Cognitieve visuospatile en rekenvaardigheden bij kinderen met een
Cognitieve, visuospatiële en rekenvaardigheden bij kinderen met een autismespectrumstoornis Begeleidingscommissie: • Prof. dr. A. Desoete (promotor, Ugent) • Prof. dr. H. Roeyers (co-promotor, Ugent) • Prof. dr. Ilse Noens (K. U. Leuven) • Prof. dr. Bert De Smedt (K. U. Leuven) Presentatie Rekengroep – Daisy Titeca – 29/03/2011 Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie
Overzicht 1. Achtergrond • • Autismespectrumstoornissen (ASS) ASS en rekenvaardigheden ASS en visuospatiële vaardigheden ASS en cognitieve vaardigheden 2. Onderzoeksvragen 3. Studies 4. Instrumenten Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
1. Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Autismespectrumstoornissen (ASS) Triade van kwalitatieve beperkingen • Sociale interacties • Communicatie • Verbeelding + Stereotiepe gedragspatronen (DSM-IV-TR, APA, 2000; Wing, 1993; Wing & Gould, 1979) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Autismespectrumstoornissen (ASS) Karakteristieken • Prevalentie: 53 – 157 op 10. 000; Vlaanderen: 60 op 10. 000 (Baron-Cohen, 2009; Gillberg, 2006; Raymaekers & Roeyers, 2003) • ♂ / ♀: ♀ 3 à 4 op 1 (link met IQ) (Filipek et al. , 1999; Fombonne, 2003) • Diagnose betrouwbaar vanaf 2 jaar (Chawarska, Klin, Paul, & Volkmar, 2007; Eaves & Ho, 2004; Lord & Luyster, 2006; Turner, Stone, Pozdol, & Coonrod, 2006) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Autismespectrumstoornissen (ASS) Onderzoek ASS • Focus: voornamelijk sociaal-communicatieve vaardigheden • Cognitief en schools functioneren? (Whitby & Mancil, 2009) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en rekenvaardigheden Veronderstellingen • Kinderen met ASS in het gewoon onderwijs: gemiddeld begaafd ‣ Programma voor rekenen in het reguliere onderwijs moet lukken • Rekenen: een relatieve sterkte ‣ Kalenderberekening (Heavy, Pring, & Hermelin, 1999; Hermelin & O’Connor, 1986; O’Connor & Hermelin, 1989) ‣ Exacte berekening van hoeveelheden (Sacks, 1985) ‣ Hoofdrekenen (Kelly, Macaruso, & Sokol, 1997) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en rekenvaardigheden Is dit correct? • Praktijk: problemen met rekenen ‣ ‣ ‣ ‣ Verbeelding Perspectiefname Zwakke centrale coherentie Contextblindheid Rigiditeit Communicatie Executieve functies • Onderzoek: geen consensus Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en rekenvaardigheden Onderzoek: geen consensus • Relatieve sterkte ‣ 16. 2% heeft relatieve sterkte, maar niet 100% generaliseerbaar (Jones et al. , 2009) ‣ minderheid van personen met ASS heeft sterkte voor rekenen (> pc 99) (Mayes & Calhoun, 2003) • Gemiddelde rekenvaardigheden ‣ Meerderheid gemiddelde rekenvaardigheden (Chiang & Lin, 2007) ‣ Gemiddelde tot goede rekenvaardigheden (Church, Alisanski, & Amanullah, 2000) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en rekenvaardigheden • Relatieve zwakte ‣ ‣ ‣ meerderheid Rekenen < TIQ, klinische relevantie? (Chiang & Lin, 2007) 6. 1% heeft relatieve zwakte (Jones et al. , 2009) 25% Rekenen < Woordenschat (Williams, Goldstein, Kojkowski, & Minshew, 2008) 22% heeft rekenstoornis (Mayes & Calhoun, 2003) Rekenen < TIQ bij gemiddeld IQ op WISC-III (Mayes & Calhoun, 2003) • Andere mechanismen ‣ tellen ipv subitizeren/onmiddellijk begrijpen van een hoeveelheid, geen voordeel uit kanonieke presentatie (Gagnon, Mottron, Bherer, & Joanette, 2004; Jarrold & Russell, 1997) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en visuospatiële vaardigheden Belang • Visuospatiële vaardigheden zijn essentieel voor rekenen: meetkunde, discrimineren van getallen, contextrijke opgaven, … • Correlatie visuospatiële vaardigheden en rekenvaardigheden (Kulp, 1999; Mazzocco & Myers, 2003) • Subtype van dyscalculie of Visuospatial Learning Disability (Cirino, Morris, & Morris, 2007; Cornoldi, 2003; Geary, 2004) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en visuospatiële vaardigheden Veronderstelling • Visuospatiële vaardigheden: een relatieve sterkte ‣ ‣ Blokpatronen (Shah & Frith, 1993) Mentale rotatie (Shah, 1988) Embedded Figures Test (Jolliffe & Baron-Cohen, 1997) Sterker ten opzichte van verbale vaardigheden (Siegel, Minshew, & Goldstein, 1996) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en visuospatiële vaardigheden Is dit correct? • Empirisch ‣ Relatief lage scores op Blokpatronen bij personen met autisme met IQ ≥ 80 zijn mogelijk (Mayes & Calhoun, 2003; Minshew, Turner, & Goldstein, 2005) ‣ Niet altijd superieur aan verbale vaardigheden (Williams, Goldstein, Kojkowski, & Minshew, 2008) • Theoretisch ‣ Deficit EF vs goede score op visuospatiële taken ‣ Zwakke centrale coherentie vs intacte score voor gehele visuospatiële domein ‣ Relatie tussen ASS en NLD Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en cognitieve vaardigheden Belang • Exclusiecriterium voor rekenproblemen • Verschil in rekenvaardigheden verklaard door verschil in IQ? • Relatieve score voor rekenen Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en cognitieve vaardigheden Veronderstellingen • Meerderheid van personen met ASS geen gemiddeld IQ • Performaal IQ > Verbaal IQ (Siegel, Minshew, & Goldstein, 1996) • IQ is relatief stabiel (Moffit, Caspi, Harkness, & Silva, 1993) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
ASS en cognitieve vaardigheden Is dit correct? • Enorme variatie tussen studies: cijfers van gemiddelde begaafdheid variëren van 30% tot 70% (Chakrabarti & Fombonne, 2005; Fombonne, Zakarian, Bennett, & Mc. Lean-Heywood, 2006) • VIQ < PIQ niet altijd gevonden (Joseph, Tager-Flusberg, & Lord, 2002) • IQ minder stabiel bij kinderen met ASS (Dietz, Swinkels, Buitelaar, van Daalen, & van Engeland, 2007; Mayes & Calhoun, 2003) Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
2. Onderzoeksvragen Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
1. Rekenvaardigheden • Is er een verschil in rekenvaardigheden tussen kinderen met een typische ontwikkeling, kinderen met ASS en siblings van kinderen met ASS? • Hebben kinderen met ASS meer rekenproblemen dan typisch ontwikkelende kinderen? • Verschillen de predictoren voor latere rekenvaardigheden tussen deze drie groepen kinderen? • Wat zijn de belangrijkste verklarende factoren? Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
2. Visuospatiële vaardigheden • Is er een verschil in visuospatiële vaardigheden tussen kinderen met een typische ontwikkeling, kinderen met ASS en siblings van kinderen met ASS? • Vertonen kinderen met ASS een relatieve sterkte op het vlak van visuospatiële vaardigheden? Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
3. Cognitieve vaardigheden • Is er een verschil in cognitieve vaardigheden tussen kinderen met een typische ontwikkeling, kinderen met ASS en siblings van kinderen met ASS? • Is er een discrepantie in het intelligentieprofiel van kinderen met ASS en is dit verschillend van kinderen met een typische ontwikkeling? • Is er stabiliteit of verandering in IQ bij kinderen met ASS? Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
3. Studies Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Verkennende studie • Hebben kinderen met ASS meer rekenproblemen dan typisch ontwikkelende kinderen? • Grootschalige studie bij kinderen met ASS in het eerste leerjaar • Gewoon onderwijs (GON en geen GON) en Buitengewoon onderwijs • Rekrutering ‣ Onderzoek naar sociaal-communicatieve vaardigheden ‣ GON- begeleidingsdiensten ‣ Buitengewoon onderwijs Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Longitudinale studie • 3 groepen kinderen: ‣ Kinderen met ASS ‣ Siblings van kinderen met ASS ‣ Controlekinderen • 3 onderzoeksmomenten ‣ 2 e kleuter, 3 e kleuter, 1 e leerjaar ‣ 3 e kleuter, 1 e leerjaar, 2 e leerjaar Achtergrond Onderzoeksvragen 2 e kleuter 3 e kleuter 1 e leerjaar Controle 40 40 40 Siblings 36 36 36 ASS 27 27 27 3 e kleuter 1 e leerjaar 2 e leerjaar Controle 24 24 24 Siblings 4 4 4 ASS 24 24 24 Studies Instrumenten
4. Instrumenten Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Verkennende studie (1 e leerjaar) Test Duur WPPSI-III-NL 50 minuten TEDI-MATH (1, 2, 5. 3) 20 minuten KRT-R 20 – 45 minuten TTR 5 minuten LVS – Meetkunde 5 minuten Test tijdscompetentie 20 minuten Social Responsiveness Scale 20 minuten Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Longitudinale studie (2 e – 3 e kleuter) Test Duur Computertaken 35 minuten WPPSI-III-NL 50 minuten Number Line taak 10 minuten Give-N taak 5 minuten TEDI-MATH 60 minuten TVPS-3 40 minuten SRS 20 minuten CCC-2 -NL 10 minuten Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Computertaken • Kliktaak ‣ Klik zo snel mogelijk op de prent van de maan op de computermuis, van zodra je stippen op het scherm ziet verschijnen. ‣ Klik zo snel mogelijk op de prent van de zon op de computermuis, van zodra je stippen op het scherm ziet verschijnen. ‣ Klik zo snel mogelijk op de prent van de maan (zon) op computermuis, als je de maan (zon) op het scherm ziet verschijnen. Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Computertaken • Groottevergelijkingstaak Wie heeft de meeste stippen: de zon of de maan? Klik zo snel mogelijk op de muisknop van de prent met de meeste stippen. Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Computertaken • Subitizeertaak Je zal telkens een aantal vierkanten zien. Zeg zo snel als je kan in de microfoon Hoeveel vierkanten je zag. Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
WPPSI-III-NL (Wechsler, 2002; Nederlandstalige bewerking: Herndriksen & Hurks, 2009) Leeftijd: 2 j 6 – 7 j 11 7 kernsubtests Verbale subtests • Informatie bv. Waar knip je papier mee? • Woordenschat bv. Wat is een paraplu? • Woord Redeneren bv. Dit valt uit de lucht en het maakt dingen nat. Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
WPPSI-III-NL Performale subtests • Blokpatronen • Matrix Redeneren • Plaatjes Concepten Subtest verwerkingssnelheid • Substitutie ➨ Verbaal IQ, Performaal IQ, Totaal IQ Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Number Line taak Auteurs Leeftijd Interval Berteletti et al. , 2010 3 j 6 m – 6 j 3 m 1 -10 1 -20 0 -100 Booth & Siegler, 2006 5 j 9 m – 3 e lj 0 -100 Ebersbach et al. , 2008 5 j 3 m – 3 e lj 1 -1000 Laski & Siegler, 2007 5 j 10 m – 2 e lj 0 -100 Siegler & Booth, 2004 5 j 9 m – 2 e lj 0 -100 Whyte & Bull, 2006 3 j 9 m 0 -10 Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Number Line taak 3 formats: • Arabische cijfers • Gesproken getalwoorden • Stippenpatronen 4 vier De keuze van de trials: ~Siegler & Opfer, 2003 (10 trials) Stippenpatronen: gecontroleerd voor continue variabelen Deze lijn gaat van 0 tot 100. Als je weet dat hier 0 staat en hier 100, waar moet dit getal dan staan? Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Give-N taak Hoeveelheden 1 tot en met 6 In dit spelletje zullen we snoepjes geven aan het paard. Hier zijn allemaal snoepjes. Kun jij één snoepje geven aan het paard? Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
TEDI-MATH (Grégoire, Noël, & Van Nieuwenhoven, 2004) Leeftijd: 2 e kleuter tot en met 3 e leerjaar • Telrij kennen • Tellen • Inzicht in getalstructuur • Logisch denken met getallen • Rekenoperaties • Schattend rekenen Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
TVPS-3 Leeftijd: 4 j – 18 j Visual discrimination Achtergrond Onderzoeksvragen Visual Memory Studies Spatial Relations Instrumenten
TVPS-3 Leeftijd: 4 j – 18 j Form Constancy Achtergrond Sequential Memory Onderzoeksvragen Studies Figure Ground Instrumenten
TVPS-3 Leeftijd: 4 j – 18 j Visual Closure Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Vragenlijsten SRS • Screeningsinstrument ASS • 4 – 18 jaar • Sociaal functioneren + autistische preoccupaties CCC-2 -NL • Screeningsinstrument spraak- en taalmoeilijkheden, communicatie • 4 – 15 jaar • Communicatieve vaardigheden Achtergrond Onderzoeksvragen Studies Instrumenten
Vragen of suggesties?
- Slides: 42