COACHTRAINING DOEN DAG 3 PROGRAMMA Reflectie op coachproces

  • Slides: 18
Download presentation
COACHTRAINING DOEN? ! DAG 3

COACHTRAINING DOEN? ! DAG 3

PROGRAMMA Reflectie op coachproces aan de hand van de eigen video-opnames Effectief feedback geven

PROGRAMMA Reflectie op coachproces aan de hand van de eigen video-opnames Effectief feedback geven Oefenen met coachen: het interventiemodel Lunchpauze Leren coachen: het logboek voor coaches Leerders volgen: Checklist digitale vaardigheden Observatie competenties autonoom leren Evaluatie training

DOELEN VAN DEZE DAG • Reflectie op eigen coachvaardigheden aan de hand van de

DOELEN VAN DEZE DAG • Reflectie op eigen coachvaardigheden aan de hand van de video-opnamen • Feedback geven bij coachen • Oefenen met het geven van positieve feedback • Verdiepen hun coachvaardigheden en oefenen met het interventiemodel • Reflecteren op hun eigen coachcompetenties en formuleren leerdoelen

TERUGBLIK Bespreek in viertallen: Heb je de afgelopen weken kunnen oefenen met je coachvaardigheden?

TERUGBLIK Bespreek in viertallen: Heb je de afgelopen weken kunnen oefenen met je coachvaardigheden? Wat heb je gedaan, wat was het effect op jouw coachee(s), waar ben je tevreden over en wat lukt nog niet zo goed?

TERUGKIJKEN VAN BEELDEN De ‘eigenaar’ van het beeld licht toe: - Waar ben je

TERUGKIJKEN VAN BEELDEN De ‘eigenaar’ van het beeld licht toe: - Waar ben je tevreden over? - Waar wil je nog verder aan werken? Deelnemers geven (positieve) feedback: - Wat vind je sterk of goed? - Wat valt je op aan de interactie tussen coach en leerder? - Wat heb jij van dit fragment geleerd?

TERUGKIJKEN OP DE OEFENING Hoe was het: Om je leerder te filmen? Om feedback

TERUGKIJKEN OP DE OEFENING Hoe was het: Om je leerder te filmen? Om feedback te krijgen? Om feedback te geven? Wat maakt feedback krijgen of geven lastig? Aan welke feedback of welke soort feedback heb je vooral iets?

FEEDBACK

FEEDBACK

EFFECTIEVE FEEDBACK Niet zo effectief Van minder naar meer effectief: Niet specifiek (goed zo,

EFFECTIEVE FEEDBACK Niet zo effectief Van minder naar meer effectief: Niet specifiek (goed zo, goed gedaan, mooi) Op de inhoud Op het leerproces (op de strategie of aanpak) Op de modus en zelfregulatie Op persoonlijke kwaliteiten Effectief

FEEDBACK = Het geven van informatie over het leren, het begrip, de prestatie of

FEEDBACK = Het geven van informatie over het leren, het begrip, de prestatie of het gedrag van een leerder met als doel het leren en de motivatie te bevorderen (Voerman & Faber 2016). Effectieve feedback Is specifiek, doel-gerelateerd en kort Is gericht op progressie t. o. v. / naar het doel Is meestal positief. Stellen die elkaar feedback geven in een verhouding van minder dan 5: 1 (posneg) zijn na 14 jaar niet meer bij elkaar. (oz Gottman 2007, in Voerman & Faber 2016).

FEEDBACK OP DE FILMFRAGMENTEN Werk in tweetallen Kijk terug het coachgedrag dat je van

FEEDBACK OP DE FILMFRAGMENTEN Werk in tweetallen Kijk terug het coachgedrag dat je van de ander zag in de video-opname; Wat was het leerdoel van je gesprekspartner? Geef feedback: - specifiek - doelgericht - op proces, modus en/of kernkwaliteiten Reflecteer op je feedback: verschilt die van de feedback die we eerder gaven?

INTERVENTIEMODEL 1 INHOUD / MENING Wat zegt de coachee? 3 ZIEN / GEDRAG Wat

INTERVENTIEMODEL 1 INHOUD / MENING Wat zegt de coachee? 3 ZIEN / GEDRAG Wat zie je als coach, wat doet de leerder? Wat valt op in houdingen? Hoe reageert leerder op feedback? Reacties: verbaal / non-verbaal Wat mis ik? Wat zie ik niet? Energie: wie werkt het hardst? 2 HOREN / BELUISTEREN Hoe wordt het gezegd? Direct-indirect? Voorzichtig? Mate van energie (veel of weinig gepraat) Toonzetting: beschuldigend, klagend, positief Boodschap achter de boodschap Wat wordt er verzwegen? 4 VOELEN / ERVAREN Wat voel je zelf en welke gevoelens zie je of denk je te zien bij de leerder? Gevoelens en emoties De sfeer Beweging / verstarring Slachtoffergedrag versus zelfsturing ‘Nekharen’

OEFENING Werk in drietallen: coach, coachee en observant. De coachee kiest een eigen casus:

OEFENING Werk in drietallen: coach, coachee en observant. De coachee kiest een eigen casus: een lastige situatie/ een situatie waarin je ergens in geslaagd was/ waar je trots op was uit je werk of dagelijks leven. De coach geeft specifieke feedback en probeert in het gesprek elk van de vier interventies te gebruiken. Gebruik het werkblad, zet iets (pion, knoop) in het vak behorend bij de interventie die je kiest. 10 minuten per coachgesprek Bespreek na (5 minuten per ronde). Wissel van rol. 45 minuten

LUNCH

LUNCH

GEBRUIK VAN INSTRUMENTEN TIJDENS HET COACHPROCES Wie Wat Wanneer Coach Logboek (bijlage 13 dag

GEBRUIK VAN INSTRUMENTEN TIJDENS HET COACHPROCES Wie Wat Wanneer Coach Logboek (bijlage 13 dag 3) Voor/na elke sessie Competentielijst aan begin en eind van het traject Leerder Checklist digitale vaardigheden (bijlage 14 dag 3) Bij aanvang traject Bij einde traject Leerder Observatie autonoom leren (bijlage 7 dag 2) Na elke sessie

LOGBOEK VOOR COACHES (BIJLAGE 13) Bekijk het logboek. Beoordeel je eigen competenties (Individueel. Vergeet

LOGBOEK VOOR COACHES (BIJLAGE 13) Bekijk het logboek. Beoordeel je eigen competenties (Individueel. Vergeet de datum niet) Vorm een tweetal met iemand. Licht je zelfbeoordeling naar elkaar toe aan de hand van voorbeelden. Stel eventueel je oordeel bij als je dat wilt.

CHECKLIST DIGITALE VAARDIGHEDEN (BIJLAGE 14) Wanneer? 2 x: Bij aanvang traject/ pilot en bij

CHECKLIST DIGITALE VAARDIGHEDEN (BIJLAGE 14) Wanneer? 2 x: Bij aanvang traject/ pilot en bij afronding. Hoef je niet steeds helemaal in te vullen, hangt af van focus en deelnemer. Hoe? • Individuele intake (denk aan datum) • Mondeling (coach vult in op basis van antwoord leerder) • Schriftelijk (leerder vult in na gesprek met coach) • Groepsgesprek plenair, leerder vult individueel in; • Groepsgesprek in subgroepen, leerders vullen individueel in.

OBSERVATIE AUTONOOM LEREN (BIJLAGE 7) Wanneer? Na elke bijeenkomst. Hoe? • Coach observeert tijdens

OBSERVATIE AUTONOOM LEREN (BIJLAGE 7) Wanneer? Na elke bijeenkomst. Hoe? • Coach observeert tijdens de bijeenkomst • Coach vult bijzonderheden in, opvallende zaken • Vul de instrumenten digitaal in (en aan: werk steeds verder in het bestand) • Noteer de datum en je observatie • Noteer kort, maar begrijpelijk

EVALUATIE Hoe kijk je terug op de drie trainingsdagen? Welke feedback heb je voor

EVALUATIE Hoe kijk je terug op de drie trainingsdagen? Welke feedback heb je voor de trainer(s)? Inhoud Werkwijze In welke mate voel je je nu voorbereid op je taak?