuleren ● Door aantrekkelijke route vaker te voet of per fiets naar bestemming in plaats van per auto, motor, brommer, scooter etc. § Groen kan actieve vrijetijdsbesteding stimuleren ● Door ruimte te bieden voor recreatie, sport en spel ● Door buitenruimte aantrekkelijker te maken
Stimuleren lichamelijke activiteit: buiten spelen (De Vries et al. , 2008) § In groene buurten spelen kinderen iets meer tijd buiten ● 10%, oftewel 80 minuten per week bij een gemiddelde van 12 uur § In groene buurten zijn ouders iets vaker tevreden over de aanwezigheid en veiligheid van speelmogelijkheden Groenarm Groenrijk 100 95 90 85 80 75 Aanwezig Veilig § De oordelen van ouders zijn sterker gerelateerd aan de buitenspeeltijd van de kinderen dan de groennorm ● Voldoende en veilig: 100% meer tijd
Stimuleren lichamelijke activiteit: buiten spelen (3) § Niet alleen openbaar groen van belang voor buiten spelen aangepaste groenindicator ● Plattelandsbuurten altijd ‘groen’ § Bij aangepaste indicator wordt in groene buurten 15% meer tijd buiten gespeeld dan in niet-groene buurten (i. p. v. 10%) ● Sluit ook beter aan bij oordelen ouders over speelaanbod § Meer tijd buiten spelen gaat gepaard met lagere kans op overgewicht, maar alleen voor jongens! ● 1 uur meer per dag ca. 25% lagere kans
Buiten spelen: het hoeft niet ingewikkeld te zijn
Stimuleren lichamelijke activiteit: conclusies § Groen en actief transport ● In Nederland nog weinig bewijs voor: wandel- en fietsmogelijkheden overal goed; mooiheid route minder belangrijk § Groen en actieve recreatie ● Groengebieden zijn populair als wandelgebied, maar. . . ● Ook zonder groengebied in de buurt gaat men wel wandelen § Groene wijken zijn vaak ruim opgezette woonwijken: ● minder winkels en andere bestemmingen dichtbij en meer parkeerruimte voor auto’s nodigt uit tot autogebruik § Lichamelijke activiteit lijkt geen belangrijk mechanisme ● Uitzondering: jonge kinderen, vanwege buiten spelen
Faciliteren sociale samenhang in de buurt: theorie § Uitgangspunt: sociale samenhang bevordert de gezondheid § Groen in de woonomgeving draagt eraan bij dat buurtbewoners elkaar vaker tegenkomen (in het groen) ● Omdat men de buitenruimte aantrekkelijker vindt, gaat men vaker naar buiten ● Mensen komen elkaar tegen in een positieve, ongedwongen sfeer en herkennen elkaar als buurtgenoten (‘meet & greet’) ● Sociale samenhang leidt ook tot meer informele controle en (gevoelens van) sociale veiligheid
Faciliteren sociale samenhang: Kuo et al (1998) § Sociale woningbouw in Chicago: Robert Taylor Homes ● Identieke flats met oorspronkelijk allemaal wat groen erom ● Bij een deel van de flats is het groen verdwenen ● Toewijzing aan appartementen gebeurt centraal vanuit het stadhuis (willekeurig t. a. v. groen)
Faciliteren sociale samenhang: Kuo et al (1998) § Bewoners met groenere gemeenschappelijke buitenruimte gebruikten de buitenruimte meer dan bewoners met een minder groene buitenruimte § Gebruik van de buitenruimte hing positief samen met de sociale band met medebewoners § Groenheid buitenruimte en gebruik ervan hingen ook samen met gevoelens van veiligheid § Vervolgonderzoek (Kuo & Sullivan, 2001 a&b) liet zien dat ● mensen met een groenere buitenruimte ook minder agressie en geweld rapporteerden. ● bij groenere flatomgevingen ook minder criminaliteit voorkwam volgens de politierapporten.
Faciliteren sociale samenhang: conclusies § Nog relatief weinig onderzocht, maar het lijkt aannemelijk dat het mechanisme werkzaam is § Welk groen: straatbeeld ● straat aantrekkelijker maken om doorheen te wandelen (voor je plezier) § Welk groen: groengebieden: ● Voor ontmoeten buurtgenoten: klein verzorgingsgebied liever meerdere buurtparkjes dan één groot park ● Vooral stationaire of ‘langzame’ activiteiten (bankjes, speelveldjes, ligweides, picknickplaatsen) ● Positieve contacten conflicterende gebruiksmogelijkheden vermijden (het kan ook te multifunctioneel zijn)
Faciliteren sociale samenhang
Interventiestudie: Groene herinrichting schoolpleinen (De Vries et al. 2013) § In het kader van de wijkenaanpak 12 schoolpleinen in Rotterdamse aandachtswijken groen heringericht § Onderzoek gedaan bij 4 van deze scholen, plus 1 controleschool (zonder herinrichting): treden verwachte positieve effecten ook op? § Opzet onderzoek: ● Voormeting in najaar 2010 ● Eerste nameting in voorjaar 2012 ● Tweede nameting in voorjaar 2013 § Wijze van meten: ● Gesloten vragenlijst, individueel afgenomen bij het kind ● Ongeveer 300 kinderen bevraagd per meetmoment
Oude (links) en nieuwe (rechts) schoolplein: Hildegardisschool
Oude (links) en nieuwe (rechts) schoolplein: Nicolaasschool
Nicolaasschool: meer foto’s nieuwe plein (2013)
Beoordeling plein door kinderen 5 4 3. 5 3 2. 5 Voor 2 Na 1. 5 Co es ia Th er as la ic o N ar eg ild H nt ro l es ch o di ol s 1
Beoordeling sociale klimaat op het plein 4 3. 5 3 2. 5 Voor 2 Na 1. 5 Co es ia Th er as la ic o N ar eg ild H nt ro l es ch o di ol s 1
Problemen hebben (welzijn: lagere score is beter!) 2. 6 2. 4 2. 2 2 1. 8 1. 6 Voor 1. 4 Na 2 1. 2 Co es ia Th er as la ic o N ar eg ild H nt ro l es ch o di ol s 1
Waarom leidt niet elke groene herinrichting tot een aantrekkelijker plein? Case Theresiaschool Eerste nameting kwam te vroeg?
Case Theresiaschool (2) § De boom die in 2012 was geplant (linkerfoto) is nu verdwenen
Case Theresiaschool (3)
Conclusies groene schoolpleinen § Een groene herinrichting (met tegelijkertijd een groter en gevarieerder plein als resultaat) kán eraan bijdragen dat er minder gepest wordt op het plein. § Mede hierdoor kan zo’n herinrichting op termijn zelfs het algehele welzijn van de kinderen vergroten. § Voorwaarde lijkt wel dat de herinrichting dan ook in de ogen van de kinderen tot een aantrekkelijk(er) plein leidt: ● Het plein moet bestand zijn tegen de speeldruk (zonder te veel beperkende maatregelen) ● Populaire ‘oude’ spelactiviteiten moeten nog steeds goed mogelijk zijn ● Gecreëerde verwachtingen moeten worden waargemaakt
Reduceren of voorkomen van stress: theorie § Bewezen uitgangspunt: chronische stress is ongezond § Twee theorieën rondom contact met natuur en stress ● Evolutionair: savanne-achtige natuur is onze natuurlijke habitat; daar voelen we ons nog steeds thuis. De voorliefde voor natuur zit in onze genen. (SRT-Ulrich/Biophilia-Wilson) ● Cognitief: een groene omgeving is een omgeving die geen aandacht opeist of zelfdiscipline vereist; daarom kun je hier goed herstellen van stress of aandachtsmoeheid (ART-Kaplans) § NB: de theorieën zijn niet noodzakelijkerwijs strijdig
Reduceren (chronische) stress: Ulrich (1984) § 3 Uitzicht muur Gezondheidskenmerk Uitzicht bomen Herstel na galblaasoperatie: 2. 5 ligduur, gebruik pijnstillers, aantekeningen verplegend 2 personeel § Omgevingskenmerk Uitzicht vanuit ziekenhuiskamer: blinde muur vs. bomen § 1 Resultaten Op alle drie kenmerken positiever bij bomen in zicht 1. 5 0. 5 Dosis sterke pijnstiller 0 Dag 0 -1 Dag 2 -5 Dag 6 -7
Stress: groen en gebruik ADHD-medicatie § De Vries et al. (2015): relatie groen binnen 250 meter en prevalentie gebruik ADHDmedicatie door kinderen ● data Achmea § Interactie WOZ-waarde woningen en hoeveelheid groen ● in armste buurten bij 45% i. p. v. 25% groen ruim 10% lagere prevalentie 52
Jongeren en emotionele zelfregulatie § Publieksonderzoek onder jongeren door Motivaction ● In opdracht van Stichting w. Aarde § Driekwart (73%) van de jongeren geeft aan dat zij het afgelopen jaar wel eens teveel stress hebben ervaren. Voor een derde (33%) van de jongeren was dit zelfs (redelijk tot heel) vaak. § Om gevoelens van stress te verminderen, praten jongeren vooral met anderen (37%) of maken/luisteren muziek (39%). § • Bijna een vijfde (18%) gaat de natuur in en 14% gaat naar buiten om te sporten om stress te verminderen (samen 28%). 53
Jongeren en emotionele zelfregulatie (2) § Een grote meerderheid (79%) van de jongeren kiest er wel eens bewust voor om tijd in de natuur door te brengen (minimaal 1 keer per jaar). § De frisse lucht en de mooie omgeving zijn voor jongeren die er wel eens bewust voor kiezen om tijd in de natuur door te brengen de meest genoemde redenen (respectievelijk 90% en 89%). ● Bijna twee derde (63%) geeft aan dat zij tijd in de natuur doorbrengen (mede) omdat het hun stress vermindert. § Een meerderheid van de jongeren geeft aan dat zij na een natuurbezoek weer een frisse blik hebben (61%), er weer tegenaan kunnen (60%) en minder stress ervaren (54%). Een kwart (24%) geeft aan dat dit geen effect heeft op hun gevoel. 54
Ontwerpatelier met/voor buurtjongeren: Fit-Rust-Plek § Bron: https: //www. youtube. com/watch? v=x. SS-zj. P 0 s_0 55
Reduceren van chronische stress: conclusies § Soort groen: nog niet echt duidelijk ● Wellicht ‘doodgewone’ natuur even goed als hoogwaardige natuur (ecologisch dan wel esthetisch) § Functionaliteit groen: niet alleen recreatief groen van belang § § Al het groen waarmee men wanneer dan ook in contact komt? Zelfs een afbeelding van natuur werkt al (maar hoe sterk? ) § Ruimtelijke structuur: nog niet echt duidelijk ● Maximaliseren van contact met natuur (‘groen in beeld’), of ● Bieden van ‘groene oases van rust’ (wanneer nodig) § Randvoorwaarde: veiligheid, sociaal & fysiek
Belangrijkste conclusies § Groenheid woonomgeving en gezondheid zijn gerelateerd, maar onduidelijk is in welke mate het daarbij om een oorzakelijk verband gaat (en hoe groot het effect is) § Er zijn meerdere (oorzakelijke) mechanismen, waarbij stressreductie en bevorderen sociale samenhang op dit moment belangrijker lijken dan verbeteren luchtkwaliteit en stimuleren lichamelijke activiteit (m. u. v. kinderen) § Hoe het groen eruit moet zien om een optimale gezondheidsbevorderende werking te hebben, is afhankelijk van het mechanisme ● Veiligheid is voor gebruiksfuncties een belangrijke randvoorwaarde, maar kan per doelgroep andere eisen stellen 57
- Slides: 57