De CELF4 NL een nieuw instrument voor de
- Slides: 58
De CELF-4 NL: een nieuw instrument voor de diagnostiek van taalproblemen (Clinical Evaluation of Language Fundamentals – 4) Marleen D’hondt Mark Schittekatte Willem Kort
CELF-4 Clinical Evaluation of Language Fundamentals-4 2003 Eleanor Semel, Elizabeth Wiig, Wayne A. Secord
CELF – 4 NL • individuele afname • evalueert aard en omvang van taalproblemen bij kinderen en adolescenten van 5 - 18 jaar • meet zowel taalniveau, expressieve als receptieve taalvaardigheden
Beoordelingsproces CELF-4 NL • Stap 1. Nagaan of er sprake is van een taalprobleem • Stap 2. Beschrijving van de aard van het probleem • Stap 3. Beoordeling van de onderliggende problematiek • Stap 4. Beoordeling van taal en communicatie in de context
Uitgangspunten • Taaldomeinen - morfologie - semantiek - syntaxis - fonologie - pragmatiek • Taalgedrag - receptieve taal - expressieve taal • Taalaspecten - inhoud - vorm - gebruik
Taalmodaliteiten en -aspecten Receptief Inhoud Vorm Gebruik Semantiek woordenschat passief semantische relaties begrijpen verhalen begrijpen Fonologie spraakklanken waarnemen Syntaxis begrijpen van zinnen Morfologie begrijpen van woordvormen Pragmatiek Begrijpen communicatie Executieve Functies Werkgeheugen Expressief woordenschat passief semantische relaties produceren verhalen produceren spraakklanken produceren productie van zinnen Productie van woordvormen Gebruik communicatie
Stappen Stap 1 Probleemidentificatie: Kernscore Stap 2 Probleembeschrijving: 4 Indexscores - Receptieve Taal Index Expressieve Taal Index - Taalinhoud Index - Taalvorm Index Stap 3 Beoordeling problematiek - Werkgeheugen Index - Fonologisch Bewustzijn Stap 4 Context - Pragmatieklijst - Observatieschaal
Subtests • Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) • Woordstructuur (WS) • Zinnen Herhalen (ZH) • Zinnen Formuleren (ZF) • Woordcategorieën 1 en 2 (WC) • Zinnen Begrijpen (ZB) • Actieve Woordenschat (AW) • Definities van Woorden (DW) • • Tekstbegrip (TB) Semantische Relaties (SR) Zinnen Samenstellen (ZS) Fonologisch Bewustzijn (FB) Cijfers Herhalen (CH) Reeksen Opsommen (RO) Woordassociaties (WA) Snel Benoemen (SB)
Subtests naar dimensies Receptief Expressief Inhoud Begrippen en Aanwijzingen Volgen Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordstructuur Woordcat. Receptief Woordcat. Expressief Tekstbegrip Zinnen Begrijpen Actieve Woordenschat Zinnen Samenstellen Semantische Relaties Definities van Woorden Reeksen Opsommen Woordassociaties Snel Benoemen Fonologisch Bewustzijn X Vorm X X X X X X X X X
Subtests stap 1 (probleemidentificatie) Kernscore 5 -8 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordstructuur Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren 9 -12 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën 13+ jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën Definities van Woorden
Subtests stap 2 (probleembeschrijving) Receptieve Taalindex 5 -8 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën receptief Zinnen Begrijpen 9 -12 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën receptief Semantische Relaties 13+ jr Woordcategorieën receptief Semantische Relaties Zinnen Herhalen
Subtests stap 2 (probleembeschrijving) -vervolg 1 Expressieve Taalindex 5 -8 jr Woordstructuur Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën expressief Actieve Woordenschat 9 -12 jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën expressief Actieve Woordenschat Definities van Woorden 13+ jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën expressief Definities van Woorden
Subtests stap 2 (probleembeschrijving) –vervolg 2 Taalinhoud Index 5 -8 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën Actieve Woordenschat 9 -12 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën Tekstbegrip Actieve Woordenschat of Definities van Woorden 13+ jr Woordcategorieën Tekstbegrip Definities van Woorden Semantische Relaties
Subtests stap 2 (probleembeschrijving) –vervolg 3 Taalvorm Index 5 -8 jr Woordstructuur Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Zinnen Begrijpen 9 -12 jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Zinnen Samenstellen 13+ jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Zinnen samenstellen
Begrippen en Aanwijzingen Volgen De vaardigheden om - mondeling gegeven aanwijzingen te begrijpen - de namen en kenmerken van voorwerpen zich te kunnen herinneren en de volgorde waarin deze werden opgesomd; - het voorwerp aan te wijzen dat door een plaatje wordt aangeduid.
Woordstructuur Het beoordelen van de vaardigheid om - de regels voor woordvorming (morfologie) toe te kunnen passen - de juiste voornaamwoorden te gebruiken bij het verwijzen naar mensen en dingen.
Zinnen Herhalen De vaardigheid om - te luisteren naar gesproken zinnen van toenemende lengte en complexiteit - zinnen te herhalen zonder veranderingen in woordbetekenissen, verbuigingen, woordvormen of zinsstructuur.
Zinnen Formuleren De vaardigheid om volledige, semantisch en grammaticaal juiste zinnen te formuleren, van toenemende lengte en complexiteit.
Woordcategorieën Het vermogen om verband te leggen tussen woorden met een vergelijkbare betekenis en dat verband onder woorden te brengen (zowel receptief als expressief)
Zinnen Begrijpen De vaardigheid om de bedoeling van gesproken zinnen te begrijpen door het aanduiden van prentjes die de betekenis van de zin aangeven.
Actieve Woordenschat Het kunnen benoemen van afbeeldingen van mensen, voorwerpen en handelingen.
Definities van Woorden De vaardigheid om aan te geven wat woorden betekenen, in hoeverre woorden wat betreft betekenis met elkaar overeenkomen en hoe woorden kunnen worden gedefinieerd door categorieën te gebruiken
Tekstbegrip de vaardigheid om - de aandacht vast te houden bij het luisteren naar gesproken tekst; - mondelinge tekst en verhalen te begrijpen; - vragen te beantwoorden over de inhoud van het verhaal; - kritisch te kunnen denken en tot logische antwoorden te komen
Semantische Relaties het kunnen interpreteren van zinnen waarin - vergelijkingen worden gemaakt; - een plaats of een richting wordt aangegeven; - tijdsrelaties worden aangegeven; - een volgorde in een reeks wordt aangegeven; - een lijdende vorm wordt gebruikt.
Zinnen Samenstellen De vaardigheid om door het combineren van woorden en groepen woorden grammaticaal juiste en semantisch betekenisvolle zinnen te vormen.
Fonologisch Bewustzijn De kennis van de klankstructuur van de taal en kunnen omgaan met klank. - weergave van zinnen, lettergrepen en fonemen in hun onderdelen; - combinatie van lettergrepen en fonemen; - aangeven van lettergrepen; - identificatie en bewerking van fonemen. Afname bij lage score op Zinnen Begrijpen en Woordstructuur.
Cijfers Herhalen De vaardigheid om in lengte toenemende reeksen willekeurige cijfers, voorwaarts en achterwaarts na te zeggen. Deze vaardigheid doet een beroep op aandacht en concentratievermogen en het auditieve/verbale werkgeheugen
Reeksen Opsommen De vaardigheid om vlot om te gaan met auditieve en verbale informatie en die te ordenen. Doet beroep op auditief/verbaal werkgeheugen
Woordassociaties Het kunnen ordenen van woorden naar hun betekenis. • • Van belang bij kinderen bij wie het vermoeden bestaat dat er sprake is van executieve functiestoornissen ADHD of het syndroom van Gilles de la Tourette problemen die verband houden met de aandachtsfunctie of het werkgeheugen leerproblemen waarvoor behandeling wenselijk is. Af te nemen bij Expressieve Taal Index < 80 en bij kinderen met een lage score bij Zinnen Formuleren (problemen bestaan bij het verwerven van de woordenschat).
Snel Benoemen De vaardigheid om visuele stimuli (kleuren, vormen en combinaties van kleuren en vormen) visueel te verwerken, te benoemen en in het werkgeheugen op te slaan. Af te nemen bij kinderen < 80 op Expressieve Taal Index en bij lage score op Zinnen Formuleren (normscore <7)
Scoring Bij verschillende antwoordmogelijkheden juiste interpretatie aan de hand van voorbeelden Antwoorden in streektaal/dialect toegestaan – geen beoordeling juist gebruik standaardtaal
Scores Resultaten subtests en factoren in normscores en percentielen. Normscores: gebaseerd op de leeftijd (518). De leeftijdsperiode bij 5 -7 jaar een half jaar, bij > 7 één jaar. Percentielen: hoe iemands score zich verhoudt tot de rest van zijn of haar groep. Aangegeven hoe groot het percentage mensen is met een score gelijk aan of lager dan een aangegeven score.
Normscores: gebaseerd op gemiddelde score (M) en de gemiddelde afwijking daarvan (standaardafwijking, SD). Subtests: scores 1 -19, M: 10, SD: 3 Indexscores: M: 100, SD: 15
Normale verdeling
Kwalitatieve omschrijving normscores/percentielen subtests Normscore 19 16 13 10 7 4 1 Afstand tot gemiddelde Percentielscore Omschrijving +3 SD +2 SD +1 SD Gemiddelde -1 SD -2 SD -3 SD 99, 9 98 84 50 16 2 0, 1 Veel beter dan normaal Beter dan normaal Normaal Slechter dan normaal Veel slechter dan normaal
Kwalitatieve omschrijving normscores/percentielen Indexscores Normscore Afstand tot gemiddelde Percentielscore Omschrijving 115 en hoger 86 – 114 78 – 85 71 – 77 70 en lager 1 SD en hoger Tussen +1 en -1 SD Tussen -1, 5 SD Tussen -1, 5 en -2 SD en lager 84, 1 en hoger 17, 5 – 82, 5 7, 1 -14, 3 2, 7 - 6, 3 2, 3 en lager Boven gemiddeld Gemiddeld Iets beneden gemiddeld Duidelijk beneden gem. Veel minder dan gem.
Betrouwbaarheidsintervallen Betrouwbaarheidsinterval: binnen welke grenzen kan men vertrouwen dat bij herhaalde afname dezelfde score wordt behaald. Betrouwbaarheidsintervallen vermeld voor 90% en 95%
Scoreverschillen Statistische significantie: aanduiding van de grootte die het verschil moet hebben om op 5% niveau of 10% niveau significant te zijn Prevalentie: aanduiding van de mate waarin verschillen in de praktijk voorkomen (ongeacht statistische significantie)
Ontwikkeling en aanpassing CELF- 4 NL - Vertaling en aanpassing voor gehele Nederlandstalige gebied - Advies van Nederlandse en Vlaamse taalkundigen en logopedisten - Veel aandacht aan verschillen Ned. – Eng. in woord- en zinsstructuur.
Vooronderzoek Proefversie van 11 subtests 228 kinderen in 3 leeftijdsgroepen 5 -7 jaar 9 -11 jaar 13 -15 jaar Met oog op eventuele regionale taalverschillen gelijke verhouding NL -VL
Resultaten vooronderzoek - Goede betrouwbaarheden: homogeniteit (α) tussen. 80 en. 95 - Scoreverschillen NL - VL en jongens - meisjes zeer gering - Wel aanpassingen in volgorde opgaven - Instap- en afbreekregels vrijwel ongewijzigd
Normering Representatieve steekproef -11 leeftijdsgroepen 5 - 15 jaar - Specifieke aandacht voor: autistisch spectrum slechthorend taal- en communicatieproblemen dyslexie
Betrouwbaarheid - Redelijke tot goede betrouwbaarheden: homogeniteit (α) van Kernscore. 93 en van Indexscores tussen. 78 en. 94. - Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen. 80 en. 99
Validiteit • Eén duidelijke algemene taalfactor • Andere factoren: * Taalbegrip (<9 jaar) * Woordkennis en Benoemvaardigheid (9+) • Duidelijke samenhang subtests Indexscores • Sterke samenhang Kernscore -Indexscores • Geringere samenhang * Receptieve - Expressieve Taal Index * Taalinhoud Index - Taalvorm Index
Interpretatie Factoren Kernscore Goede maat Algemene Taalfactor Indexscores: praktische en nuttige aanknopingspunten bij het klinische gebruik van de CELF-4 NL
Specifieke groepen • • ESM: ASS: SH: Dyslexie: N=167 (NL=128, VL=39) N=19 (alleen NL) N=25 (alleen NL) N=38 (NL=16, VL=22) • Etnische herkomst Westers allochtoon: 4% (NL=3, 6%, VL 5, 5%) Niet-westers allochtoon: 13, 05% (NL=15, 1%, VL=11, 1%)
Subtestscores specifieke groepen normeringsonderzoek
Indexscores specifieke groepen normeringsonderzoek
Etnisch-culturele achtergrond: subtests
Etnisch-culturele achtergrond: indexscores
Aanvullend onderzoek Vlaanderen 42 kinderen leerstoornissen (23 dyslexie, 15 dyscalculie, 4 beide) 24 hoorproblemen 33 mentale handicap (IQ 50 – 70)
Kernscore
Receptive Taal Index
Expressive Taal Index
Taalinhoud Index
Taalvorm Index
Werkgeheugen
Subtestscores
- He luister mee naar een nieuw verhaal
- He luister mee naar een nieuw verhaal
- Draaiboek voorbeeld evenement
- Guinea vogel
- Meervoud steiger
- Nieuw roz model
- Nieuw decreet kinderopvang
- Procentuele toename berekenen
- Ontbinding en vereffening in één akte wvv
- Bond voor gehandicaptensport
- Technische richtlijnen voor een woningkwaliteitsonderzoek
- Passief blaasspoelen
- Voor elk probleem is er een oplossing
- Voor en achtervoegsels
- Onderwerpen voor een betoog
- Voor elk probleem is er een oplossing
- Voor alles is een oplossing
- Integratietegemoetkoming
- Schaaldeel liniaal
- Wat is de functie van de spierschede?
- Tongbreker
- Een eigen huis een plek onder de zon
- Wat is een slot van een tekst
- Hoe maak je van een bedrijvende zin een lijdende zin
- Prisma met 16 hoekpunten
- Bevrucht kippenei
- Kop van de stamper in bloemkelk
- Balans is een momentopname
- Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen
- Atlas bladwijzer
- Heer maak mij een instrument van uw vrede
- Null instrument
- Resultaten biddit
- Wees stil voor het aangezicht van god
- Consultancy voor bouwheren
- Modellen voor interne analyse
- Escalatieladder teitler
- Bedankt om te luisteren
- Psychologie voor dummies
- Aandacht voor ontwikkelingsgericht werken
- Cas van cooten
- Aanbesteden voor contractmanagers
- Hoe moet je leren voor aardrijkskunde
- Biologie voor het mlo
- Referentiekader onderwijskwaliteit
- Geluid secomea
- Alternatief windows live mail
- Centrum voor cybersecurity
- Verbrandings driehoek
- Snijmachines voor kalfsvlees
- Labels voor epjes
- Balanslezen voor dummies
- Goedkoopste aov zzp
- Mentaal goed voor jezelf zorgen
- Groepsgerichtheid
- Doppentabel
- Wie is jezus voor jou
- Kippen kakelen luid
- Reynell test voor taalbegrip