DE STARRTMETHODE Hulpmiddel om te reflecteren STARRTMETHODE Bestaat

DE STARRT-METHODE Hulpmiddel om te reflecteren

STARRT-METHODE Bestaat uit zes stappen: • Situatie • Taak • Actie • Resultaat • Reflectie • Toepassen/Transfer

SITUATIE • Wat was de situatie? • Waar en wanneer vond die situatie plaats? • Wie waren er bij betrokken? • Welke werkprocessen en competenties stonden centraal? (bijv. in eigen woorden uitleggen of theorie toepassen) • Wat was de mate van zelfsturing? (hoe ben je te werk gegaan) • Wat boeide en belemmerde je?

TAAK • Wat was jouw taak? • Wat wilde je bereiken? • Wat was je verantwoordelijkheid? (waar en hoe heb jij zorg voor gedragen)

ACTIE • Welke acties heb je gepland? (welke stappen heb je genomen) • Welke materialen en middelen heb je gebruikt? • Vanuit welke methodiek/theorie heb je gehandeld? (bijv. internet of boeken) • Wat hielp je? • Hoe was het gedrag van anderen? • Hoe heb je gereageerd op het gedrag van anderen?

RESULTAAT • Wat zijn de resultaten? (wat moest het opleveren en wat heeft het uiteindelijk opgeleverd) • Welke kennis/vaardigheden/houding heb je toegepast? • Welke keuzes heb je gemaakt en waarom? • Ben je tevreden over de kwaliteit van jouw handelen? En waarom wel/niet?

REFLECTIE • Hoe kijk je terug op deze situatie? • Welke competenties heb je hierbij ontwikkeld? (bijv. niet voorlezen maar in eigen woorden vertellen) • Wat lukte goed? En waarom? • Wat zou je anders doen? En waarom? • Wat heb je geleerd? En waarom? • Welke competenties wil je verder ontwikkelen? En waarom? (waar kun jij meer uithalen) • Welke inzichten heb je gekregen? En waarom? (wat voor nieuwe kennis heb je opgedaan)

TOEPASSEN/TRANSFER • Wat ga je anders doen door nieuwe inzichten? En waarom? • Welke leerdoelen heb je ondervonden? • In welke situaties ga je het toepassen? En waarom? • Welke mogelijkheden heb je tot je beschikking?

WAAROM DE ‘WAAROM’? • Als je niet weet waarom je iets gedaan hebt, is er geen sprake van gedragsverandering • Is een groot onderdeel van reflecteren • Geeft inzicht in je eigen doen en laten • Daarmee toon je aan dat je aan anderen kunt laten zien wat je hebt geleerd, maar ook wat je de volgende keer anders gaat doen

AAN DE SLAG Schrijf aan de hand van de STARRT-methode opnieuw jouw reflectie over de presentatie • Tijd: 45 min • Individueel • Vragen? Eerst medestudent vragen, daarna de docent • Eind van de les de aangepaste reflectie inleveren • Klaar? Lezen boek Pedagogisch werk 2 – thema 4