Fysiologie Fysiologie van de plant Fysiologie leer van
- Slides: 33
Fysiologie
Fysiologie van de plant Fysiologie = leer van levensverrichtingen Assimilatie n Dissimilatie n Opname van water en voedingsstoffen n Verdamping n
Fysiologie en anatomie van de plant Er ontstaan allerlei stoffen in planten. • Waar zijn zij voor nodig? • Hoe worden deze stoffen getransporteerd? • Hoe zijn de organen samengesteld die uit deze stoffen worden gevormd? • Plantaardige cellen bestaan meestal voor een deel uit water. Veel van het getransporteerde water wordt niet gebruikt als bouwstof en verlaat het plantenlichaam. Waarom wordt dit water dan opgenomen?
De centrale aanmaak van organische stoffen op aarde … Energie van ‘buitenaf’ (niet uit organische moleculen) AUTOTROFE ORGANISMEN Glucose en daarna … andere organische stoffen
Assimilatie of fotosynthese
Fotosynthese: reactievergelijking CO 2 + H 2 O + energie C 6 H 12 O 6 + O 2 6 CO 2 + 6 H 2 O C 6 H 12 O 6 + 6 O 2↑
Bladgroen
de chloroplast (chlorofylkorrel)
Licht
Wit (zichtbaar) licht 1 nm = 10 -9 m
Absorptie door pigmenten (pigment = kleurstof)
Absorptie, doorlaten en reflectie
Absorptie In de zomer is er veel chlorofyl en caroteen in de bladeren. Deze moleculen hebben de eigenschap dat ze blauw en rood licht opvangen (absorptie) en groen-geel licht weerkaatsen (reflectie). Wat je dus ziet is de groenige weerkaatsing. In het najaar daalt de temperatuur waardoor juist de aanmaak van -roodgekleurde- anthocyanen in de vacuole van de bladcel toeneemt. Bovendien breekt chlorofyl geleidelijk af, terwijl de stabielere gele - oranje carotenen in redelijke hoeveelheid overblijven. Door de overheersing van gele, oranje en rode pigmenten komen de typische herfsttonen tot uiting.
Dissimilatie of ademhaling
Wat doet een plant overdag? 1) Fotosynthese CO 2 + H 2 O + Energie (licht) C 6 H 12 O 6 + O 2 2) Verbranding (dissimilatie) C 6 H 12 O 6 + O 2 CO 2 + H 2 O + Energie Wat doet een plant ‘s nachts? 1) Verbranding (dissimilatie) C 6 H 12 O 6 + O 2 CO 2 + H 2 O + Energie
Totaaloverzicht: fotosynthese en aërobe dissimilatie EXTERN MILIEU er is schemerig licht… CO 2 Fotosynthese O 2 CEL CO 2 Aërobe dissimilatie
Totaaloverzicht: fotosynthese en aërobe dissimilatie EXTERN MILIEU nu is er meer licht… diss. = fotosynth. COMPENSATIEPUNT CO 2 Fotosynthese O 2 CEL Aërobe dissimilatie
Totaaloverzicht: fotosynthese en aërobe dissimilatie EXTERN MILIEU CO 2 voldoende licht CO 2 Fotosynthese O 2 CEL CO 2 Aërobe dissimilatie
Totaaloverzicht: fotosynthese (F) en aërobe dissimilatie (D) O 2 CO 2 Organische stof (drooggewicht) F<D opname afgifte minder F=D - - gelijk F>D afgifte opname toename
Fotosynthese en dissimilatie
Een grafiek …
Beperkende factoren
Beperkende factoren bij de stofwisseling Een beperkende factor is een factor die de intensiteit van een proces bepaalt. Als de factor verandert dan verandert de intensiteit van het proces ook. Bij de fotosynthese is in het algemeen één van de volgende factoren beperkend: · het koolstofdioxidegehalte (o. a. bij een gesloten huidmondje) · de lichtintensiteit · de hoeveelheid water · de hoeveelheid bladgroen · de temperatuur en zuurgraad (p. H); want voor de fotosynthese zijn enzymen nodig Zuurstof is géén beperkende factor voor de fotosynthese maar wel voor de aërobe dissimilatie.
Afsluiting n Plant kent 2 belangrijke basisprocessen: n Assimilatie of fotosynthese n Productie suikers, koolhydraten, etc n Nodig: koolzuurgas, water, licht, temperatuur, bladgroen n Dissimilatie of ademhaling n Afbraak stoffen waardoor energie vrij komt=> gebruik in diverse processen. GROEI EN ONTWIKKELING
Transport in planten 1 = Waslaagje (cuticula) 2 = Opperhuid (epidermis) 3 = Palissadeparenchym 4 = Sponsparenchym 5 = Opperhuid 6 = Huidmondje (stomata) 7 = Sluitcellen 8 = Houtvaten 9 = Bastvaten 10 = Vaatbundel
Hoe vindt nu transport plaats in planten? 1) Tussen cellen A) Diffusie (CO 2 en O 2) B) Osmose (H 2 O) C) Actief transport (o. a. glucose, mineralen) 2) Over grotere afstand via vaten (vaatbundels) A) Houtvaten B) Bastvaten
Huidmondjes http: //www. bioplek. org/animaties/fotosy nthese/huidmondjes. swf
Hout- en bastvaten http: //www. bioplek. org/animaties/fot osynthese/vaatbundel. html
(An)organische sapstroom n Anorganische sapstroom n Houtvaten. n Water + zouten (bijv. nitraat voor vorming aminozuren) van wortel naar bladeren. n Veroorzaakt door verdamping. n Transport om. Hoog n Organische sapstroom n Bastvaten n Vervoeren van organische stoffen gevormd uit glucose (voort. assim. ) n Organische stoffen omgezet in glucose of opgeslagen als reservestof. n Zetmeel – zetmeelkorrels n Glucose + fructose + sacharose – vacuolevocht vruchten, stengels / wortels) n Vetten – druppels cytoplasma (zaden)
Watertransport door krachten Adhesiekrachten: Water houdt zich ‘vast’ aan de omgeving. Verdamping Worteldruk; Hogere osmotische waarde in nerf zorgt voor overdruk in de houtvaten in de wortels Cohesiekrachten: Watermoleculen houden elkaar vast
- Boeken over veterinaire anatomie en fysiologie
- Ilona van der aa
- Introduction in plant breeding
- Plant breeding for disease resistance
- Plant introduction in plant breeding
- Tronsmo plant pathology and plant diseases download
- Tronsmo plant pathology and plant diseases download
- Tronsmo plant pathology and plant diseases download
- Caerse preterite conjugation
- Present perfect indicative vs present perfect subjunctive
- Textos para leer
- Como leer en voz alta sin trabarse
- Jeopardy rules
- Hoe leer je natuurkunde
- Preterite form of ser
- Sistema material
- Objetivos de leer
- Como leer el numero vin de un vehiculo
- Como leer metro en pulgadas
- Buitenland aardrijkskunde samenvatting
- Textos para leer
- Conceptos claves de la lectura
- Conjugate llegar
- Vale la pena leer
- Fase heuristica
- Indica la forma apropiada del condicional de los verbos.
- Conditional endings spanish
- Cantando aprendo a leer
- Leer hace crecer
- Leer por favor
- Cuntos para leer
- Leer mandato
- Voorbeeld van informele brief in afrikaans
- Presente progresivo