CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT STRAFBAAR WAT IS DAT Misdrijven
CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT
STRAFBAAR? WAT IS DAT? Misdrijven zijn de strafbare feiten zoals diefstal, mishandeling, moord, fraude, vernieling. Overtredingen zijn de minder ernstige strafbare feiten, denk aan rijden door rood enzo. Strafwaardig = gedrag dat volgens een grotere groep mensen strafbaar zou moeten zijn. Decriminalisering = een strafbare gedraging wordt uit het strafrecht gehaald en is daardoor niet langer meer verboden. Wanneer is het strafbaar en wanneer niet? Dat hangt af van; - De maatschappelijke context - De ernst van de gevolgen - De morele opvattingen van de mensen in de politiek
GEVOLGEN VAN CRIMINALITEIT EN WAAROM HET EEN MAATSCHAPPELIJK PROBLEEM IS Maatschappelijk probleem, want, - Criminaliteit heeft ongewenste gevolgen voor grotere groepen in de samenleving - Er bestaat verband tussen criminaliteit en andere maatschappelijke ontwikkelingen - Tegengestelde belangen spelen een rol -Gevolgen Criminaliteit vraagt om een maatschappelijke van criminaliteit (materiële schade) oplossing Gevolgen van criminaliteit (immateriële - Kosten na inbraak, ziekenhuis kosten (directe schade) - Gestegen verzekeringspremies (indirecte schade) - Onveilig gevoel - Kosten voor criminaliteitsbestrijding (anti- inbraak - Vermijdingsgedrag apparatuur) - Psychische problemen - Morele verontwaardiging - Veranderende opvattingen goed en kwaad - Verlies van vertrouwen in mensen - Aantasting rechtsgevoel
HOE LOS JE ALLES OP? IS ER VERBAND MET MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN? Verband met andere maatschappelijke ontwikkelingen - Afnemend gezag van de overheid (ambulance wordt tegengewerkt tijdens werk) - Afnemende betekenis van het maatschappelijke middenveld (ontkerkelijking) - Minder sociale controle (niet zoveel politie op straat) - Veranderend normen- en waardenbesef (vrije opvoeding) - Toegenomen welvaart (meer spullen te vinden in de huizen) - Afgenomen pak- en strafkans - Werkloosheid - Technologische ontwikkelingen (cyber criminalitet) - Internationalisering (drugs in NL) Belangen tegenstellingen: - Veiligheidsparadox (hoe meer veiligheid, hoe meer je de inbreuk voelt) - Veiligheidsutopie (het onzinnige streven naar perfecte veiligheid) Hoe los je samen die criminaliteit op? - Bedrijven investeren in apparatuur - Particuliere initiatieven, zoals thuis een dubbel slot - Maatschappelijke instellingen, voor hulp aan slachtoffers
SOORTEN CRIMINALITEIT EN DE BEELDVORMING ROND CRIMINALITEIT Soorten criminaliteit: - Delicten tegen de openbare orde (verbranden Nederlandse vlag) - Geweldsdelicten (mishandeling) - Ruwheidsdelicten (vernieling, vandalisme) - Vermogensdelicten (diefstal) - Seksuele delicten (verkrachting) - Verkeersdelicten (rijden onder invloed) - Drugsdelicten (wietplantages) - Economische delicten (verkopen besmet vlees) - Milieudelicten (dumpen chemisch afval) Beeldvorming rond criminaliteit: Framing, oftewel kadervorming. Stereotiep: een vaststaand beeld van een bepaald verschijnsel omdat de media steeds op dezelfde manier over het onderwerp berichten. Generaliserend: er wordt een algemene conclusie getrokken door één bepaalde geval. Referentiekader: als je gelooft in een harde aanpak van criminaliteit dan lees je sneller een krant die daar veel over bericht. Mensen kiezen de media die hun opvattingen bevestigen.
HET METEN VAN CRIMINALITEIT Politiestatistieken zijn misdrijven die door Slachtofferenquêtes zijn mensen bij de politie enquêtes waarbij willekeurige Kwantitatief onderzoek wordt zijn aangegeven of die mensen in bijvoorbeeld een gekenmerkt doordat er een door de politie zelf winkelstraat worden gevraagd groot aantal gegevens wordt ontdekt zijn. Maar soms of ze weleens zijn bestolen, of verzameld, en daaruit wordt een doen mensen ook geen dat ze een andere vorm van conclusie getrokken door aangifte omdat ze bang criminaliteit te lijden hebben middel van cijfers en zijn. gekregen. percentages. Bij daderenquêtes wordt aan mensen Kwalitatief onderzoek Rechtbankstatistieken zijn de gevraagd of ze weleens een delict gepleegd wordt gebruikt bij misdrijven waarbij een rechter hebben. Maar, niet alle categorieën worden diepgaande uitspraken gedaan heeft. Maar ondervraagd, sommige misdrijven wordt benodigde informatie. door selectieve opsporing, niet over gesproken, het is een subjectieve Diepte interviews met nieuwe wetten en subjectieve meting en daarbij zijn het een soort daders en slachtoffers beoordeling kloppen ook deze steekproeven, waardoor het niet altijd bijvoorbeeld. cijfers soms niet. betrouwbaar is.
OORZAKEN CRIMINEEL GEDRAG VOLGENS DE BESCHRIJVENDE EN THEORETISCHE CRIMINOLOGIE Hoe wordt je crimineel? Mensen denken dat het ligt aan de volgende criteria: geslacht, leeftijd, maatschappelijke positie, etnische afkomst en woonomgeving. Beschrijvende criminologie geeft een compleet beeld van aard en omvang van criminaliteit. De theoretische criminologie probeert crimineel gerag te verklaren. Ze doet dit door middel van macro- en microniveau. Microniveau: Je zoek zo naar de individuele verschillen tussen criminele en niet-criminele mensen. Is het aanleg (nature) ofenopvoeding (nurture)? Sociaalpsychologische factoren: Biologische psychologische - Het gezin (geen correctie gehad) - Op school - Achterstandswijken - Leeftijdgenoten/vrienden Maatschappelijke Macroniveau: ongelijkheid: Criminaliteit is een gevolg van maatschappelijke - Sociale omstandigheden, door sociologische factoren gaan mensen de onrechtvaardigheid - Sociale desintegratie mist in. Subculturele kenmerken: (afsluiten van de - Vervreemding maatschappij) - Normloosheid factoren: - Lagere hartslag - Testosteronspiegel - Persoonlijkheidsstoornissen
THEORIEËN OVER CRIMINALITEIT IN EEN NOTENDOPJE De sociobiologie en de aangeleerd- gedragstheorie De etiketteringstheorie Mensen die crimineel waren hadden vaak vroeger Sociale afkeuring is hier de oorzaak. Als je de contact met andere criminelen. Maar aan de andere sticker krijgt dat je crimineel bent, ga je je ook zo kant kan het ook gewoon erfelijk zijn. gedragen. Anomietheorie Socialecontroletheorie De maatschappelijke ongelijkheid Doordat je maatschappelijk De gelegenheidstheorie toezicht hebt door leraren, Het individu kiest voor de meest gunstige verklaart het criminele gedrag. Je wil steeds hoger op die mensen om je heen, ga je optie. Rationele beslissingen, er is over maatschappelijke ladder komen, minder snel iets doen wat niet nagedacht. en lukt dat niet, dan ga je de mag. De bindingstheorie De theorie van delinquente in. vrienden Doorcriminaliteit je familie en Differentiële-associatietheorie subcultuur wordt je soms tegengehouden, Mensen zijn op een verschillende Jongeren uit de middenklasse zijn manier verbonden met criminaliteit. Het onbereikbaar voor de jongeren in de dan denk je aan hen en wil je hen niet teleurstellen, we ligt eraan in welk milieu je je bevindt en lagere klasse. Het besef van welke criminaliteit je dan uitvoert; ongelijkheid krijgt voorrang. De “fuck hebben bindingen die we niet zomaar op het spel zetten. hogere klasse heeft vaak it, ik ben niks waard en ga nu
DE RECHTSSTAAT Het doel en de betekenis van rechtsregels: Machtenscheiding en het strafrecht: - Rechtszekerheid bieden (wat mag wel en - Wetgevende macht (parlement en regering, maken niet) wetten) - Orde aanbrengen in de samenleving - Uitvoerende macht (regering, opsporen en vervolgen - Onafhankelijke rechtspraak waarborgen verdachten) - Conflicten vreedzaam oplossen - Rechterlijke macht (rechtspraak) Grondbeginselen van de Grondrechten en het strafrecht, de dader heeft: rechtsstaat: - Recht op eerlijk proces - Machtenscheiding - Dwangmaatregelen met wettelijke grenzen - Grond- of vrijheidsrechten - Adequate verdediging (advocaat) - Legaliteitsbeginsel en het strafrecht: - Nulla poena beginsel, je kan alleen gestraft worden als het in het Wetboek v. Strafrecht staat. - De maximumstraf - Vormvoorschriften naleven - Ne bis in idem-regel, je kan niet voor de tweede keer vervolgd worden voor hetzelfde delict. - Geen straf zonder schuld
SPANNINGEN EN DILEMMA’S Bij criminaliteitsbestrijding ontstaan allerlei spanningen. Voorbeelden: - Wetten die onze vrijheid teveel beperken (algemene identificatieplicht) - Ruime opsporingsbevoegdheden (infiltreren) - Dubbele pet van de politie (orde handhaven maar ook criminaliteit bestrijden) - Dubbele pet van het Openbare Ministerie (strafbare feiten opsporen maar ook rechterlijke macht) - Spanningen tussen politie en OM (opportuniteitsbeginsel: vervolging niet in algemeen belang) - Spanning tussen wetgever en rechter (in de wet staat dit, maar de rechter zegt dat) - Werkdruk (minder nauwkeurigheid) Klassenjustitie: (sociale invloed op straf) - Spanning tussen politici en rechters (bemoeien) - Selectief optreden (duurdere buurt, minder straf) - Verklaringen hiervoor zijn maatschappelijke posities en vooroordelen en stereotypering.
INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID Preventie (voorkomen) - Meer sociale controle - Voorlichting over beveiligen - Structurele maatregelen (voorkomen werkloosheid) Repressie (straffen, dus consequenties laten zien) - Opsporing - Vervolging - Gevangenisbeleid - Nieuwe wetgeving Integraal veiligheidsbeleid kenmerken: - Voorkomen van onveiligheid - Strafrecht primaire rol bij zware criminaliteit - Samenwerking ter voorkoming van criminaliteit Recente ontwikkelingen - Uitbreiding bevoegdheden - Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (invallen) - Nieuwe maatregelen - Groeiende internationale invloed
STRAFPROCES: POLITIE, OFFICIER VAN JUSTITIE EN DE RECHTER Politie Openbaar Ministerie (alle officieren van justitie) Taken van de politie: - Handhaving openbare orde - Hulpverlening - Opsporen Wel of niet vervolgen? Het proces verbaal: dossier van de verdachte Seponeren: wanneer? - Niet haalbare veroordeling - Andere manier al straf gehad - Niet in algemeen belang de vervolging Schikken (geldboete of taakstraf) Vervolgen: en dan? Straffen.
DE RECHTER: EEN VERHAAL APART. Hoger beroep: wanneer de verdachte het niet eens is met de uitspraak. Dit kan bij het gerechtshof geregeld worden. Organisatie van strafrecht, de rechtbank heeft verschillende rechters, elk een eigen taak: - De kantonrechter (huur en arbeidsgeschillen) - De politierechter (vernieling en diefstal) - Meervoudige kamer (drie rechters, behandelt ernstige misdrijven) - De kinderrechter (misdrijven gepleegd door jongeren jonger dan 18) Wel of niet schuldig? Vier vragen die hier antwoord op kunnen geven: 1. Is het ten laste gelegde feit geheel bewezen? 2. Levert het bewezen feit een strafbaar feit op? 3. Is de dader strafbaar? 4. Welke straf moet worden opgelegd? De rechtszaak: 8 stappen. 1. Opening 2. Aanklacht 3. Onderzoek 4. Verhoor van de verdachte 5. Requisitoir (samenvatting van de rechter, eis wordt genoemd) 6. Pleidooi (advocaat verdedigt de verdachte) 7. Laatste woord 8. Vonnis Drie soorten straffen: geldboete, vrijheidsstraf en taakstraf.
STRAFFEN: WAAROM EN HOEZO? HOE ZIT HET MET RECLASSERINGSINSTELLING EN? Waarom we straffen: - Vergelding (misdaad mag niet lonen) - Generale preventie (afschrikking) - Speciale preventie (voorkomen dat specifieke dader de daad herhaalt) - Resocialisatie (heropvoeding) - Beveiliging van de samenleving (langdurige opsluiting voorkomt dat het nog meer rare dingen doet) - Handhaving rechtsorde (de overheid moet straffen, niet de burgers) - Genoegdoening aan het slachtoffer (slachtoffer wordt gehoord) Reclassering, wanneer het weer terug moet in de samenleving: - Hulp aan verdachten en gevangenen - Adviseren van rechters bij OM - Toezichthouden bij schorsing van een voorlopige hechtenis - Toezicht bij werkstraffen - Re-integratie en nazorg
- Slides: 14