Coderen en decoderen: • coderen = het omzetten van gedachten en gevoelens in woorden, lichaamstaal of beelden • decoderen = het omzetten van woorden, lichaamstaal of beelden in betekenis 5 -3
Ruis: een communicatiestoring waardoor de boodschap niet goed overkomt: • interne ruis: de storing ligt binnen het communicatieproces tussen zender en ontvanger • externe ruis: de storing ligt buiten het communicatieproces 5 -4
Hoofddoelen van communicatie: • informatie overdragen • jezelf uiten • iets van de ander willen • de ander vermaken 5 -5
Communicatieniveaus: • inhoudsniveau: de letterlijke inhoud van de boodschap • betrekkingsniveau: informatie over de relatie tussen zender en ontvanger en hoe de boodschap moet worden opgevat 5 -6
Communicatieaspecten: • zakelijk aspect: wat zeg ik precies? • expressieve aspect: wat laat ik van mezelf zien? • relationele aspect: wat vind ik van de ander? • appellerende aspect: wat wil ik van de ander? 5 -7
Casus • https: //www. youtube. com/watch? v=T 0 DUi. A w. ATgg • Beschrijf de 4 aspecten gekoppeld aan deze casus