De opbouw van een stad De opbouw Veel

De opbouw van een stad. De opbouw Veel Nederlandse steden hebben dezelfde opbouw. Het hart van de stad is de binnenstad. Rondom de binnenstad liggen de woongebieden. Hoe verder naar de buitenkant van de stad hoe jonger de bebouwing. In Amsterdam zie je heel duidelijk het oude centrum met de grachten.

8 Verschillende woonwijken In Nederland zijn er 8 verschillende soorten woonwijken. We behandelen de kenmerkende woongebieden en bekijken welke bewoners er in de wijk wonen. Neem daarom per wijk de tabel over zoals je hiernaast ziet. Type woonwijk Bouwjaar Kenmerken woonwijk Type bewoners 1. 2. 3. 4.

De binnenstad (centrum) Singelgracht Marktplein Ook vind je soms restanten van een stadsmuur. De stadsmuren werden vroeger gebouwd om de steden te beschermen tegen aanvallen van vijanden. Rond de stadsmuur lag de Singelgracht. Deze is tegenwoordig vaak ook nog te herkennen. Soms is de singelgracht nog helemaal aanwezig, soms is deze gedempt en loopt er een weg overheen zoals je op de foto’s ziet. Het hart van de stad is de binnenstad. In deze binnenstad staan veel mooie oude gebouwen die gebouwd zijn ongeveer vanaf het midden van de 19 e eeuw. Vaak vind je in de binnenstad smalle straten die niet helemaal recht lopen.

De binnenstad (centrum) Hier zie je een foto van de Bijenkorf in Amsterdam. Dit is een erg oud gebouw. Aan de drukte op straat en de reclameborden kun je zien dat hier geld verdiend wordt! In de binnenstad krioelt het vaak van de mensen. Veel bedrijven willen er dan ook graag zitten. De grondprijzen zijn erg hoog. Daardoor is de grond te duur geworden voor de gewone woningbouw en wonen er dus ook niet veel mensen meer.

1. Woongelegenheid in het centrum Tegenstrijdig: In Amsterdam woonden in 1909 zo’n 300. 000 mensen in het centrum, tegenwoordig zijn dat er nog maar 80. 000. Door gentrificatie veranderde oude arbeiderswijken in gewilde woningen.

Cityvorming: in de oude binnenstad wordt wonen vervangen door kantoren en winkels.

1950 Rotterdam Blaak 1885

Rotterdam Blaak 1950

Rotterdam Blaak 2009

Rotterdam Blaak 201?

Vul in! Type woonwijk Bouwjaar Kenmerken woonwijk Type bewoners Woongelegenheid in het centrum Historische bebouwing Cityvorming: in de oude binnenstad wordt wonen vervangen door kantoren en winkels. Yuppen en dinkies (Young Urban Professionals & 1. 2. 3. 4. Double Income No Kids).

2. 19 e eeuwse Arbeiderswijken De huizen zijn gebouwd aan het eind van de 19 e eeuw. Tijdens de industriële revolutie vestigden er nieuwe fabrieken in de stad. Daardoor kwamen er veel mensen naar de stad. Er moesten snel veel woningen komen. Arbeiderswoningen zijn erg klein met vaak maar 1 verdieping. Ze zien er allemaal hetzelfde uit. Dit was makkelijk om te bouwen. Vaak zijn de straten erg smal en openbare ruimten als pleinen en plantsoenen of grasveldjes ontbreken.

Kenmerken: • Eentonige rijen huizen • Slechte kwaliteit • Smalle straten • Geen tuinen De bewoners: De Kiefhoek in Rotterdam is een arbeiderwijk gebouwd voor de havenarbeiders die kwamen werken in de haven. Tegenwoordig wonen er vooral sociaal achtergestelde mensen, studenten en allochtonen!

3. Vooroorlogse buurten 1901 -1940 Ook wel woningwet wijken genoemd In 1901 heeft de regering regels opgesteld om te voorkomen dat er nog meer slechte huizen werden gebouwd. De woningwet. Er kwam meer openbaar groen en openbare ruimten*. Tuindorp Vreewijk in Rotterdam is een voorbeeld van meer groen en openbare ruimten in de wijk. * Openbare ruimte is een ruimte waar iedereen mag komen.

Kenmerken: • Goede kwaliteit Goede • Goede kwaliteit • • Veel etagebouw Enig openbaar groen • Enig openbaar groen. Bewoners: Variërend

4. Naoorlogse buurten Na de tweede wereldoorlog was de woningnood weer erg hoog. Veel huizen waren in de oorlog kapot gegaan. In deze tijd werden de flatwijken gebouwd. Deze flats waren bedoeld voor gezinnen In deze wijken zie je ook weer veel openbare ruimten.

DE jaren na WO II Kenmerken: • Systeembouw • Etage-of duplex • Eenvoudig Bewoners: Eind ’ 50 gezinnen met kinderen, tegenwoordig ouderen, sociaal achtergestelden.

5. ’ 70 Hoogbouw De flats worden vooral door starters op de woonmarkt bewoond die na verloop van tijd graag vertrekken naar ruimere woningen. De Bijlmermeer in Amsterdam.

Kenmerken: • Hoogbouw in het groen • Door hoogbouw veel ruimte voorzieningen • Nu vaak al probleemgebieden. Bewoners: Starters, Sociaalachtergestelden

6. Suburbane woonbuurt ‘ 70 Na 1970 ging men meer aandacht besteden aan de woonomgeving. Er kwamen meer eengezinswoningen met tuinen in een groene omgeving. Het stratenpatroon werd vaak een stuk speelser: straten die 'rond' lopen, hofjes.

De doorzonwoning is het meest gebouwde type huis in Nederland. De zon komt door het hele huis door de grote ramen aan de vooren achterkant.

Kenmerken: • Veel eengezinswoningen • Lage bebouwingsdichtheid • Speelse, gevarieerde bebouwing. • Woonerf Bewoners: Gezinnen

7. Suburbane woonbuurt ‘ 80 Suburbane Woonbuurt ‘ 80 Na 1980 ging men meer aandacht besteden aan de woonomgeving. Er kwamen meer eengezinswoningen met tuinen in een groene omgeving

Kenmerken: • Rijke, nieuwe wijken met luxe villabouw. • Wijken met veel variatie in prijs en kwaliteit. Bewoners: Gezinnen, ‘Rijke’ ouderen

8. Vinex wijken ‘ 93 Vinex wijken (Vierde Nota Extra) zijn na 1993 gebouwd aan de rand van de grote steden er moesten van elkaar verschillende grotere huizen worden gebouwd met ruime tuinen. Ook moest er goed openbaar vervoer komen, zodat de mensen niet meer met de auto naar hun werk hoefden.

Kenmerken: • Veel dezelfde soort huizen. • Goede bereikbaarheid met het ov. • Wonen aan het water is populair. Bewoners: Gezinnen

Toekomst voor Nederland? Nu al in de VS. Gated communities: Ommuurde groepen woningen bewaakt door een beveiligingsdienst uit angst voor de armere mensen.