DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER EIGENSCHAPPEN VAN EEN

  • Slides: 30
Download presentation
DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER

DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER

EIGENSCHAPPEN VAN EEN CILINDER: q Een cilinder heeft boven en onder een cirkel. q

EIGENSCHAPPEN VAN EEN CILINDER: q Een cilinder heeft boven en onder een cirkel. q De rest van de cilinder bestaat uit een afgerond vlak. q Je kan ermee rollen.

VOORBEELDEN UIT HET DAGELIJKSE LEVEN:

VOORBEELDEN UIT HET DAGELIJKSE LEVEN:

HOE ZIET DE MANTEL VAN EEN CILINDER ER UIT?

HOE ZIET DE MANTEL VAN EEN CILINDER ER UIT?

HOE ZIEN DE ONTVOUWINGEN VAN ANDER LICHAMEN ERUIT? Kubus Balk

HOE ZIEN DE ONTVOUWINGEN VAN ANDER LICHAMEN ERUIT? Kubus Balk

WAT MISSEN WE DAN NOG BIJ DE CILINDER? De grondvlakken WELKE VORM HEBBEN DEZE?

WAT MISSEN WE DAN NOG BIJ DE CILINDER? De grondvlakken WELKE VORM HEBBEN DEZE? Cirkelvormig

DE ONTVOUWING VAN DE CILINDER ZIET ER DUS ZO UIT:

DE ONTVOUWING VAN DE CILINDER ZIET ER DUS ZO UIT:

DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER = (zoals bij de kubus en de blak) De

DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER = (zoals bij de kubus en de blak) De som van oppervlaktes van alle zijvlakken

DUS: De oppervlakte van de mantel (rechthoek) + De oppervlakte van de grondvlakken (cirkel)

DUS: De oppervlakte van de mantel (rechthoek) + De oppervlakte van de grondvlakken (cirkel)

De oppervlakte van de mantel = De oppervlakte van een rechthoek = bx h

De oppervlakte van de mantel = De oppervlakte van een rechthoek = bx h

De oppervlakte van de grondvlakken = De oppervlakte van een cirkel = rxrx X

De oppervlakte van de grondvlakken = De oppervlakte van een cirkel = rxrx X 2 π want er zijn 2 cirkels

DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER = 2 xr xrx + bx π h

DE OPPERVLAKTE VAN EEN CILINDER = 2 xr xrx + bx π h

THE 5600 CUBICMETER PACKAGE • Christo = kunstenaar • ‘inpakkunst’ -> inpakken van gebouwen

THE 5600 CUBICMETER PACKAGE • Christo = kunstenaar • ‘inpakkunst’ -> inpakken van gebouwen

THE 5600 CUBICMETER PACKAGE • 85 meter hoog • Diameter van 10 meter Hoeveel

THE 5600 CUBICMETER PACKAGE • 85 meter hoog • Diameter van 10 meter Hoeveel stof heeft hij gebruikt?

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 xr xrx +

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 xr xrx + bx π h

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 5 m

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 5 m x 3, 14 + bx 85 m BASIS

Hoe kunnen we de basis berekenen met de informatie die we hebben? H =

Hoe kunnen we de basis berekenen met de informatie die we hebben? H = 85 meter Diameter = 10 meter

Basis = ?

Basis = ?

Basis = omtrek van de cirkel

Basis = omtrek van de cirkel

Omtrek van de cirkel = ? diameter straal

Omtrek van de cirkel = ? diameter straal

2 xrx π Omtrek van de cirkel = diameter straal

2 xrx π Omtrek van de cirkel = diameter straal

Omtrek van de cirkel = 2 xrx π Diameter = 10 meter straal =

Omtrek van de cirkel = 2 xrx π Diameter = 10 meter straal = ? diameter straal

Omtrek van de cirkel = 2 xrx π Diameter = 10 meter straal =

Omtrek van de cirkel = 2 xrx π Diameter = 10 meter straal = diameter : 2 diameter straal = 10 m : 2 = 5 m

Omtrek van de cirkel = diameter straal 2 xrx straalπ= 5 m 2 x

Omtrek van de cirkel = diameter straal 2 xrx straalπ= 5 m 2 x 5 m x 3, 14 = 31, 4 m

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 5 m

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 5 m x 3, 14 +bx 85 m =

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 5 m

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 5 m x 3, 14 + 31, 4 m x 85 m

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 78, 5

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 2 x 78, 5 m² + 2669 m² =

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 157 m² + 2669

Hoeveel stof heeft hij gebruikt? -> Wat is de oppervlakte? 157 m² + 2669 m² = 2826 m²