Geslachtsorganen en hormonen Hfdst 4 Mannelijke geslachtsorganen Teelballen
Geslachtsorganen en – hormonen Hfdst 4
Mannelijke geslachtsorganen
Teelballen • Productie van zaadcellen • Productie van geslachtshormonen – Ontwikkeling geslachtsapparaat(primaire geslachts-kenmerken) – Ontstaan secundaire geslachtskenmerken • • • Lichaamsbouw Spierkracht Zwaardere hoorns Ander geluid, gedrag Berengeur Deklust
Balzak, bijbal, zaadleiders • Balzak – Houdt temperatuur teelballen op peil, anders kwaliteit zaad achteruit • Bijbal – Opslag zaadcellen – Rijping zaadcellen • Zaadleiders – Voor transport zaadcellen – Monden uit in urinebuis
Overige organen • Ampullen, zaadblaasjes, Cowperse klieren en voorstanderklier – Productie van spermavocht met voedingstoffen • Vocht vermengt zich met zaadcellen. • Urinebuis – (Gescheiden) transport van urine en sperma • Penis – Zwellichaam (sponsachtig weefsel) – Koker (huiduitstulping) – Terugtrekspier en S-vormige lus
Vrouwelijke geslachtsorganen
Kling, schede en baarmoederhals • Kling = vulva • Schede = vagina – Voorhof en eigenlijke schede, gescheiden door maagdenvlies • Baarmoederhals = cervix – Bij drachtig dier slijmprop(beschermt de vrucht) – Bij geboorte verstrijkt het kanaal
Baarmoeder = uterus • Buis- 2 baarmoederhoorns-uitmondend in eileiders • Bekleed met slijmvlies – Gele vlekken rozetten moederkoek • Omringd door dwars- en lengtespieren maken baarmoeder korter en nauwer: weeën.
Diverse dieren
Eierstokken
• Lees de tekst tot 4. 3 • Maak de vragen tot en met vraag 15 • Vraag 1 a niet maken
Opdracht in 2 -tallen • Zoek 6 geslachtshormonen op dit voorkomen in de veehouderij. • Geef per geslachtshormoon aan: – Waar dit hormoon aangemaakt wordt in het lichaam – Wat is de functie van het hormoon/ waarvoor is het hormoon nodig • https: //www. npo. nl/de-buitendienst/0403 -2017/VPWON_1265247
Geslachtelijke voortplanting • Nodig; - Mannelijke (geslachtsorgaan met) geslachtscellen = spermacel - Vrouwelijke (geslachtsorgaan in oestrus moment/ovulatie/eisprong met) geslachtscellen = eicel Geïnduceerde ovulatie • Ovulatie vlak na dekking • Prikkeling vaginawand • Katachtigen/nerts/mink/fret/konijn/kameel 15
Wijze van voortplanting • Indeling op basis van wijze van bevruchting en ontwikkeling embryo Bevruchting Samensmelten kern eicel met kern spermacel tot bevruchte eicel Dit kan inwendig of uitwendig bij ♀ plaatsvinden Ontwikkeling embryo Bevruchte eicel zygote embryo foetus jong dier Dit kan inwendig of uitwendig bij ♀ plaatsvinden 16
17
Wijze van inseminatie • Inseminatie sperma in ♀ dier brengen Twee manieren 1. Natuurlijke inseminatie (=dekking) 2. Kunstmatige inseminatie (K. I. ) 18
Maak een lijstje met 5 redenen waarom je zou kiezen voor kunstmatige inseminatie en natuurlijke dekking. 19
Inseminatie 1. Natuurlijke inseminatie = inwendige bevruchting - zoogdieren: penis - vogels: cloaca of penis (watervogels) - reptielen: penis of hemipenis - vissen: gonopodium 20
Inseminatie-organen 1. Penis 21
Inseminatie-organen 2. Cloaca Opening in het lichaam Hierdoor wordt ontlasting, urine en genitale afscheidingen aan de omgeving afgegeven Genitale afscheidingen eieren en sperma 22
Inseminatie-organen 3. Hemipenis (hemi = half) 1 penis aan de basis, splitst in tweeën 23
Inseminatie-organen 4. Gonopodium speciale vin bij vissen voor inwendige bevruchting 24
Inseminatie 2. Kunstmatige inseminatie Opzettelijke sperma in vagina of baarmoeder brengen zonder geslachtsgemeenschap 25
Kunstmatige inseminatie - Sperma moet van mannelijk dier afgenomen worden (gevangen worden) 26
Kunstmatige inseminatie - Sperma moet verwerkt worden - Sperma wordt via inseminatiepipet of via pistolet in dier gebracht - Sperma kan verdund worden - Bewaren mogelijk; Ø koelen in koelkast 7 °C (24 uur) = gekoeld sperma Ø invriezen in stikstofcontainer -196 °C (jaren) = diepvriessperma 27
Voordelen kunstmatige inseminatie 1. Kans op Soa’s wordt minder 2. Meer bevruchtingen uit 1 ejaculaat (sprong) mogelijk 3. Grotere afzet sperma 4. Toename beschikbaarheid van sperma 5. Na dood dier diepvriessperma (tijdelijk) nog beschikbaar 6. Minder kans op beschadiging ♀/♂ dier 7. Door constante ejaculatie betere spermakwaliteit 28
Nadelen kunstmatige inseminatie 1. Insluip ongewenste eigenschappen door veelvuldig gebruik van gewilde vaderdieren (elk dier draagt gewenste en ongewenste eigenschappen) 2. Versmalling van de genetische variatie / genenpool(vooral bij rassen) 3. Arbeidsintensief 4. Duurder dan natuurlijke inseminatie 5. Bij slechtere spermakwaliteit toch bevruchting mogelijk door concentreren d. m. v. centrifugeren, deze erfelijke eigenschap wordt doorgegeven 29
Kunstmatige inseminatie koe • Animatie • Jan rijdt rond KI Samen 30
Paring • Paring moet leiden tot bevruchting • Hierbij zijn twee zaken belangrijk: 1. De plaats waar de paring plaatsvindt leeftijd dier 2. Het moment van paring oestrisch moment bronstcyclus 31
Leeftijd ♀ dier • Geslachtsrijp Dier kan zichzelf reproduceren maar hoeft niet volgroeid te zijn! • Fokrijp Dier kan zichzelf reproduceren en is volgroeid • Fokken met niet-fokrijpe dieren - Kan leiden tot (blijvende ) afwijkingen bij ♀dier 32
Geslachtsrijp versus fokrijp • Op welke leeftijd is het dier voor het eerst tochtig, berig, rits…? • Op welke leeftijd is een dier volgroeid? 33
Stadia bronstcyclus en ovariële cyclus (poly-oestrische soorten) • bronstcylus 1. pro-oestrus 2. oestrus 3. met-oetrus 4. di-oestrus ovariumsituatie follikelrijping ovulatie vorming c. l. regressie c. l. 34
Hormoon • Boodschapperstof • Productie in hormoonklier • Afvoer aan en transport via het bloed • Doelwitorgaan is gevoelig voor een bepaald hormoon Voorbeeld Oxytocine (hypofyse) doelwit orgaan is baarmoeder en melkklier (boodschap is samentrekken) 35
Werking klieren en hormoonklier • Welke afbeelding stelt wat voor? ? 36
Geslachtshormonen • Hormoonklier geslachtshormoon hypofyse ♂ en ♀ hormoon) testikel ♂ eierstok ♀ eierstok/ c. l. ♀ placenta ♀ embryo♀ hormoon hypofyse ♀ FSH (follikelstimulerend LH (luteiniserend testosteron oestrogenen progesteron chorion gonadotroop oxytocine prolactine 37
Geslachtshormonen in beeld • Welke geslachtshormonen in onderstaande afbeelding hebben welk doelwit orgaan? 38
Hormonale regeling • Bij de man vanaf het moment van geslachtsrijpheid • Bij de vrouw vanaf het moment van geslachtsrijpheid Verschillende situaties; 1. tot en met de ovulatie 2. na de ovulatie zonder bevruchting 3. na de ovulatie met bevruchting (dracht) 4. tijdens de lactatie 39
Hormonale regeling lactatie werking oxytocine 40
Hormonale regeling overzicht vrouw en man 41
Testosteron • Productie in ballen • regelt de werking van de mannelijke geslachtsorganen • brengt de mannelijke secundaire geslachtskenmerken tot ontwikkeling • stimuleert de geslachtsdrift en • bevordert volumetoename van de skeletspieren
Maken • Vragen 1 t/m 29
- Slides: 44