Gedrag De studie van gedrag Gedrag alle waarneembare

Gedrag

De studie van gedrag � Gedrag: alle waarneembare activiteiten van een dier. � Bij de meeste gedragingen reageert een dier op prikkels. � Onder invloed van deze prikkel ontstaan impulsen. � De reactie van een dier op een prikkel wordt een respons genoemd.

De studie van gedrag � Het gedrag van een dier bestaat uit handelingen (of gedragselementen). � De studie van gedrag wordt ethologie genoemd. � Een objectieve beschrijving van de verschillende typen handelingen van een diersoort heet een ethogram.

De studie van gedrag � M. b. v. een ethogram kun je het gedrag van een dier bestuderen. � Deze gegevens kun je weergeven in een protocol. � Een protocol is een lijst van achtereenvolgens waargenomen handelingen van een dier.

De organisatie van gedrag � Gedrag is georganiseerd in gedrags-systemen. (groep van samenhangende handelingen) � Als het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling, spreken we van een gedragsketen. � bv. voortplantingsgedrag van een stekelbaars.

Hoe wordt gedrag veroorzaakt? � Gedrag wordt veroorzaakt door inwendige en uitwendige factoren. � Inwendige factoren die de kans bepalen dat een bepaald gedrag wordt uitgevoerd, worden motiverende factoren genoemd. � Motivatie: de bereidheid tot het verrichten van een bepaald gedrag.

Hoe wordt gedrag veroorzaakt? �Het hormoonstelsel en het zenuwstelsel beinvloeden de motivatie. �Een sleutelprikkel is een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het veroorzaken van bepaald gedrag. �Een supranormale prikkel: prikkel die effectiever is bij het veroorzaken van bepaald gedrag dan de sleutelprikkel.

Hoe wordt gedrag bepaald? � Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. � Door leerprocessen ontstaat aangepast gedrag wat de overlevingskans vergroot. � Dit leren kan op verschillende manieren plaatsvinden:

Leerprocessen � Inprenting � Gewenning � Conditionering

Leerprocessen � Trial and error � Klassiek conditioneren � Operant conditioneren

Leerprocessen � Imitatie � Inzicht

Sociaal gedrag � Het gedrag van soortgenoten opzichte van elkaar noemen we sociaal gedrag. � Een handeling van de ene soortgenoot is de prikkel voor de handeling van de andere soortgenoot. � De handelingen noemen we bij sociaal gedrag: signalen.

Sociaal gedrag � Door signalen is communicatie mogelijk tussen soortgenoten. � Gedrag dat een functie heeft bij het vaststellen van een rangorde binnen een groep: � pikorde � imponeergedrag � verzoeningsgedrag

Sociaal gedrag � Gedrag waaraan een taakverdeling ten grondslag ligt: � bv. bijenstaat. � Balts: gedrag dat aan de paring vooraf gaat en dat de bereidheid tot de paring vergroot.

Sociaal gedrag � Territoriumgedrag: gedrag met als functie het afbakenen van een territorium en het verdedigen ervan tegen binnendringende soortgenoten. � Territoriumgedrag bestaat uit: � aanvallen � vluchten � dreigen

Sociaal gedrag � Conflictgedrag: gedrag dat wordt veroorzaakt door een conflict tussen gedragssystemen. � ambivalent gedrag � overspronggedrag � omgericht gedrag � Gedrag dat een rol speelt bij de zelfhandhaving van een individu.

Overeenkomsten tussen gedrag mens en dier � Gedrag bepaald door erfelijke factoren � Rolpatronen � Gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels � vergelijkbare leerprocessen � beide vertonen o. a. territoruimgedrag, dreiggedrag, imponeergedrag, overspronggedrag en omgericht gedrag.

Verschillen in gedrag tussen mens en dier. � Bij mensen wordt het gedrag sterker bepaald door leerprocessen. � Het leren door inzicht speelt bij mensen een veel belangrijkere rol dan bij dieren. � Mensen kunnen gedrag beoordelen aan de hand van normen en waarden.
- Slides: 18