Cultuur van de kerk 1 2 Cultuur van


































- Slides: 34

Cultuur van de kerk 1

2 Cultuur van de kerk: 1000 -1400 Samenleving Kerk Kloosters Muziek Theater Beeldende Vermaak kunst

3 Samenleving Christelijke geloof Feodaal stelsel met leenheren Meeste mensen waren arm en analfabeet, leefden op het platteland Kerk bepaalde het dagelijkse leven Gelovigen moesten hun leven richten op het hiernamaals Vervolging van andersdenkenden

4 Samenleving Angst voor rampen (straf van God) zoals de pest zorgt voor een sterk geloof Kruistochten, zorgde voor contact en uitwisseling met andere culturen Vanaf begin ME ontstaat economische bloei Vakmanschap en gilden

5 Kerk Scholing ( in de Bijbel) is in handen van de kerk Omdat de meeste mensen analfabeet waren, gebeurde scholing door middel van beelden en toneelspel De kerk was een belangrijke opdrachtgever voor kunst, muziek, kerk bouw

6 Kerk bouw Romaans : ongeveer van 1000 tot 1200 Horizontaal, dragende muren, kleine ramen, rondboog venster Gotiek: ongeveer van 1140 tot 1500 Verticaal, licht, spitsbogen, steunberen, kruisribgewelf, muren niet meer dragend, veel beeldhouwkunst

7 Het Romaans

8 Romaanse bouwelementen: - Rondboog - Koepel

9

10 Gothische bouwkunst Ontstaan De kathedraal en de stad Het gebouw Kenmerken Bouwwijze De bouwers

11 Ontstaan Eerste gotische bouwmeester: abt Suger in Saint-Denis

12 Plattegrond heeft de vorm van een Latijns kruis

13 Kloosters Verschillende ordes Benedictijner orde, Cluny, Cisterciënzers Plaats voor scholing, kunst, muziek, ziekenhuis, landbouw Ontstaan van muzieknotatie Liturgie (= alles wat bij de eredienst hoort) was leidend in het kloosterleven

14 Muziek Belangrijkste muziek is de kerkmuziek: het gregoriaans

15 Wortels van het gregoriaans Oudste muziek van West-Europa Deze muziek van de christenen heeft haar wortels in de Joodse, Griekse en Latijnse liturgische muziek. Rond 400 werd de kerk van Christus de staatskerk van Rome Geschoolde zangers zorgden voor snelle verspreiding van de melodieën.

16 De Rol van Paus Gregorius Binnen Romeinse rijk waren diverse mondelinge liturgische tradities gegroeid in de 5 e en 6 e eeuw. Paus Gregorius I de Grote, (590 -604) brengt eenheid in de gezongen teksten. Hij heeft zelf geen vinger uitgestoken naar de melodieën. Zijn naam blijft voor eeuwig verbonden met het gregoriaans. De duif (de H. Geest) fluistert Gregorius wijze teksten in (hij was ook schrijver!) De secretaris (rechts) noteert.

17 Twee soorten gezang Syllabisch = elke lettergreep één toon Melismatisch = meerdere tonen per lettergreep http: //www. youtube. com/watch? v=ISs 6 Ba. JP 4 JE

18 Kenmerken van het gregoriaans (1) DE - TEKST gregoriaans is vóór alles tekst Ontstaan uit het voorlezen van liturgische teksten Aanvankelijk gereciteerd, later steeds meer versierd Voorlezen ontwikkelde zich tot zeer rijke muziek Verstaanbaarheid tekst blijft eerste vereiste

19 Kenmerken van het gregoriaans (2) - - DE TAAL Kerklatijn of middeleeuws Latijn was voertaal binnen de kerk De tekst is het belangrijkst, dus zangers moeten waarover ze zingen Teksten afkomstig uit bijbel Er zijn slechts een zeer klein aantal Griekse gezangen waaronder het bekende: “Kyrie eleison”

20 Kenmerken van het gregoriaans (3) HET - - RITME een vrije ritmiek Geen maatstructuur Een op- en neergaande beweging (vgl. eb en vloed) Woordritme en woordaccent zijn belangrijk.

21 Kenmerken van het gregoriaans (4) DE - MELODIE aanvankelijk éénstemmig Later veel rijkere melodieën

22 Beeldende kunst Voornamelijk in kerken Beeldhouwkunst, schilderkunst, muurschilderingen en glas-in-lood, boekverluchtiging Alles vertelt het bijbel verhaal in beelden Beeldhouwkunst - in de kerk - aan de buitenzijde: beelden en het timpaan

23 Beeldende kunst Romaanse kunst is onpersoonlijker, anatomie klopt niet, stijve houding van beelden In gotiek krijgen beelden meer een individuele uitstraling, worden beweeglijker en ruimtelijker/plastischer

24 Laatste oordeel Het laatste oordeel is een belangrijk element uit het bijbel verhaal dat vaak verbeeld wordt

25

26 Romaanse beeldhouwkunst

27 Veranderingen in de kunst vanaf 1150 Geloof kreeg vanaf de Gotiek een menselijker karakter, herkenbaarder voor de gewone mens.

28 Behoefte aan meer menselijke voorstelling van religieuze thema’s Christus en Maria werden als mens afgebeeld: Maria met kind De lijdende Christus aan het kruis Geboorte van Christus (Franciscus bouwde de eerste kerststallen)

29 Veranderingen in de kunst Moeder en kind reageren op elkaar, interactie Giovanni Pisano, Madonna, 1315

30 theater Liturgisch drama Wordt te werelds Moet vanuit de kerk naar buiten Ontstaan van het wereldlijk toneel Ook nog: mirakelspelen, mysteriespelen

31 Mirakelspel en mysteriespel Groots opgezet theater op straten en pleinen buiten de kerk Mirakelspelen verbeelden verhalen waarin op wonderbaarlijke wijze het leven van een zondaar ten goede keert Door tussenkomst van Maria of andere heilige Mysteriespel behandelt een geloofsgeheim MIRAKELSPELEN EN WAGENSPELEN

Passie spel Onderwerp: Lijden en sterven van Christus Gaat vaak gepaard met theatrale effecten (om aardbevingen, branden en overstromingen zo echt mogelijk uit te beelden) Duurde soms dagen Vaak honderden spelers 32

wagenspelen Variant 33 op mirakel- en passiespelen Decors op boerenwagens Wagens trekken in processie/optocht langs het publiek Weinig samenhang tussen verschillende scenes Wagens gemaakt door gilden (veel competitie!) Mariken van Nieumeghen is mirakelspel dat vaak als wagenspel opgevoerd is

34 Vermaak Voor de adel: riddertoernooien, muziek, hofdans, troubadours Voor het volk: vaganten, volksmuziek, volksdansen