GESCHIEDENIS Alle informatie uit H 2 TIJDVAK 8
- Slides: 34
GESCHIEDENIS Alle informatie uit H 2
TIJDVAK 8 • Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. • Periode: Moderne tijd • Samenleving: Industriële samenleving • Jaartelling: 1800 -1900 / 19 e eeuw • Kenmerken: Industriële revolutie/imperialisme/democratisering
AAN HET EINDE VAN DEZE LES LEERDOELEN H 2 INTRO • Kun je uitleggen waarom Nederland pas laat industrialiseerde. • Ken je het begrip industriële revolutie. • Kun je uitleggen welke veranderingen er plaats vonden na de val van Napoleon Bonaparte.
WAAROM VERANDERDE DE (EUROPESE) LANDKAART? • Oorzaak: De veroveringen van Napoleon hadden voor een verscheurd Europa gezorgd. De balans moest worden hersteld. • Het koloniale overwicht van imperialisten Engeland en Frankrijk moest worden gecompenseerd door nog 3 andere grote landen in hun buurt te creëren.
VERANDERINGEN OP DE KAART 1813: Napoleon verslagen, terugkeer zoon Willem V. Hij wordt koning Willem I 1815: Nederland en België vormen samen een koninkrijk, België was hier niet blij mee. Willem I moet zich aan de wet houden maar doet dit niet. 1830: België komt in opstand en sticht een eigen koninkrijk.
HET VERENIGD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN ONDER WILLEM I
AANTEKENING: 2. 1 • Niet overal tegelijk een industriële opleving; in Nederland pas rond 1900 overal fabrieken te vinden. • In veel landen ging de industriële revolutie gepaard met een politieke verandering: democratisering die was ingezet eind 18 e eeuw. In veel landen ontstond een parlementaire democratie. • Eind 19 e eeuw spreken we van een kapitalistische samenleving: het draait om het hebben van en groter maken van kapitaal. De meeste mensen werken in de dienstensector, onder slechte omstandigheden,
2. 1 DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE • De Engelsen waren voorloper van alles na de democratische revoluties eind 18 e eeuw. • Waarom juist daar? Geen oorlog verloren of begonnen, als een van de eersten een democratisch stelsel (parlement) en gunstige positie op de zee. Engeland was oppermachtig op de zee. • In Engeland wordt de stoommachine al in de 18 e eeuw door Thomas Watt uitgevonden.
HERHALING LEG UIT WAAROM HET ONTSTAAN VAN FABRIEKEN SAMENGING MET EEN ACHTERUITGANG IN LEVENSKWALITEIT
AANTEKENING 2. 2: DE KONING BUIGT • Willem I had teveel vijanden gemaakt door zijn dure en onzinnige oorlog tegen de Belgen. Hij moest plaatsmaken voor Willem 2. • In 1848 buigt hij voor de druk van de liberalen: zij willen dat de koning minder macht heeft en het volk meer. Ze roepen op tot een nieuwe grondwet. • Ook in andere Europese landen komt het tot een nieuwe revolutie. Nederland blijft een echte opstand bespaard omdat Willem 2 instemt met de grondwet.
AANTEKENING 2. 2: STAATSHOOFD EN REGERINGSLEIDER • Staatshoofd: Hoogste persoon in een land, maar niet altijd degene met de meeste macht. Zoals een koning in een constitutionele monarchie, Willem Alexander. • Regeringsleider: Aanvoerder van de regering, tot 1848 was dit ook het staatshoofd. Deze persoon heeft meer macht dan het staatshoofd. Nu noemen we zo iemand de ministerpresident, Mark Rutte.
LEERDOELEN 2. 2 • Kun je uitleggen wat er met de grondwet van 1848 veranderde in Nederland. • Kun je uitleggen waar het liberalisme voor staat.
: REVOLUTIEJAAR 1848 • Alle rijke mannen, die een bepaald bedrag aan belasting betaalden, mochten stemmen. Ze konden stemmen op volksvertegenwoordigers en die kwamen in de Tweede Kamer. • De koning was nu geen regeringsleider meer, maar enkel staatshoofd en moest zich aan de grondwet houden.
POLITIEKE STROMINGEN • In de 19 e eeuw komen de politieke stromingen verder op. Naast het liberalisme ontstaan nieuwe stromingen, die ontstaan vanuit de maatschappij en de problemen die hier in voorkomen. • Het socialisme, communisme, marxisme, sociaaldemocraten, confessionelen en het feminisme zijn de ‘nieuwe’ stromingen.
AANTEKENING: POLITIEKE STROMING LIBERALISME • Vinden dat iedereen zijn eigen lot mag en kan bepalen. De overheid moet zich niet met de levens van de burgers bemoeien. • Voor: vrijheid, een kleine overheid met zo min mogelijk regels, vrije markt waarin bedrijven kunnen concurreren. Alleen wetten en regels voor veiligheid en leger. • Tegen: te veel sociale wetten, pensioenregelingen, ‘een verzorgende staat’.
OPDRACHT • Maak met behulp van je aantekeningen en de paragraafteksten een tijdbalk met daarin de volgende elementen: • • • De Franse Tijd (zie blz. 20) Nederland onder koning Willem 1 De tijd van het Koninkrijk der Nederlanden (tot de Belgische afscheiding) Nederland onder koning Willem 2 De eerste stoomtrein in Nederland De grondwet van Thorbecke
LEERDOELEN 2. 3 • Aan het einde van deze les: Weet je wat de sociale kwestie inhield. Weet je wie Samuel van Houten was. Kun je uitleggen waarom het Kinderwetje van Van Houten in de 19 e eeuw niet direct als sociale wet werd gezien.
DE SOCIALE KWESTIE • De arbeiders moesten lange dagen maken in de fabrieken. Ze kregen weinig betaald, soms niet genoeg om van te leven. Ook vrouwen en kinderen moesten daarom gaan werken. Ze kregen niet doorbetaald bij ziekte of vakantie. Er kon niets tegen gedaan worden; dan werden ze gewoon ontslagen. • Tot 1874 bemoeide de regering zich niet met de leefomstandigheden van de arbeiders.
SOCIALE WETTEN • Door de sociale kwestie werd de roep om ingrijpen van de regering groter. • Er kwamen sociale wetten; wetten die de situatie van de arbeiders moest verbeteren.
SAMUEL VAN HOUTEN • Het Tweede Kamerlid Samuel van Houten vond dat kinderen naar school moesten kunnen. Hij maakte ‘het Kinderwetje van Van Houten in 1874’ en er kwam daarmee een verbod op kinderarbeid onder de 12 jaar. We noemen dit de eerste ‘sociale wet’. • Maar. . 1: De kinderen zorgden voor extra inkomen wat het gezin nu misliep. 2: De fabriekseigenaren moesten nu duurdere volwassenen in dienst nemen. 3: School kostte in deze tijd vaak nog een hoop geld, dat de arbeiders niet hadden. De kinderen bleven dus alsnog thuis.
KINDERWETJE VAN HOUTEN • Kun je uitleggen waarom het Kinderwetje van Van Houten in de 19 e eeuw niet direct als sociale wet werd gezien. • 1: De kinderen zorgden voor extra inkomen wat het gezin nu misliep. 2: De fabriekseigenaren moesten nu duurdere volwassenen in dienst nemen. 3: School kostte in deze tijd vaak nog een hoop geld, dat de arbeiders niet hadden. De kinderen bleven dus alsnog thuis.
2. 4 POLITIEKE PARTIJEN • In de 19 e eeuw komen de politieke stromingen verder op. Naast het liberalisme ontstaan nieuwe stromingen, die ontstaan vanuit de maatschappij en de problemen die hier in voorkomen. • Het socialisme, communisme, marxisme, sociaaldemocraten, confessionelen en het feminisme zijn de ‘nieuwe’ stromingen.
POLITIEKE STROMING LIBERALISME • Vinden dat iedereen zijn eigen lot mag en kan bepalen. De overheid moet zich niet met de levens van de burgers bemoeien. • Voor: vrijheid, een kleine overheid met zo min mogelijk regels, vrije markt waarin bedrijven kunnen concurreren. Alleen wetten en regels voor veiligheid en leger. • Tegen: te veel sociale wetten, pensioenregelingen, ‘een verzorgende staat’.
HET SOCIALISME • ‘Links’ georiënteerd. • Voor: Weinig verschil tussen arm en rijk door sociale wetten en voorzieningen van de overheid. Een klasseloze samenleving, waarin iedereen gelijk is. Algemeen kiesrecht vonden zij heel belangrijk, net als de sociale wetten. • Tegen: een ‘absente’ regering die niet ingrijpt bij sociale problemen, te hoge belastingen, veel concurrentie voor bedrijven.
DE CONFESSIONELEN • Gebaseerd op het christendom (protestants of katholiek), politiek het ‘midden’. • Voor: Gelijkheid volgens de Bijbel, eigen scholen betaald door de overheid, armenzorg door de kerk en niet door de overheid. • Tegen: Te veel vrijheid, een grote overheid ten opzichte van de kerk.
DE SOCIAALDEMOCRATEN • Afkomstig van de socialisten, maar minder streng. ‘Links’ van het midden. • Voor: Gelijke rechten, algemeen kiesrecht, sociale wetten. • Tegen: Revoluties uitroepen (door de strenge socialisten) bijzonderwijs (de staat betaald al het onderwijs, ook dat van de confessionelen. )
COMMUNISME AANTEKENING • Afsplitsing van de socialisten, veel radicaler en gewelddadiger. ‘Links’ georiënteerd. • Voor: Revoluties, klassenloze en bezitloze samenleving met een sterke en machtige overheid. Gelijkheid door strenge regels. (Denk aan China, Noord-Korea) • Tegen: Vrijheid, vrije handel, open grenzen.
FEMINISME AANTEKENING • Een aparte politieke groep, niet georganiseerd zoals de andere stromingen. Links van het midden georiënteerd. • Voor: Gelijke rechten voor alle vrouwen. Kiesrecht voor vrouwen, gelijke kansen. Zeggenschap over je eigen leven en lijf. (Denk aan abortus) • Tegen: De vaste man-vrouw verdeling.
LEERDOEL 2. 4 • - Kun je uitleggen waarom juist in de 19 e eeuw de politieke stromingen opbloeiden. • In de 19 e eeuw werden de maatschappelijke problemen groter doordat de welvaart snel steeg door de industrialisatie. Hierdoor wilden arbeiders ook iets te zeggen hebben en gingen zich dus verenigen in verschillende groepen. Hieruit ontstonden de politieke groepen en vakbonden.
DEZE LES • Aan het einde van deze les. . - Weet je wat het begrip imperialisme betekent. - Kun je uitleggen waarom er steeds meer spanningen op de wereldvrede kwamen te staan.
IMPERIALISME • Imperialisme: is het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen. • Het overnemen gebeurt niet, zoals bij kolonialisme, alleen om economische redenen. Het gaat er vooral om de eigen cultuur en politiek over te brengen of op te leggen op de overheerste bevolking. Blank is beter, is hun overtuiging. • Grootste imperialisten in de 18 e eeuw: Groot-Brittannië en Frankrijk. In Amerika juist teruglopende invloed van de Portugese en Spaanse bezetters.
SPANNINGEN VOOR DE WERELDVREDE • Groot-Brittanie en Frankrijk wilden allebei de grootste macht in Europa worden. Dit zorgde voor een slechte relatie tussen deze twee landen. . • Frankrijk kreeg ook ruzie met Duitsland over enkele grensgebieden, wat leidde tot de Frans-Duitse oorlog. Duitsland won. • Het nationaalsocialisme rukt op in de landen waar de liberalen de macht verliezen.
MAX HAVELAAR Max Havelaar is de schrijversnaam van Eduard Douwes Dekker. Zoek en schrijf op wie hij was, wat hij deed en waarom er nu een keurmerk voor producten naar hem is vernoemd. (Blz. 33)
- Uit het oog, uit het hart
- Sociale domein geschiedenis
- Alle for en
- Eins zwei drei vier alle alle turnen wir
- Gospel acclamation alleluia, alleluia
- Tijdvak 10
- Tijdvak grieken en romeinen
- Kenmerkende aspecten tijdvak 5
- Kenmerkende aspecten tijdvak 10
- Jodendom christendom
- Tijdvak 1 jagers en boeren
- Manchettechniek
- Asymmetrische informatie voorbeeld
- Wat is gis
- Risico en informatie
- Averechtse selectie
- Ce este un dialog
- Informatie
- Informatiekunde vu
- Informatie overbrengen
- Geografische informatie systemen
- Informatie ontsluiten
- Sleutel tot informatie
- Ik ben een dinosaurus en wandel door het bos
- Slokdarmsluitspier
- De lucht bestaat uit
- Botverbindingen bestaan uit
- Rad struje
- Webgeology uit
- Wanneer vond bill moggridge de eerste laptop uit
- Zadel razendsnel mijn paard tekst
- Stieros uit spanjos
- Muziek uit oude rommel
- Hukum waris barat
- Potloodstrepen verwijderen uit textiel