De werking van het zenuwstelsel Inhoud en doel

  • Slides: 15
Download presentation
De werking van het zenuwstelsel.

De werking van het zenuwstelsel.

Inhoud en doel Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel Uitleg en video Opdracht interview,

Inhoud en doel Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel Uitleg en video Opdracht interview, voor verdieping van de kennis Kenniskiem boekje hoofdstuk 8 lezen en maken Doel: kennis hebben van en weten hoe de anatomie en fysiologie is van het zenuwstelsel

Wat is het zenuwstelsel? Motor lichaam. Coördineert handelingen. Stuurt spieren aan. Verwerkt prikkels. Verwerkt

Wat is het zenuwstelsel? Motor lichaam. Coördineert handelingen. Stuurt spieren aan. Verwerkt prikkels. Verwerkt emotionele en cognitieve processen.

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Drie verschillende onderdelen. ◦ Zenuwweefsel. ◦ Zenuwcellen. ◦ Gliacellen.

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Drie verschillende onderdelen. ◦ Zenuwweefsel. ◦ Zenuwcellen. ◦ Gliacellen.

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Zenuwweefsel. ◦ Het weefsel waaruit zenuwstelsel is samengesteld. ◦

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Zenuwweefsel. ◦ Het weefsel waaruit zenuwstelsel is samengesteld. ◦ Bestaat uit. Zenuwcellen. Gliacellen.

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Zenuwcellen. ◦ Behoort tot belangrijkste elementen zenuwstelsel. ◦ Informatie-

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Zenuwcellen. ◦ Behoort tot belangrijkste elementen zenuwstelsel. ◦ Informatie- en signaalverwerkers. ◦ Zijn prikkelbaar. Kunnen signalen ontvangen en doorgeven zonder verlies signaalsterkte. ◦ Neuronen

Neuronen Informatie verwekkers Sensorisch en sensible Schakel of ook wel intern Motorische

Neuronen Informatie verwekkers Sensorisch en sensible Schakel of ook wel intern Motorische

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Gliacellen. ◦ Verzorgen de neuronen. ◦ Zijn in staat

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit? Gliacellen. ◦ Verzorgen de neuronen. ◦ Zijn in staat zich te delen. ◦ Vervullen 7 functies. Ondersteunen hersenweefsel. Beschermen axonen en verbeteren elektrische geleiding. Opruimen afval na neuronale verwonding of celdood. Bufferen concentratie kaliumionen in extracellulaire ruimtes. Wijzen weg aan migrerende zenuwcellen en geven richting groei axonen aan. Helpen bloed-hersenbarrière in stand te houden. Voorzien zenuwcellen van voedingsstoffen.

Het zenuwstelsel bij gewervelde dieren. Hoogst ontwikkelde zenuwstelsel. Onder te verdelen in vier groepen.

Het zenuwstelsel bij gewervelde dieren. Hoogst ontwikkelde zenuwstelsel. Onder te verdelen in vier groepen. ◦ Centrale zenuwstelsel. ◦ Perifere zenuwstelsel. ◦ Autonome zenuwstelsel. ◦ Animale zenuwstelsel.

Zenuwstelsel bij gewervelde dieren. centrale zenuwstelsel. ◦ Hersenen en ruggenmerg. ◦ Schedel en ruggengraat.

Zenuwstelsel bij gewervelde dieren. centrale zenuwstelsel. ◦ Hersenen en ruggenmerg. ◦ Schedel en ruggengraat. ◦ Grote hersenen voor bewustwording, kleine hersenen voor coordinatie ◦ Bestuurt de meeste functies van het zenuwstelsel en spieren. Perifere zenuwstelsel. ◦ Dat wat niet wordt geregeld door het centrale zenuwstelsel. ◦ Volledig opgebouwd uit zenuwen. Autonome zenuwstelsel. ◦ Maakt deel uit van het perifere stelsel. Animale zenuwstelsel. ◦ Bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het lichamelijke gedeelte van het perifere zenuwstelsel.

Indeling centraal zenuwstelsel. Video youtube

Indeling centraal zenuwstelsel. Video youtube

Indeling centraal zenuwstelsel. Ruggenmerg. ◦ Meest onderste deel van het centraal zenuwstelsel. ◦ Ontvangt

Indeling centraal zenuwstelsel. Ruggenmerg. ◦ Meest onderste deel van het centraal zenuwstelsel. ◦ Ontvangt en verwerkt sensorische informatie. Huid. Gewrichten. Spieren van de ledematen. Borst, rug, buik. (torso) ◦ Stuurt bewegingen van ledematen en torso aan.

Indeling centraal zenuwstelsel. Verlengde merg. ◦ Ligt direct boven het ruggenmerg. ◦ Bevat verschillende

Indeling centraal zenuwstelsel. Verlengde merg. ◦ Ligt direct boven het ruggenmerg. ◦ Bevat verschillende centra. Verantwoordelijk voor vitale autonome functies.

Willekeurig en onwillekeurig. Willekeurig. (somatische zenuwstelsel) ◦ Neemt prikkels uit omgeving waar en reageert

Willekeurig en onwillekeurig. Willekeurig. (somatische zenuwstelsel) ◦ Neemt prikkels uit omgeving waar en reageert daarop. ◦ Bestaat uit aanvoerende zenuwen (sensorische zenuwen) ◦ Sturen prikkels van bijv. de zintuigen naar het centrale zenuwstelsel. ◦ En uit afvoerende zenuwen. ◦ Sturen prikkels juist vanuit de hersenen naar de spieren. (motorische zenuwbanen)

Willekeurig en onwillekeurig. Onwillekeurig. (autonome zenuwstelsel) ◦ Regelt belangrijke functies. Spijsvertering. Ademhaling. Bloedsomloop. Bloeddruk.

Willekeurig en onwillekeurig. Onwillekeurig. (autonome zenuwstelsel) ◦ Regelt belangrijke functies. Spijsvertering. Ademhaling. Bloedsomloop. Bloeddruk. Uitscheiding van afvalstoffen. Voortplanting. ◦ Bestaat uit 2 delen. Het sympathische deel. verantwoordelijk voor inspanning. Het parasympathische deel. Verantwoordelijk voor rust.