Evolutie CREATIONISME GOD Argumenten voor evolutie Fossielen Versteende

Evolutie

CREATIONISME GOD

Argumenten voor evolutie Fossielen -Versteende overblijfselen van organismen -Afdrukken van organismen in gesteente Processen: -petrificatie (verstening) -invriezing -inwerking humuszuren -barnsteen (hars) -carbonisatie

Argumenten voor evolutie Inwerking humuszuren (veenlijken) Man van Tollund (Denemarken) Gedateerd: 350 v Chr. Meisje van Yde (natuurgebied De Hondstongen) Gedateerd: 54 v Chr. -128 n Chr.

Argumenten voor evolutie Barnsteen

Argumenten voor evolutie Fossielen leren ons: -Overeenkomsten in bouw -Rudimentaire organen -Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Argumenten voor evolutie Overeenkomsten in bouw Door aanpassing aan verschillende milieu’s hebben organen van de oorspronkelijke voorouders verschillende functies gekregen

Argumenten voor evolutie Rudimentaire organen Door aanpassingen aan verschillende milieu`s hebben organen van de oorspronkelijke voorouders verschillende functies gekregen. Schaap Mens Staartwervels

Argumenten voor evolutie ontogenese is een herhaling van de filogenese Haeckel: “de ontwikkeling van een organisme van een bepaalde soort is een herhaling van de evolutionaire ontwikkeling van die soort. Ontogenese: de groei (verandering in omvang) en ontwikkeling (verandering in vorm) van een organisme. Fylogenese: is de evolutionaire geschiedenis van een soort. Ontogenese is herhaling van fylogenese -Gewervelde diersoorten ontwikkelen zich van bevrucht eitje tot bijna ter wereld komen. -Zeker in de eerste stadia is er vrijwel geen onderscheid te maken. Dit maakt het aannemelijk dat deze dieren afkomstig zijn van een gemeenschappelijke voorouder.

Argumenten voor evolutie Overeenkomsten in embryonale ontwikkeling

Evolutietheorieën Lamarckisme Gaat uit van geleidelijke verandering van soorten Gebruik ▬► ontwikkeling Niet gebruiken ▬► degeneratie

Evolutietheorieën Darwinisme (1859) Charles Darwin

Evolutietheorieën Neodarwinisme (combinatie van Darwin en Mendel) Dé evolutietheorie gaat uit van: -Diversiteit (verscheidenheid) in genotypen -Natuurlijke selectie -Soortvorming door reproductieve isolatie Mendel’s Law

Diversiteit in genotypen Genotypen van individuen verschillen. Oorzaken: -Recombinatie van genen (geslachtelijke voortplanting). -Mutaties Door recombinatie en mutaties is er een grote diversiteit in genotypen binnen een populatie!

Natuurlijke selectie “Survival of the fittest” Individuen met een genencombinatie waarmee ze zich het beste aan het milieu kunnen aanpassen, hebben grootste overlevingskans…. . . waardoor de kans op succesvolle voortplanting wordt vergroot. Bij natuurlijke selectie veranderen soorten voortdurend afhankelijk van de milieuomstandigheden!

Soortvorming door isolatie Een bekend voorbeeld van het ontstaan van nieuwe soorten zijn de darwinvinken op de Galapagoseilanden. Eens allen afkomstig van het vaste land van Z-Amerika. Snavels aangepast aan het beschikbare voedsel van het eiland waarop ze leven. Doordat de vinken van de verschillende eilanden zich niet meer onderling voortplanten ontstaan uit de verschillende populaties verschillende soorten.