COMBINATIE VAN COMPONENTEN jj0301001 WEERSTANDEN IN SERIE WEERSTANDEN
COMBINATIE VAN COMPONENTEN jj_03_01_001
WEERSTANDEN IN SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • De weerstanden staan achterelkaar en hebben dezelfde stroom.
WEERSTANDEN IN SERIE • De weerstanden staan achterelkaar en hebben dezelfde stroom. • Rt = R 1+R 2
WEERSTANDEN IN SERIE • De weerstanden staan achterelkaar en hebben dezelfde stroom. • Rt = R 1+R 2 • De weerstanden worden hier opgeteld.
WEERSTANDEN IN SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • U=10 V R=5 Ohm I=?
WEERSTANDEN IN SERIE • U=10 V R=5 Ohm I=? • U=I*R , dus I=U/R 10/5=2 A.
WEERSTANDEN IN SERIE • U=10 V R=5 Ohm I=? • U=I*R , dus I=U/R 10/5=2 A. • UR=IR*R 2*5=10 V.
WEERSTANDEN IN SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A.
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampère loopt door R 1 en R 2
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampère loopt door R 1 en R 2 SERIE.
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampère loopt door R 1 en R 2 Ur 1=IR 1*R 1 1*5= 5 V SERIE.
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampère loopt door R 1 en R 2 Ur 1=IR 1*R 1 1*5= 5 V Ur 2=IR 2*R 2 1*5= 5 V SERIE.
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampère loopt door R 1 en R 2 Ur 1=IR 1*R 1 1*5= 5 V Ur 2=IR 2*R 2 1*5= 5 V Samen weer 10 V SERIE.
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 5+5=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampère loopt door R 1 en R 2 SERIE. Ur 1=IR 1*R 1 1*5= 5 V Ur 2=IR 2*R 2 1*5= 5 V Samen weer 10 V Opm: We zien dat de spanning verdeeld wordt in 2*5 V en samen weer 10 V is!!!
WEERSTANDEN IN SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A.
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2 SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2 Ur 1=IR 1*R 1 1*3=3 V SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2 Ur 1=IR 1*R 1 1*3=3 V Ur 2=IR 2*R 2 1*7=7 V SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2 Ur 1=IR 1*R 1 1*3=3 V Ur 2=IR 2*R 2 1*7=7 V Samen weer 10 V SERIE
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2 SERIE Ur 1=IR 1*R 1 1*3=3 V Ur 2=IR 2*R 2 1*7=7 V Samen weer 10 V • Opm: We zien dat de spanning verdeeld wordt in 2*5 V en samen weer 10 V is!!!
WEERSTANDEN IN SERIE • Rt=R 1+R 2 3+7=10 Ω U=I*R , dus I=U/R 10/10=1 A. De 1 Ampere loopt door R 1 en R 2 SERIE Ur 1=IR 1*R 1 1*3=3 V Ur 2=IR 2*R 2 1*7=7 V Samen weer 10 V • Opm: We zien dat de spanning verdeeld wordt in 2*5 V en samen weer 10 V is!!! • Alle spanningsvallen zijn gelijk aan Ua.
2 D E WET VAN KIRCHOFF.
2 D E WET VAN KIRCHOFF. • Spanningswet.
2 D E WET VAN KIRCHOFF. • Spanningswet. • We zien dat de spanning verdeeld wordt in deelspanningen en samen weer de aangelegde spanning Ua is !!!
2 D E WET VAN KIRCHOFF. • Spanningswet. • We zien dat de spanning verdeeld wordt in deelspanningen en samen weer de aangelegde spanning Ua is !!! • Alle spanningsvallen zijn gelijk aan Ua.
WEERSTANDEN PARALLEL
WEERSTANDEN PARALLEL • De weerstanden staan naast elkaar en hebben dezelfde spanning.
WEERSTANDEN PARALLEL • De weerstanden staan naast elkaar en hebben dezelfde spanning.
WEERSTANDEN PARALLEL
WEERSTANDEN PARALLEL • De Spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders.
WEERSTANDEN PARALLEL • De Spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders. • I 1=U 1/R 1 10/10 = 1 A
WEERSTANDEN PARALLEL • De Spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders. • I 1=U 1/R 1 10/10 = 1 A • I 2=U 2/R 2 10/5 = 2 A
WEERSTANDEN PARALLEL • De Spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders. • I 1=U 1/R 1 10/10 = 1 A • I 2=U 2/R 2 10/5 = 2 A • I 3=U 3/R 3 10/20 = 0. 5 A •
WEERSTANDEN PARALLEL • De Spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders. • I 1=U 1/R 1 10/10 = 1 A • I 2=U 2/R 2 10/5 = 2 A • I 3=U 3/R 3 10/20 = 0. 5 A • It=I 1+I 2+I 3= 1+2+0. 5=3. 5 A.
WEERSTANDEN PARALLEL • Rv=1/350 exp-3 = 2. 857 Ω
WEERSTANDEN PARALLEL • Rv=1/350 exp-3 = 2. 857 Ω • It=Ut/Rt 10/2. 857 = 3. 5 A
WEERSTANDEN PARALLEL • Rv=1/350 exp-3 = 2. 857 Ω • It=Ut/Rt 10/2. 857 = 3. 5 A • It=I 1+I 2 1+2+0. 5=3. 5 A
WEERSTANDEN PARALLEL • Rv=1/350 exp-3 = 2. 857 Ω • It=Ut/Rt 10/2. 857 = 3. 5 A • It=I 1+I 2 1+2+0. 5=3. 5 A
WEERSTANDEN PARALLEL • Rv=1/350 exp-3 = 2. 857 Ω • It=Ut/Rt 10/2. 857 = 3. 5 A • It=I 1+I 2 1+2+0. 5=3. 5 A • = 2. 857 Ω
WEERSTANDEN PARALLEL • Rv=1/350 exp-3 = 2. 857 Ω • It=Ut/Rt 10/2. 857 = 3. 5 A • It=I 1+I 2 1+2+0. 5=3. 5 A • = 2. 857 Ω • Opm: De stromen samen zijn gelijk aan It
WEERSTANDEN PARALLEL
WEERSTANDEN PARALLEL • Stroomwet.
WEERSTANDEN PARALLEL • Stroomwet. • De deel-stromen samen zijn gelijk aan It.
- Slides: 50