Economie een Inleiding Hoofdstuk 2 Mensen Instituties en

  • Slides: 41
Download presentation
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 2: Mensen, Instituties en Markten ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013

Economie, een Inleiding Hoofdstuk 2: Mensen, Instituties en Markten ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 1

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele beslissingen en sociale interacties Arbeidsverdeling en coördinatie Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 2

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele beslissingen en sociale interacties Arbeidsverdeling en coördinatie Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 3

1. Het individuele gedragsmodel § Model van rationele keuze: l l l Ieder probeert

1. Het individuele gedragsmodel § Model van rationele keuze: l l l Ieder probeert binnen zijn eigen beperkingen de voor hem of haar beste resultaten te bereiken Rationele economische agent Homo economicus § Formeel wiskundig: l Rationeel keuzegedrag: § Optimaliseren van doelstellingsfunctie § Onder beperkende voorwaarden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 4

1. Het individuele gedragsmodel § Rationele keuzetheorie maakt echter geen specifieke veronderstellingen over inhoud

1. Het individuele gedragsmodel § Rationele keuzetheorie maakt echter geen specifieke veronderstellingen over inhoud van voorkeuren l Meest eenvoudige model neemt aan dat § mensen enkel gericht zijn op hun materiële eigenbelang; § mensen perfect geïnformeerd zijn; § mensen geen beslissingsfouten maken; § beslissingen van groepen kunnen worden geanalyseerd als beslissingen van individuen § Traditioneel: individuele beslissingen staan centraal § Echter: sociale interactie en coördinatieproblemen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 5

1. Het individuele gedragsmodel § Bovenstaande (onrealistische) vereenvoudigingen zijn niet essentieel voor economische benadering

1. Het individuele gedragsmodel § Bovenstaande (onrealistische) vereenvoudigingen zijn niet essentieel voor economische benadering l Recente ontwikkelingen in economische theorie: § Beperkende veronderstellingen afzwakken § Verschillen overbruggen tussen sociale wetenschappen Economie Sociologie Psychologie ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 6

1. Het individuele gedragsmodel § Evenwicht: l l l Rationele agent vindt ‘rust’ als

1. Het individuele gedragsmodel § Evenwicht: l l l Rationele agent vindt ‘rust’ als zijn/haar gedrag beste resultaat oplevert § In dat geval: individueel evenwicht In relevante economische situaties zijn meerdere economische agenten betrokken Evenwicht wordt dan bereikt wanneer geen enkele van die betrokken economische agenten zijn/haar gedrag wil aanpassen § Dus: globaal evenwicht ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 7

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 1. Individuele beslissingen 2. Sociale interacties zonder bindende afspraken: speltheorie 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 8

2. 1. Individuele beslissingen § Student geeft zakgeld uit in boekhandel § Individueel evenwicht:

2. 1. Individuele beslissingen § Student geeft zakgeld uit in boekhandel § Individueel evenwicht: l situatie waarin student boeken koopt die hem binnen gegeven budget het grootste nut opleveren ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 9

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 1. Individuele beslissingen 2. Sociale interacties zonder bindende afspraken: speltheorie 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 10

2. 2. 1. Spelers, strategieën en resultatenmatrix § Spel: l situatie waarbij rationele beslissingnemers

2. 2. 1. Spelers, strategieën en resultatenmatrix § Spel: l situatie waarbij rationele beslissingnemers rekening houden met onderlinge afhankelijkheid van hun beslissingen en resultaten § Spelers: l beslissingnemers § Zuivere strategieën: l mogelijke acties § Gemengde strategieën: l mogelijke acties met waarschijnlijkheden § Resultatenmatrix (pay-off matrix): l uitkomsten voor elke speler en elke reeks strategieën ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 11

2. 2. 2. Het gevangenendilemma ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES

2. 2. 2. Het gevangenendilemma ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 12

2. 2. 2. Het gevangenendilemma § Bekennen is beste optie voor speler 1 indien

2. 2. 2. Het gevangenendilemma § Bekennen is beste optie voor speler 1 indien speler 2 blijft ontkennen l Het vermindert zijn gevangenisstraf namelijk van twee jaar tot één jaar § Maar ook als speler 2 bekent, kan speler 1 best bekennen l Hij wordt dan bestraft met acht in plaats van tien jaar cel § Ongeacht wat speler 2 doet, voor speler 1 is het altijd beter om tot bekentenissen over te gaan. l l ‘Bekennen’ = dominante strategie ‘Ontkennen’ = gedomineerde strategie ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 13

2. 2. 2. Het gevangenendilemma § Identiek dezelfde redenering voor gevangene 2 l l

2. 2. 2. Het gevangenendilemma § Identiek dezelfde redenering voor gevangene 2 l l l We verwachten dat ook gevangene 2 bekent Uiteindelijk bekennen gevangenen allebei Verwachte oplossing is (bekennen, bekennen) § Verwachte oplossing = niet-coöperatief § Oplossing waarbij beiden ontkennen = coöperatieve oplossing ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 14

2. 2. 3. Het Nash-evenwicht § Dit is een combinatie van strategieën waarbij geen

2. 2. 3. Het Nash-evenwicht § Dit is een combinatie van strategieën waarbij geen enkele speler zijn strategie wenst te wijzigen, gegeven de verwachte strategie van de andere spelers § Verwachte oplossing die bestaat uit dominante strategieën, is altijd Nash-evenwicht l Nash-evenwicht hoeft daarentegen niet in te houden dat er dominante strategieën zijn § Nash-evenwicht is algemener en meer fundamenteel dan evenwicht in dominante strategieën § Het is ook mogelijk dat er meerdere Nash-evenwichten bestaan. Of dat er geen Nash-evenwicht is ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 15

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Het blijft vaak een uitdaging om

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Het blijft vaak een uitdaging om het gedrag van verschillende spelers op elkaar af te stemmen l Zie bijvoorbeeld volgend coördinatiespel: the battle of the sexes ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 16

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Belang van gecoördineerde strategieën: l Alleen

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Belang van gecoördineerde strategieën: l Alleen indien beide partijen eenzelfde keuze maken, zijn pay-offs voor beide partijen positief en wordt een Nashevenwicht bereikt § Er zijn twee Nash-evenwichten, en geen dominante strategieën. Het is onduidelijk welk Nash-evenwicht geselecteerd zal worden § Hierin schuilt belangrijke rol voor sociale normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 17

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Simultaan versus sequentieel spel l l

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Simultaan versus sequentieel spel l l Simultaan: imperfecte informatie Sequentieel: volger heeft informatie over beslissing van leider (leider kiest eerst) § Stackelberg-evenwicht beschrijft verwachte uitkomst in dergelijk, vaak voorkomend, leider-volgermodel § Sociale normen kunnen bepalen wie leidt en wie volgt ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 18

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Volgend coördinatiespel is makkelijker op te

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Volgend coördinatiespel is makkelijker op te lossen: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 19

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Coördinatie in onderstaand spel is verre

2. 2. 4. Het belang van coördinatie § Coördinatie in onderstaand spel is verre van evident, zonder voorafgaande afspraken. Afspraken zijn echter makkelijk te maken: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 20

2. 2. 5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere strategieën § Er

2. 2. 5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere strategieën § Er zijn ook spelsituaties waarin er geen Nash-evenwicht in zuivere strategieën bestaat § Een bekend voorbeeld is het matching pennies-spel: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 21

2. 2. 5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere strategieën § Er

2. 2. 5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere strategieën § Er bestaat in dit geval geen Nash-evenwicht in zuivere strategieën § Er bestaat echter wel evenwicht in gemengde strategieën l Wanneer beide spelers met 50% kans kruis kiezen, en met 50% kans munt, dan staan ze beiden onverschillig tegenover wat ander doet en hebben ze er geen van beiden belang bij om van strategie te veranderen. ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 22

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 1. Individuele beslissingen 2. Sociale interacties zonder bindende afspraken: speltheorie 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 23

2. 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst § Gevangenendilemma: l Verwachte uitkomst is

2. 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst § Gevangenendilemma: l Verwachte uitkomst is niet altijd beste uitkomst § Battle of the sexes: l Coördinatie niet altijd evident § Oplossing: afspraken? l Vaak niet nageleefd, want in strijd met prikkels § Afspraken maken wordt makkelijker naarmate spel vaker herhaald wordt § Tit for Tat: niet-coöperatie van tegenspeler wordt gestraft met niet-coöperatie in volgende spel § Langetermijnafspraken (en sociale normen) bieden in veel gevallen langetermijnwinsten ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 24

2. 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst § Veelal zullen sociale normen niet

2. 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst § Veelal zullen sociale normen niet ontstaan, of kunnen ze moeilijk worden afgedwongen, bijvoorbeeld l l l Wanneer respecteren van normen een gedomineerde strategie is Of meer algemeen: wanneer normgebonden gedrag niet leidt tot Nash-evenwicht Wanneer er weinig controle (mogelijk) is § Indien sociale normen niet spontaan ontstaan of niet worden nageleefd, kan overheidstussenkomst soelaas bieden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 25

2. 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst l Overheid als economische agent met

2. 3. Bindende afspraken, sociale normen en overheidstussenkomst l Overheid als economische agent met dwangmacht § die economische agenten tot bepaalde vormen van gedrag kan verplichten § die door dwang resultatenmatrix (vb. via straf) kan veranderen § Informele sociale instituties (normen en afspraken) en formele politieke instituties (de overheid) kunnen ertoe bijdragen efficiëntere sociale uitkomsten te bereiken ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 26

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 1. Traditionele systemen 2. Bevelsystemen 3. Marktsystemen 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 27

3. 1. Traditionele systemen § Tot voor enkele eeuwen domineerde traditie meeste economische activiteiten

3. 1. Traditionele systemen § Tot voor enkele eeuwen domineerde traditie meeste economische activiteiten l Van vader op zoon… § Sociale normen § Maar wat met veranderingen? l Dualisme tussen traditionele rurale en moderne stedelijke economie § Zie huidige ontwikkelingslanden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 28

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 1. Traditionele systemen 2. Bevelsystemen 3. Marktsystemen 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 29

3. 2. Bevelsystemen § Centrale overheid bepaalt wat er geproduceerd moet worden, hoe productie

3. 2. Bevelsystemen § Centrale overheid bepaalt wat er geproduceerd moet worden, hoe productie georganiseerd moet worden en wie welke geproduceerde goederen en diensten ontvangt § Centrale beslissingnemers l Meer aanpassingsvermogen dan traditionele systemen § Maar: informatie- en incentiveproblemen l l l Omvang van te verzamelen informatie Kwaliteit van informatie Economische agenten minder gemotiveerd ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 30

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. Het individuele gedragsmodel 2. Individuele beslissingen en sociale interacties 3. Arbeidsverdeling en coördinatie 1. Traditionele systemen 2. Bevelsystemen 3. Marktsystemen 4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 31

3. 3. Marktsystemen § Productie en verdeling op basis van beslissingen van individuele ondernemingen

3. 3. Marktsystemen § Productie en verdeling op basis van beslissingen van individuele ondernemingen en gezinnen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 32

3. 3. 1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten § Marktsysteem is gebouwd op

3. 3. 1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten § Marktsysteem is gebouwd op basisprincipe van vrijwillige ruil l l Geen incentiveproblemen Geen informatieproblemen § Iedereen weet voor zichzelf wat best is § Het is echter niet evident dat vrijwillige ruil steeds door alle partijen als beste optie zal gezien worden ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 33

3. 3. 1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten § Het is echter niet

3. 3. 1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten § Het is echter niet evident dat vrijwillige ruil steeds door alle partijen als beste optie zal gezien worden § Beschouw volgend spel: ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 34

3. 3. 1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten § Merk op: l l

3. 3. 1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten § Merk op: l l (ruilen, ruilen) is geen Nash-evenwicht Zich bewapenen is dominante strategie § Systeem waarin vrije ruil domineert, veronderstelt vertrouwen en respect voor eigendomsrechten l l In traditionele samenlevingen: § Via normen In dynamische omgevingen: § Via een behoorlijk werkend rechtssysteem § Dit vereist efficiënte overheid ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 35

3. 3. 2. Het marktsysteem en de prijs als signaal § Kracht van marktsysteem:

3. 3. 2. Het marktsysteem en de prijs als signaal § Kracht van marktsysteem: signaalwaarde van prijzen § Geen centrale instantie nodig om beslissingen te sturen § Vaak prijsnemerschap: verschillende spelers kunnen prijzen als gegeven beschouwen § Prijzen l l verspreiden informatie doorheen systeem creëren incentives die economische agenten ertoe aanzetten om op wijzigingen in de omgeving te reageren § Deze processen verlopen gedecentraliseerd ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 36

3. 3. 3. Evenwicht § Prijsnemerschap: l Individueel evenwicht kan beschreven worden zonder rekening

3. 3. 3. Evenwicht § Prijsnemerschap: l Individueel evenwicht kan beschreven worden zonder rekening te moeten houden beslissingen van andere economische agenten § Via prijzen komt tevens globaal evenwicht tot stand l Prijzen komen slechts tot rust wanneer § vraag = aanbod ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 37

3. 3. 4. Marktimperfecties en informatie § Asymmetrische informatie: l l Ruiltransactie tussen beter

3. 3. 4. Marktimperfecties en informatie § Asymmetrische informatie: l l Ruiltransactie tussen beter en slechter geïnformeerde economische agenten Voorbeeld: § Markt voor tweedehandswagens § Kwaliteit goed of slecht, enkel gekend door verkoper § Verkoper vraagt: 2100 EUR voor slechte wagen, 2700 EUR voor goede wagen § Betalingsbereidheid koper: 2400 EUR voor slechte wagen, 3000 EUR voor goede wagen § Kopers weten: twee derde van alle wagens slecht § Dus: betalingsbereidheid zakt tot verwachte waarde: 2600 EUR (=2/3*2400 EUR + 1/3*3000 EUR) ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 38

3. 3. 4. Marktimperfecties en informatie § Asymmetrische informatie: l l l Voorbeeld: §

3. 3. 4. Marktimperfecties en informatie § Asymmetrische informatie: l l l Voorbeeld: § Dus: betalingsbereidheid voor willekeurige wagen zakt tot verwachte waarde: 2600 EUR (=2/3*2400 EUR + 1/3*3000 EUR) § Aanbieders vragen echter 2700 EUR voor goede wagens § Gevolg: goede wagens verdwijnen van markt § Averechtse selectie Missing markets: risico dat markt volledig verdwijnt Oplossing: § Vertrouwen via reputatie, controlemechanismen, … ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 39

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele

Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. Het individuele gedragsmodel Individuele beslissingen en sociale interacties Arbeidsverdeling en coördinatie Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 40

4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen § Geen enkel economisch systeem

4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen § Geen enkel economisch systeem is l l l zuivere traditionele economie, zuivere beveleconomie, zuiver marktsysteem § Verdelingsaspecten: rechtvaardigheid § Analyse van overheidsoptreden l l Politici en ambtenaren – eigenbelang? Juiste incentives? § Economisch gedragsmodel: heilzaam scepticisme § Instituties zijn niet alleen onvermijdelijk, ze zijn ook wenselijk ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 2013 2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN © S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN 41