Dieren op de boerderij Gebruikte symbolen Ga naar
Dieren op de boerderij.
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de Maak je graag onmiddellijk de informatie doornemen ? oefeningen ? Klik op onderstaande knop
Het schaap
Een schaap staat liever in een wei dan in een stal. Het is een weidedier. Het wordt al lang door mensen gehouden. In een kudde Het schaap leeft in een kudde. Het mannetje is hier de baas. Een jong schaapje noem je een lam. Het zuigt melk bij de moeder.
Toch anders Er leven nog altijd schapen in het wild. Een van die wilde schapen is de moeflon. Het mannetje draagt zware hoorns die naar achteren zijn gebogen. Moeflons zijn sneller dan de schapen die je op de boerderij ziet.
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3. De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = lam 4. De lammeren worden in het voorjaar geboren = van januari tot april van mei tot augustus van september tot december
Allerlei vormen We kennen veel verschillende soorten schapen. Ze zien er steeds weer anders uit. Huppelen in de wei Het mannetje, de ram, moet wel eens vechten om een wijfje te krijgen. De lammeren worden vaak in het voorjaar geboren. Ze drinken melk in de wei huppelen. bij de moeder, de ooi. Je ziet ze
Alles op zijn tijd Vroeg in de morgen en laat in de middag graast het schaap in de wei. De tijd ertussen rust het. Het kauwt dan nog een keer het gras dat heeft gegeten. Het herkauwt, net als de koe. Schapen geven wol Een schaap wordt gehouden om zijn lekkere melk, zijn vlees, maar ook om zijn mooie vacht. In de zomer scheert de boer de wol eraf. Het is dan veelte warm voor het schaap. Van die wol maakt men lange draden. Draden om kleren, zoals een trui, van te breien.
5. Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6. Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : grazen 7. Men kweekt schapen voor : hun lekkere melk hun vlees hun mooie vacht
Het schaap en zijn producten De wol Op het einde van de lente wordt het schaap geschoren. De wol wordt eerst gewassen. Daarna kan men er draden van spinnen. De draden worden geverfd. Met die draden kun je weven of breien. Een trui bijvoorbeeld. Of warme sokken.
De melk Alleen moeders met kleintjes geven melk. Van die melk wordt vooral kaas gemaakt. Het vlees Schapen hebben lekker vlees : lamsbouten, koteletten… Het is ook gezond vlees !
Producten van het schaap : wol melk vlees kaas
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3. De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = lam 4. De lammeren worden in het voorjaar geboren = van januari tot april van mei tot augustus van september tot december
5. Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6. Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : grazen 7. Men kweekt schapen voor : hun lekkere melk hun vlees hun mooie vacht
Producten van het schaap : wol melk vlees kaas
Het schaap
Een schaap staat liever in een wei dan in een stal. Het is een weidedier. Het wordt al lang door mensen gehouden. In een kudde Het schaap leeft in een kudde. Het mannetje is hier de baas. Een jong schaapje noem je een lam. Het zuigt melk bij de moeder.
Toch anders Er leven nog altijd schapen in het wild. Een van die wilde schapen is de moeflon. Het mannetje draagt zware hoorns die naar achteren zijn gebogen. Moeflons zijn sneller dan de schapen die je op de boerderij ziet.
Klik, op de volgende dia’s, telkens op het juiste antwoord.
1. Wat is een weidedier ? __________________________ _ Een dier dat graag buiten loopt. Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. Een dier dat liever in de stal staat dan in de wei.
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft ____________ alleen met andere dieren in groep
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3. De schapen : vader = ____ ooi ram lam
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3. De schapen : vader = ram moeder = ______ ooi ram lam
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3. De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = ________ ooi ram lam
1. Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2. Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3. De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = lam 4. De lammeren worden in het voorjaar geboren = _______________________ van mei tot augustus van januari tot april van september tot december
Allerlei vormen We kennen veel verschillende soorten schapen. Ze zien er steeds weer anders uit. Huppelen in de wei Het mannetje, de ram, moet wel eens vechten om een wijfje te krijgen. De lammeren worden vaak in het voorjaar geboren. Ze drinken melk in de wei huppelen. bij de moeder, de ooi. Je ziet ze
Alles op zijn tijd Vroeg in de morgen en laat in de middag graast het schaap in de wei. De tijd ertussen rust het. Het kauwt dan nog een keer het gras dat heeft gegeten. Het herkauwt, net als de koe. Schapen geven wol Een schaap wordt gehouden om zijn lekkere melk, zijn vlees, maar ook om zijn mooie vacht. In de zomer scheert de boer de wol eraf. Het is dan veelte warm voor het schaap. Van die wol maakt men lange draden. Draden om kleren, zoals een trui, van te breien.
Klik, op de volgende dia’s, telkens op het juiste antwoord.
5. Leg uit : herkauwen = __________________________ Blijven kauwen tot alles op is. Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen.
5. Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6. Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : ________ grazen en herkauwen grazen rusten en herkauwen
5. Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6. Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags ____________ grazen en herkauwen grazen rusten en herkauwen
5. Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6. Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : _____ grazen en herkauwen grazen rusten en herkauwen
5. Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6. Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : grazen 7. Men kweekt schapen voor : ___________________________ hun leder hun vlees hun mooie vacht hun poten hun lekkere melk
Het schaap en zijn producten De wol Op het einde van de lente wordt het schaap geschoren. De wol wordt eerst gewassen. Daarna kan men er draden van spinnen. De draden worden geverfd. Met die draden kun je weven of breien. Een trui bijvoorbeeld. Of warme sokken.
De melk Alleen moeders met kleintjes geven melk. Van die melk wordt vooral kaas gemaakt. Het vlees Schapen hebben lekker vlees : lamsbouten, koteletten… Het is ook gezond vlees !
Klik op het juiste antwoord Producten van het schaap : ______ kaas poten wol staart melk vlees ogen
Bravo !
- Slides: 38