Detachering en andere bijzondere regels die de toepasselijke
Detachering en andere bijzondere regels die de toepasselijke wetgeving aanwijzen: recente ontwikkelingen in het Europese socialezekerheidsrecht Rob Cornelissen 17 oktober 2017 7 -12 -2020 pag. 1
Overzicht • I. Inleiding – Doel EU regels die toepasselijke wetgeving vaststellen – Hoofdregel: lex loci laboris. Filosofie hoofdregel – Bijzondere regels • II. Detachering (Art. 12) – – – Doel Voorwaarden Procedure Juridische betekenis document A 1. Rechtspraak EHJ Effectiviteit procedure? Lopende rechtszaken 7 -12 -2020 pag. 2
Overzicht • III. Personen die in twee of meer lidstaten plegen te werken (Art. 13) – – – “Marginale werkzaamheden” buiten beschouwing Welk aanknopingspunt voor werknemers? Begrip “zetel onderneming” Welke situaties zijn geviseerd door art. 13? Voldoende garanties tegen misbruik art. 13? Afbakening art. 13/ lex loci laboris • IV. Commissievoorstel december 2016 • V. Conclusies 7 -12 -2020 pag. 3
I. Inleiding. Doelstelling coördinatie • Geen harmonisatie sociale zekerheid op EU niveau • Gevolg: Lidstaten vrij in bepalen nationale stelsels • Coördinatie. Doel: voorkomen dat mensen die gebruik maken van recht op vrij verkeer worden benadeeld op gebied sociale zekerheid. • Rechtsbasis: Art. 48 VWEU. – 1959 -1972: Ver. 3 en 4 – 1972 -1 mei 2010: Ver. 1408/71 en 574/72 – Nu: Ver. 883/2004 en 987/2009 7 -12 -2020 pag. 4
I. Inleiding coördinatie: vaststellen toepasselijke wetgeving • Een van pijlers coördinatie: vaststellen toepasselijke wetgeving. Doel: vermijden positieve en negatieve wetsconflicten – Europese regels hebben exclusieve werking: wetgeving van slechts één lidstaat is van toepassing (heel soms uitzondering: Bosmann C-352/06, Hudzinski, C-611/10) – Europese regels hebben “sterke” werking: als Europese regels wetgeving van een lidstaat als toepasselijk aanwijzen kan deze lidstaat geen territoriale elementen meer inroepen om betrokkenen van verzekering uit te sluiten (Kits van Heijingen, C- 2/89; Samelink, C-347/10 en Bakker, C -106/11) 7 -12 -2020 pag. 5
Hoofdregel: werkstaat • Uitgangspunt: werkstaat (lex loci laboris) • Reden: gelijke behandeling van alle personen die op het grondgebied van een lidstaat werken (Rechtsoverweging 17 Ver. 883/2004, Pinna, 41/84) en het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen enerzijds werkgevers die(ook) werknemers uit andere lidstaten in dienst hebben en anderzijds werkgevers die enkel nationale werknemers in dienst hebben. 7 -12 -2020 pag. 6
Bijzondere regels • Ambtenaren: onderworpen aan wetgeving van lidstaat waarvoor zij werken, ook indien op grondgebied van andere lidstaat (Art. 11 lid 3 sub b)Ver. 883/2004 • Zeelieden: Art. 11 lid 4 • Leden van cockpit-of cabinepersoneel vliegtuigen: onderworpen aan wetgeving lidstaat waar zij hun “thuisbasis” hebben (plaats waar zij hun dienstperiode beginnen en eindigen): Art. 11 lid 5 • Gedetacheerden: Art. 12 Ver. 883/2004 • Personen die in twee of meer lidstaten plegen te werken: Art. 13 Ver. 883/2004 7 -12 -2020 pag. 7
II. Art. 12 Ver. 883/2004: detachering • Detacheringsbepaling al in Ver. 3 (Art. 13 sub a) ! • Oorspronkelijk doel: hoofd bieden aan heel eenvoudige situaties. Adv-Gen in zaak Manpower(35/70): ”men heeft bijvoorbeeld gedacht aan een fabrikant die bij levering van een machine aan het buitenland een technicus meestuurt om op de installatie en ingebruikneming toezicht te houden en het personeel van de fabriek enige tijd bij de bediening behulpzaam te zijn”. • Hof heeft brede interpretatie gegeven aan Art. 13 sub a Ver. 3: ook van toepassing op werknemer die uitsluitend in dienst is genomen met oog op verrichten van arbeid in een andere lidstaat (Manpower) 7 -12 -2020 pag. 8
Art. 12. Begrip “detachering” • “Gedetacheerde” werknemer Ver. 883/2004 niet identiek met “gedetacheerde” werknemer Richtlijn 96/71: – Richtlijn 96/71 geldt enkel indien sprake is van grensoverschrijdende dienstverlening: onderaanneming, intraconcernuitwisseling en uitzendarbeid. Ver. 883/2004 geldt ook in andere gevallen, zoals bezoeken van klanten, fimopname’s, enz – Geen stricte maximumperiode gepreciseerd in Richtlijn 96/71 • “Gedetacheerde” werknemer Ver. 883/2004 blijft onderworpen aan gehele socialezekerheidswetgeving van uitzendende lidstaat (en dus niet van werkstaat!) met inbegrip van verplichting tot betaling bijdragen • Art. 12 Ver. 883/2004 geldt ook voor zelfstandigen die in een andere lidstaat werkzaamheden gaan verrichten. Werkzaamheden moeten van “gelijke aard” zijn. 7 -12 -2020 pag. 9
Doel Art. 12 • Doel: vereenvoudiging. Voorkomen van breuken in loopbaan. Voor werknemers die door onderneming voor korte tijd worden uitgezonden naar andere lidstaat zou toepassing van ‘lex loci laboris’ leiden tot complicaties voor zowel werknemers, werkgevers en sociale zekerheidsorganen (Manpower, 35/70). • In latere rechtspraak onderstreept Hof allereerst het bevorderen van het vrij verkeer van diensten behoeve van ondernemingen en pas in de tweede plaats het vermijden van administratieve complicaties (Fitzwilliam, C-202/97 en Plum, C-404/98) 7 -12 -2020 pag. 10
Art. 12: voorwaarden • Art. 12 is uitzondering op ‘lex loci laboris’. Daarom: toepassing van Art. 12 is onderworpen aantal voorwaarden: – Tijdelijk: max. 24 maanden (In oude Ver. 1408/71: 12 maanden verlengbaar met 12 maanden) – Geen vervanging van een andere gedetacheerde persoon – Art. 12 geldt ook voor personen aangeworven met oog op detachering naar andere lidstaat. Voorwaarde: betrokkene moet onderworpen zijn geweest aan wetgeving van lidstaat waar werkgever is gevestigd (Art. 14 lid 1 Ver. 987/2009). Bedoeling is immers: continuïteit waarborgen. Maar: vraag hoelang betrokkene aan wetgeving van uitzendende staat onderworpen moet zijn geweest niet gepreciseerd. Besluit A 2 Adm. Comm: in beginsel 1 maand – Tussen uitzendende onderneming en werknemer moet een “organische band” blijven bestaan (Fitzwilliam, C-202/97) – Uitzendende onderneming moet normaliter werkzaam zijn op grondgebied staat van vestiging. Het moet gaan om substantiële werkzaamheden die verder gaan dan louter intern beheer (Art. 14 lid 2 Ver. 987/2009). Geen ‘postbusfirma’s’. 7 -12 -2020 pag. 11
Voorwaarden Art. 12 • Begrip “organische band” verduidelijkt in Besluit A 2 Administratieve Commissie: – Werknemer blijft onder gezag staan van uitzendende onderneming: blijft verantwoordelijk voor aanwerving, loon, ontslag, bepaling van aard der werkzaamheden, bevoegdheid tot nemen van tuchtmaatregelen, enz • Ook begrip “substantiële werkzaamheden” die uitzendende onderneming moet verrichten in lidstaat van vestiging is verduidelijkt in Besluit A 2 – – – Alle criteria die kenmerkend zijn voor activiteiten onderneming, zoals: Plaats waar gedetacheerde werknemer wordt aangeworven Plaats waar merendeel contracten met klanten wordt gesloten Aantal contracten dat in detacherende staat en in werkstaat is uitgevoerd Omzet in deze staten Aantal administratieve personeelsleden in beide staten 7 -12 -2020 pag. 12
Voorwaarden Art. 12 • Voor zelfstandigen gelden gelijkaardige voorwaarden (Art. 14 lid 3 Ver. 987/2009; Besluit A 2 Administratieve Commissie – Moeten gewoonlijk werkzaamheden van betekenis verrichten in uitzendende staat; deze werkzaamheden moeten tenminste reeds “enige tijd” zijn uitgeoefend vóór detachering. Besluit A 2: 2 maanden. Indien korter: beoordeling per geval – te beoordelen aan hand van allerlei criteria: kantoorruimte, bezitten beroepskaart en BTW nummer, inschrijving Kamer van Koophandel • Nadere preciseringen en verduidelijkingen in Praktische Gids over de toepasselijke wetgeving, opgesteld door de Administratieve Commissie 7 -12 -2020 pag. 13
Detachering: gevoelig onderwerp • Voor sommige lidstaten zijn voorwaarden te strikt en leidt tot bescherming van de markt van de ontvangststaat • Voor andere lidstaten leidt toepassing van Art. 12 tot oneerlijke concurrentie en vormt een gevaar voor niveau sociale bescherming in ontvangststaat 7 -12 -2020 pag. 14
Procedure detachering. Rol Document A 1 • Onderneming die werknemer uitzendt moet bevoegd orgaan uitzendende staat informeren (Art. 15 Ver. 987/2009) • Bevoegd orgaan geeft document A 1 af: verklaring dat wetgeving van uitzendende staat (tot bepaalde datum) van toepassing blijft op werknemer. • Verklaring A 1 impliceert dat wetgeving van een andere lidstaat niet van toepassing kan zijn (Herbosch Kiere, C-2/05, A-Rosa Flussschiff, C 620/15) 7 -12 -2020 pag. 15
Beginsel van loyale samenwerking (Art. 4 lid 3 VEU) • Krachtens Art. 4 lid 3 VEU is orgaan dat document A 1 aflevert verplicht om relevante feiten correct te beoordelen en de juistheid van de gegevens te garanderen (A-Rosa, C-620/15) • Krachtens Art. 4 lid 3 VEU kunnen de autoriteiten én de rechter van ontvangstlidstaat document A 1 niet naast zich neerleggen (Herbosch Kiere, C-2/05; Art. 5 Ver. 987/2009) • A 1 schept een vermoeden dat betrokken werknemer regelmatig is aangesloten bij wetgeving van uitzendende lidstaat. Document is dus bindend voor autoriteiten én rechter van ontvangstlidstaat (A-Rosa, C-620/15, Art. 5 Ver. 987/2009) 7 -12 -2020 pag. 16
Juridische betekenis document A 1 • In geval van geschil tussen bevoegde organen over vraag of document A 1 terecht is afgegeven: dialoogprocedure (Herbosch Kiere, C-2/05, Art. 5 Ver. 987/2009). • Indien dialoog niet tot oplossing leidt: bemiddelingsprocedure bij Administratieve Commissie (Art. 5 lid 4 Ver. 987/2009; Besluit A 1 Adm. Comm) • Indien geen oplossing: niet-nakomingsprocedure (Art. 259 VWEU) mogelijk (A-Rosa, C-620/15) • Deze procedure voor beslechting van geschillen moet in acht worden genomen, zelfs indien gebleken is dat de voorwaarden voor het afgeven van document A 1 kennelijk niet zijn vervuld (A-Rosa, C-620/15) 7 -12 -2020 pag. 17
Effectiviteit procedure? • Gevallen van oneigenlijk gebruik, misbruik en zelfs fraude. Afgifte van document A 1 zonder dat voorwaarden van detachering zijn vervuld: Document afgegeven aan werknemers van postbusfirma’s Gedetacheerde ‘onechte’ zelfstandigen Herhaalde vervangingen van gedetacheerde personen Langdurige en herhaalde nieuwe detacheringen voor dezelfde werknemers, dezelfde ondernemingen – Geen betaling van sociale zekerheidsbijdragen in uitzendende lidstaat – Vervalste documenten – – • Gevolg: situaties waarbij dankzij A 1 document socialezekerheidswetgeving van werkstaat niet van toepassing is, hoewel niet voldaan is aan voorwaarden van detachering 7 -12 -2020 pag. 18
Recente Belgische wetgeving • Wet van 27 december 2012 beoogt tegengaan van rechtsmisbruik. Misbruik: indien bepalingen EU verordeningen worden toegepast op situaties waarbij voorwaarden van EU verordeningen voor toepassing van die bepalingen niet zijn vervuld, met als doel zich te onttrekken aan Belgische socialezekerheidswetgeving • Wanneer Belgische rechter, sociaal zekerheidsorgaan of sociaal inspecteur dergelijk misbruik vaststelt wordt betrokken werknemer (of zelfstandige) onderworpen aan Belgische socialezekerheidswetgeving. 7 -12 -2020 pag. 19
Reactie Europese Commissie • Probleem: Unierecht zoals geïnterpreteerd door Hof laat geen unilaterale actie van werkstaat toe, indien door bevoegd orgaan van uitzendende staat document A 1 is afgegeven. Enkel bevoegd orgaan van uitzendende staat kan document A 1 intrekken of herzien. Bij geschil: dialoog-en bemiddelingsprocedure • Infractieprocedure Commissie tegen België: zaak C 356/15 (lopende) 7 -12 -2020 pag. 20
Andere lopende rechtszaken • C-359/16, Altun. Bulgaarse werknemers werken in België (in bouw); beschikken over (voorloper van) A 1 document afgegeven door Bulgaars sociaal zekerheidsorgaan. Feitenonderzoek door Belgische instanties: uitzendende Bulgaarse firma is postbusfirma; Belgisch bedrijf is echte werkgever van Bulgaren. Dialoog met Bulgaarse autoriteiten had geen resultaat. Vraag van Belgisch Hof van Cassatie aan Hof: “kan (voorloper van) A 1 document door een andere rechter dan die van de uitzendende lidstaat buiten beschouwing worden gelaten, indien de feiten die aan zijn oordeel worden onderworpen toelaten vast te stellen dat het document op frauduleuze wijze werd verkregen? ” 7 -12 -2020 pag. 21
Zaak Altun • De door Hof van Justitie aangegeven procedure voor betwistingen van document A 1 niet volledig uitgeput. • Maar is men hieraan gebonden indien document A 1 op frauduleuze wijze is verkregen? • Belgische rechter had vastgesteld dat het gaat om frauduleuze constructie die is opgezet om zich te onttrekken aan Belgische sociale zekerheidswetgeving • Hof (overvloedige rechtspraak): in geval van misbruik en bedrog kunnen betrokkenen geen beroep doen op het Unierecht (Bijv: Paletta II, C 206/94) 7 -12 -2020 pag. 22
Andere lopende rechtszaken • C-527/16, Alpenrind. Oostenrijkse rechter legt Hof o. m. volgende vragen voor: – Geldt bindende kracht van document A 1 ook dan wanneer procedure voor Administratieve Commissie niet tot overeenstemming heeft bereikt en er evenmin toe heeft geleid dat document is ingetrokken? – Geldt bindende kracht ook dan wanneer document A 1 pas is afgegeven nadat ontvangststaat al formeel de verplichte verzekering krachtens zijn wetgeving heeft vastgesteld? Zo ja, geldt die bindende kracht dan met terugwerkende kracht? – Is het in strijd met vervangingsverbod van art. 12 Ver. 883/2004 als vervanging plaatsvindt in vorm van detachering niet door dezelfde werkgever maar door een andere werkgever? – Is het daarbij van belang of deze werkgever in dezelfde lidstaat is gevestigd dan wel of de eerste en tweede detacherende werkgever op allerlei vlak met elkaar zijn verweven? 7 -12 -2020 pag. 23
Ruimte op te treden tegen misbruik? • Reeks rechtszaken tonen ongenoegen aan over oneigenlijk gebruik/misbruik van detacheringsbepalingen door gebrek aan effectiviteit van door het Hof opgelegde overlegprocedure. • Hof is gevraagd meer duidelijkheid te verschaffen 7 -12 -2020 pag. 24
III. Art. 13 • Bijzondere regels voor personen die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst plegen te verrichten (Art. 13 lid 1) • Gelijkaardige bijzondere regels voor personen die in twee of meer lidstaten anders dan in loondienst plegen te verrichten (Art. 13 lid 2) • Het moet gaan om werkzaamheden van betekenis. “Marginale werkzaamheden” worden buiten beschouwing gelaten (Art. 14 lid 5 ter Ver. 987/2009). – Praktische Gids: “permanente werkzaamheden die echter in termen van tijd en economische opbrengst verwaarloosbaar zijn”: minder dan 5% van normale arbeidstijd en/of van totale loon 7 -12 -2020 pag. 25
Arrest van 13 september 2017, zaak C 570/15, X • X is NL onderdaan wonend in B. Werkt als manager voor NL werkgever in NL. Werkte in 2009 6, 5 % van totale arbeidsduur in B, waarvan slechts 17 uur bezoeken van klanten en rest: werken thuis. Werken thuis was niet afgesproken in contract. • Hof: van lex loci laboris “kan slechts worden afgeweken in bijzondere situaties waarin een ander aanknopingspunt geschikter blijkt te zijn”. • In dit geval zou hanteren van woonstaat als aanknopingspunt het gevaar doen ontstaan dat de conflictregels van de verordening worden ontweken. 7 -12 -2020 pag. 26
Arest van 13 septmber 2017, zaak C 570/15, X • Van betrokkene kan niet worden geoordeeld dat hij “gewoonlijk werkzaamheden van betekenis” in woonstaat verricht. • Daarom geldt niet (voorloper van) art. 13, maar de hoofdregel: lex loci laboris. 7 -12 -2020 pag. 27
Art. 13 lid 1 • Werknemer die in twee of meer lidstaten pleegt te werken is onderworpen van wetgeving van – Woonstaat indien daar “substantiëel gedeelte” van werkzaamheden wordt verricht – Indien niet: zeer gedetailleerde regels van Art. 13 lid 1 sub b). In veel gevallen: wetgeving van lidstaat waar de zetel of domicilie van onderneming of werkgever zich bevindt. • Indicatief criterium voor “substantiëel gedeelte”: indien minder dan 25% van arbeidstijd en/of bezoldiging in woonstaat: geen “substantiëel gedeelte” (Art. 14 lid 8 Ver. 987/2009) 7 -12 -2020 pag. 28
Art. 13 lid 1 • Definitie van “zetel” of “domicilie” van onderneming of werkgever: “zetel of domicilie waar de voornaamste beslissingen betreffende de onderneming worden genomen en waar de centrale bestuurstaken ervan worden uitgeoefend” (Art. 14 lid 5 bis Ver. 987/2009). Checklist Praktische Gids. • Definitie bedoeld als garantie tegen brievenbusfirma’s. • Maar wat als aan sommige criteria wél wordt voldaan maar aan andere niet? • Leidt tot verschillende interpretaties als het gaat om moeder/dochterondernemingen 7 -12 -2020 pag. 29
Toepasselijkheid Art. 13 • Art. 14 lid 5 Ver. 987/2009: “Voor de toepassing van artikel 13 lid 1 van de basisverordening wordt onder degene die ‘in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten’ verstaan, iemand die gelijktijdig of afwisselend , voor dezelfde onderneming of werkgever of voor verschillende ondernemingen of werkgevers, op het grondgebied van twee of meer lidstaten één of meer afzonderlijke werkzaamheden uitoefent”. 7 -12 -2020 pag. 30
Toepasselijkheid art. 13 • Gelijktijdige werkzaamheden: tegelijkertijd onder dezelfde of verschillende arbeidsovereenkomsten. – Werknemers in internationaal wegvervoer – S’morgens lidstaat A, s’middags lidstaat B. Werk tijdens weekend in andere lidstaat. – Werkzaamheden in lidstaat B tijdens betaald verlof in lidstaat A (Praktische Gids) • Arrest 13 september 2017, zaak C-569/15, X. NL werknemer wonend in NL nam drie maanden onbetaald verlof om in A te werken als werknemer. Is betrokkene “persoon die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten”? 7 -12 -2020 pag. 31
Arrest 13 september 2017, zaak C-569/15 • Hof: begrip “werkzaamheden in loondienst” zijn werkzaamheden die als zodanig worden beschouwd door wetgeving van lidstaat waar werkzaamheden worden uitgeoefend (De Jaeck, C-340/94). Indien persoon enerzijds in NL als werknemer blijft beschouwd gedurende onbetaald verlof en indien anderzijds werk in andere lidstaat gewoonlijk worden uitgeoefend en van betekenis zijn is op betrokkene (voorloper van) art. 13 van toepassing. 7 -12 -2020 pag. 32
Arrest van 13 september 2017, zaak C 569/15 • Hof: criteria om te beoordelen of werkzaamheden in andere lidstaat “gewoonlijk worden uitgeoefend en van betekenis zijn”: – Duur werkzaamheden – Aard van werkzaamheden zoals vastgelegd in contract én zoals daadwerkelijk uitgeoefend • Het is aan nationale rechter dit na te gaan 7 -12 -2020 pag. 33
Toepasselijkheid Art. 13 • Afwisselende werkzaamheden: opeenvolgende werkopdrachten die achtereenvolgens worden uitgevoerd in verschillende lidstaten. Enige regelmaat vereist. Leidraad: is het te verwachten dat de werkzaamheden in de verschillende lidstaten elkaar zullen opvolgen met een zekere regelmaat in de komende twaalf maanden? (Art. 14 lid 10 Ver. 987/2009; Praktische Gids) – X werkt ieder jaar van november tot april voor werkgever A in lidstaat B en van mei tot oktober voor werkgever C in lidstaat D 7 -12 -2020 pag. 34
Afwisselende werkzaamheden • Praktische Gids: “Als er geen duidelijke aanwijzing van een herhalend werkpatroon kan worden gevonden, moet de toepasselijke wetgeving worden vastgesteld krachtens elke overeenkomst en voor elke lidstaat afzonderlijk en niet krachtens artikel 13 van Verordening 883/2004” • Bevredigende situatie voor zeer mobiele personen? 7 -12 -2020 pag. 35
Afbakening Art. 12/ Art. 13 • Afbakening Art. 12 versus Art. 13: duur en aard werkzaamheden zijn doorslaggevend: zijn zij permanent of ad-hoc en tijdelijk van aard? (Art. 14 lid 7 Ver. 987/2009). Inhoud arbeidsovereenkomst kan van belang zijn. 7 -12 -2020 pag. 36
Voldoende garanties tegen misbruik art. 13? • Eis dat onderneming in lidstaat van vestiging “substantiële werkzaamheden” moet verrichten (zoals geëist voor Art. 12, detachering) geldt niet voor Art. 13! – Bouwbedrijf lidstaat A. Werknemers worden uitgezonden naar lidstaat B. “Detachering” enkel indien de 5 voorwaarden zijn vervuld. Alleen dan blijven werknemers onderworpen aan wetgeving lidstaat A. Zo niet: lex loci laboris is van toepassing: werknemers zijn onderworpen aan wetgeving lidstaat B. – Bouwbedrijf lidstaat A. Werft werknemers uit lidstaat B aan om te werken in lidstaten C en D. Art. 13 geldt zelfs indien onderneming geen “substantiële werkzaamheden” in lidstaat A verricht. Resultaat: wetgeving lidstaat A is van toepassing (“zetel onderneming”) 7 -12 -2020 pag. 37
Voldoende garanties tegen misbruik art. 13? • Recent geschil A/PL – Transportbedrijf A richt dochtermaatschappij op in PL waaraan het de aanwerving van personeel uitbesteedt. Dochter in PL sluit contracten af met PL werknemers. Stelt vrachtwagenbestuurders ter beschikking van moeder in A. Rijden in verschillende lidstaten buiten PL. Dochter heeft kantoren in PL. Houdt bestuursvergaderingen in PL en voert administratie in PL. Feit dat in PL geen substantiële transport activiteiten worden verricht is geen belemmering voor toepasselijkheid art. 13. 7 -12 -2020 pag. 38
Afbakening Art. 12/ Art. 13 • 2016 Onderzoek van Jozef Pacolet en Frederic De Wispelaere (KU-Leuven) over omvang toepassing Art. 12 en Art. 13 – In 2015 werden 2, 05 miljoen A 1 documenten afgegeven aan personen die in een lidstaat verzekerd zijn en in een andere lidstaat tewerk zijn gesteld. – Daarvan waren er 1, 489 miljoen afgegeven op basis van Art. 12 ( ong. 75%) – En 511. 789 op basis van art. 13 (= ong. 25%) 7 -12 -2020 pag. 39
Afbakening Art. 13/lex loci laboris • Afbakening lex loci laboris /art. 13 : niet altijd duidelijk. • Format, C-115/11). K woont in PL. Werkgever (Format) gevestigd in PL is onderaannemer actief in bouwsector in aantal lidstaten. Format verricht geen substantiële activiteiten in PL. Eerste tijdelijk contract: plaats tewerkstelling: PL en verschillende EU lidstaten “volgens instructies werkgever”. In feite, K werkte uitsluitend in F. Na einde contract: nieuw tijdelijk contract. Zelfde termen. K werkte uitsluitend in F. Derde tijdelijk contract, zelfde termen. K werkte uitsluitend in FL. • PL rechter vraagt Hof of K een persoon was “die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten”. 7 -12 -2020 pag. 40
Format • Hof: te constateren valt dat K gewoonlijk werkzaamheden verricht op grondgebied van één lidstaat. K kan dus niet onder Art. 13 vallen. Plaats van tewerkstelling in arbeidsovereenkomst verschilt van wijze waarop arbeidsovereenkomst is uitgevoerd. Hof herinnert aan beginsel van loyale samenwerking dat PL orgaan er toe verplicht in te staan voor juistheid van gegevens alvorens A 1 document af te geven. Indien blijkt dat arbeidssituatie van werknemer feitelijk afwijkt van contract, moet orgaan afgifte document A 1 weigeren. 7 -12 -2020 pag. 41
Format • Resultaat: K was niet een persoon waarop Art. 13 van toepassing was. Integendeel: de hoofdregel gold: lex loci laboris. Onder eerste en tweede contract was hij onderworpen aan wetgeving F. Onder laatste contract aan wetgeving FL. 7 -12 -2020 pag. 42
Bogdan Chain, C-198/14 • Chain is PL onderdaan wonend in PL. “Raamcontract” met uitzendbureau in CY. Plaats tewerkstelling contract: bouwplaatsen in verschillende EU lidstaten. Precieze lidstaat en duur werk hangt af van beschikbaarheid werk en vereisten opdracht. Wanneer geen werk beschikbaar: onbetaald verlof. Chain werkt onder dit contract in F, NO en B. 8 maanden na einde eerste contract: gelijkaardig contract. C werkt in RO en NO. • Voor eerste contract: CY orgaan geeft A 1 af, inhoudend dat CY wetgeving van toepassing was op grond van Art. 13. Voor tweede contract afgifte A 1 geweigerd. 7 -12 -2020 pag. 43
Bogdan Chain • CY rechter vraagt aan Hof of op Chain Art. 13 van toepassing was. • Adv-Gen (2015): Alle bepalingen Ver. 883/2004 moeten worden uitgelegd in licht doel Art. 48 VWEU: vrij verkeer vergemakkelijken. Dit vereist dat aan zeer mobiele werknemers garantie van een permanente sociale zekerheids-bescherming wordt geboden. Voor zulke werknemers moet ingewikkelde cumulatie van verschillende opeenvolgende toepasselijke sociale zekerheidsstelsels en een versnippering van bijdragen en uitkeringen worden voorkomen. 7 -12 -2020 pag. 44
Bogdan Chain • Uit de arbeidsovereenkomsten kon worden afgeleid dat Chain achtereenvolgens in verschillende lidstaten werkzaam zou zijn. Ook uit de feiten blijkt dat hij opeenvolgende werkopdrachten heeft uitgevoerd in verschillende lidstaten. Chain is dus een persoon “die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten”, zoals bedoeld in art. 13 lid 1, zelfs wanneer noch de precieze werkstaat noch de duur van werk in andere werkstaten in contract was bepaald. • Resultaat: CY wetgeving is van toepassing (“zetel van onderneming”) • Geen arrest Hof: verzoek om prejudiciële vraag is teruggetrokken door CY rechter 7 -12 -2020 pag. 45
Bogdan Chain • Chain’s werkgever was uitzendbureau geregistreerd in CY, dochter van wereldwijde moedermaatschappij gevestigd in IRL gespecialiseerd in het ter beschikking stellen van personeel. Moedermaatschappij maakte gebruik van dochter in CY om werknemers aan te werven met oog op niveau sociale zekerheidsbijdragen in CY • Geen arrest. Geen verduidelijking wat betreft afbakening lex loci laboris / art. 13……… 7 -12 -2020 pag. 46
IV. Commissievoorstel 2016 • 1. Tekst art. 12 aangepast om begrip “detachering” in Ver. 883/2004 identiek te maken aan begrip “detachering” in zin van Richtlijn 96/71, echter zonder te raken aan de personele werkingssfeer van Art. 12 zou moeten gelden voor werknemers die gedetacheerd worden in de zin van Richtlijn 96/71 óf die door hun werkgever worden “uitgezonden” naar een andere lidstaat. • Overeenstemming in Raad over andere tekst die het woord “detachering” vermijdt. Art. 12 geldt voortaan voor werknemers die door hun werkgever worden uitgezonden. 7 -12 -2020 pag. 47
Commissievoorstel 2016 • 2. Aanscherping vervangingsverbod. Vervangingsverbod zal gelden zelfs als uitgezonden werknemer een werknemer (of zelfstandige) vervangt die was uitgezonden vanuit een andere lidstaat. • Overeenstemming in Raad over voorstel • Raad heeft voorgesteld nieuw lid 2 bis toe te voegen dat een beperkte mogelijkheid tot vervanging van een voorheen uitgezonden werknemer of zelfstandige toestaat, indien de eerste uitgezonden persoon de werkzaamheden wegens onvoorziene omstandigheden niet kon voltooien. Voorwaarde: totale duur van uitzending overschrijdt niet max van 24 maanden. 7 -12 -2020 pag. 48
Commissievoorstel 2016 • 3. Geen voorstel tot wijziging maximum periode (24 maanden). • 4. Huidige tekst Art. 14 lid 1 Ver. 987/2009: Art. 12 geldt ook voor werknemer die uitsluitend in dienst is genomen met oog op verrichten van arbeid in andere lidstaat, onder voorwaarde dat betrokkene, onmiddellijk vóór begin werkzaamheden onderworpen was aan wetgeving van lidstaat van vestiging werkgever (geen tijdslimiet). Voorstel Commissie: … onder voorwaarde dat betrokkene, onmiddellijk vóór begin werkzaamheden, onderworpen was aan wetgeving van uitzendende lidstaat (geen tijdslimiet) • Raad: verdere discussies nodig 7 -12 -2020 pag. 49
Commissievoorstel 2016 • 5. Aanscherping garanties tegen misbruik art. 13. (Aanpassing tekst van Art. 14 lid 5 bis Ver. 987/2009). Werknemer die in twee of meer lidstaten pleegt te werken zal alleen dan onderworpen zijn aan wetgeving van lidstaat waar “zetel van onderneming” is gevestigd, indien die onderneming daar “substantiële werkzaamheden” verricht. Zo niet, dan is werknemer onderworpen aan wetgeving van lidstaat waar het centrum van belangen of werkzaamheden van die onderneming zich bevindt. • Raad: verdere discussies nodig 7 -12 -2020 pag. 50
Commissievoorstel 2016 • 6. Reeks wijzigingen in Ver. 987/2009 om controle van ontvangende lidstaat op detacheringen efficiënter te maken: – Benadrukken verplichting van bevoegd orgaan van uitzendende staat om relevante feiten te beoordelen en juistheid van gegevens te garanderen alvorens document A 1 af te geven (nieuw lid 3 art. 19) – A 1 document heeft alleen dan bindende kracht indien alle verplichte informatie is ingevuld. Bespoediging procedure voor verificatie en intrekking document A 1: tijdslimieten voor antwoorden (inspiratie: Richtlijn 2014/67). Bijzonder korte tijdslimieten in gevallen van fraude. Onmiddelijke en retroactieve intrekking document A 1 in gevallen van fraude (art. 5). Definitie van “fraude”(art. 1): “elk opzettelijk handelen of elk opzettelijk nalaten te handelen dat tot doel heeft socialezekerheidsuitkeringen te verwerven of te ontvangen of de betaling van sociale zekerheidsbijdragen te vermijden en dat in strijd is met de wetgeving van een lidstaat”. • Raad: voor sommige wijzigingen nadere discussie nodig 7 -12 -2020 pag. 51
Commissievoorstel 2016 • 7. De Europese Commissie wordt gemachtigd uitvoeringshandelingen vast te stellen om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de toepassing van art. 12 en 13 Ver. 883/2004. Standaardprocedure voor: – Afgifte, vorm en inhoud document A 1 – Vaststelling omstandigheden waarin document A 1 wordt afgegeven – Elementen die gecontroleerd moeten worden voordat document wordt afgegeven – Intrekking document wanneer juistheid en geldigheid door werkstaat worden betwist. • Raad: in grote lijnen akkoord 7 -12 -2020 pag. 52
V. Conclusies • Huidige Europese regelgeving die toepasselijk sociaalzekerheidsrecht vaststelt is onbevredigend. • Dit geldt met name (maar niet uitsluitend!) voor Art. 12 en 13. • Regelgeving soms voor verschillende uitleg vatbaar en ontbeert soms voldoende garanties tegen misbruik. • Dialoog- en bemiddelingsprocedure niet echt doeltreffend. • Bindende kracht document A 1 brengt autoriteiten in ontvangstaat in zwakke positie. 7 -12 -2020 pag. 53
Conclusies • Voorstellen Commissie 2016 stap in goede richting • Maar voorstellen brengen geen substantiële verandering in basisvoorwaarden voor detachering • Voorstellen bevatten geen criteria ter verduidelijking afbakening lex loci laboris / art. 13 • Gaat voorstel tot wijziging art. 13 ver genoeg? Geen voorstel tot wijziging Art. 13(3) – Persoon werkt 0, 5 dag per week als werknemer in lidstaat A en 4, 5 dagen per week als zelfstandige in lidstaat B. Persoon is onderworpen aan wetgeving lidstaat A, zelfs indien hij in die lidstaat geen “substantiëel gedeelte” van zijn werkzaamheden verricht! 7 -12 -2020 pag. 54
Conclusies • Nood aanpassing Europese regelgeving aan toenemend fenomeen van thuiswerk. Thuiswerkers worden thans geacht in woonstaat te werken. Kan leiden tot toepasselijkheid art. 13 en dus tot verandering van bevoegde lidstaat. Nood aan verduidelijking begrip “werkplaats”. • Nood aanpassing Europese regelgeving die toepasselijke wetgeving aanwijzen voor zeer mobiele werknemers die niet voldoen aan eisen art. 13 (geen herhalend werkpatroon) – Leidend beginsel zou kunnen zijn: met welke lidstaat heeft werknemer de nauwste band met zijn werk? – Begrip “thuisbasis” voor leden van cockpit- of cabinepersoneel van vliegtuigen is illustratie 7 -12 -2020 pag. 55
• Dank U voor Uw aandacht! 7 -12 -2020 pag. 56
- Slides: 56