CITO versus NIO Gemiddelden en Correlaties THAVO TVWO

  • Slides: 20
Download presentation
CITO versus NIO Gemiddelden en Correlaties THAVO & TVWO 2007 – 2011/2012 (plus brugklas

CITO versus NIO Gemiddelden en Correlaties THAVO & TVWO 2007 – 2011/2012 (plus brugklas TH 2012 -2013)

roadmap Context schooladviezen CITO & NIO Beperkingen onderzoek Descriptieven en Correlaties (afnemende hoeveelheid): –

roadmap Context schooladviezen CITO & NIO Beperkingen onderzoek Descriptieven en Correlaties (afnemende hoeveelheid): – TH 1 2012 – 2013 – TH 1 2007 – 2011 – TH 1 -4, 2007 – 2011 – TV 2007 – 2011 Aanbevelingen en conclusies

2014 -2015 CITO opgeschoven naar juni: terug naar schooladviezen? ? ? kwaliteit scholen en

2014 -2015 CITO opgeschoven naar juni: terug naar schooladviezen? ? ? kwaliteit scholen en juffen niet boven twijfel verheven over- en onderadvisering (Werff 2013: 15%) problemen met ‘objectieve’ meting

Schooladvies Historisch sterk subjectief: Overadvisering ‘autochtone’ middenklasse (Bourdieu 1977: cultureel en sociaal kapitaal) ‘alochtone’

Schooladvies Historisch sterk subjectief: Overadvisering ‘autochtone’ middenklasse (Bourdieu 1977: cultureel en sociaal kapitaal) ‘alochtone’ leerlingen: Onderadvisering a. g. v. laag verwachtingsniveau / gebrek aan sociaal en cultureel kapitaal Overadvisering op basis van geschat ontwikkelingspotentieel taal (en grote discrepantie taal & rekenen)

CITO Schoolvaardigheidstoets Ooit bedoeld als 'objectieve' correctie op subjectief schooladvies Hoge voorspellende waarde (volgens

CITO Schoolvaardigheidstoets Ooit bedoeld als 'objectieve' correctie op subjectief schooladvies Hoge voorspellende waarde (volgens CITO zelf ca. 75%) maar: altijd al kritiek recente omkering van middel en doel oefenbaar? (NRC 01 -02 -2013: 8 punten(!)) high stakes test inflation (Koretz 2008 a, 2008 b)

NIO Intelligentietest, losjes gebaseerd op WISC III psychometrisch betrouwbaar, maar: intelligentie is niet per

NIO Intelligentietest, losjes gebaseerd op WISC III psychometrisch betrouwbaar, maar: intelligentie is niet per se schoolvaardigheid Interpretatie discrepanties (CITO-NIO / verbaalperformaal) onder 12 maar half jaar geldig, daarna een jaar omstandigheden van afname op Wolfert? gendereffect: meisjes scoren laag i. v. t. hun uiteindelijke prestaties

average intellectually challenged smart / gifted (highly) gifted weak 45% 2, 5% 0 60

average intellectually challenged smart / gifted (highly) gifted weak 45% 2, 5% 0 60 25% 70 80 2, 5% 25% 90 100 110 120 130 140 180

IQ <70 85 100 115 >130 challenged average |_______________| gifted 66, 7% PRO LWOO

IQ <70 85 100 115 >130 challenged average |_______________| gifted 66, 7% PRO LWOO VMBO HAVO 60 -80 75 -90 (95) (105) VWO (115; university av. 120)

Onderzoek: beperkingen Precieze gegevens ‘oudere’ leerlingen moeilijk te achterhalen Data ‘vervuild’’: geen goed zicht

Onderzoek: beperkingen Precieze gegevens ‘oudere’ leerlingen moeilijk te achterhalen Data ‘vervuild’’: geen goed zicht op af- en uitstroom Prestatie hangt met vele factoren samen… Correlaties zijn geen causale relaties: moeilijkheden duiding precieze waarde

Descriptieven TH 1 2012 -2013 PP. 1 -2; tabellen 1 t/m 6 Gemiddelden CITO

Descriptieven TH 1 2012 -2013 PP. 1 -2; tabellen 1 t/m 6 Gemiddelden CITO en NIO op niveau; Aantal extreem lage percentielscores taal (!): discrepanties taal / rekenen

Correlaties TH 1 2012 -2013 pp. 3 – 8; tabellen 7 t/m 11 CITO

Correlaties TH 1 2012 -2013 pp. 3 – 8; tabellen 7 t/m 11 CITO correleert – zwak met prestaties hele groep; – gemiddeld met prestaties jongens; – niet (!) met prestaties meisjes NIO correleert gemiddeld tot sterk met HUM Potentiele afstroom hangt (zeer) sterk samen met CITOTAAL Potentiele opstroom hangt (zeer) sterk samen met CITOT, CITOW en NIOTOTAAL

Opvallend: Medium correlatie CITOV en totale cijfers meisjes (T 9) Extreme correlatie taalscore afstromers

Opvallend: Medium correlatie CITOV en totale cijfers meisjes (T 9) Extreme correlatie taalscore afstromers met totale scores (T 10) Medium correlatie NIOV en SCIENCES ‘gewone’ leerlingen (T 11) Grote effecten CITOT en CITOW potentiële opstromers (T 12); negatieve correlatie NIOS en SCI ((twee)taligheid)? ? ?

ANOVA: alle verschillen tussen individuen pp. 9 – 11; tabellen 13 - 20 CITO

ANOVA: alle verschillen tussen individuen pp. 9 – 11; tabellen 13 - 20 CITO voorspelt de verschillen tussen alle jongens individueel niet CITO verklaart de verschillen tussen alle meisjes individueel wel: TAAL en totale cijfers CITO voorspelt [ ] afstroom: SCIENCES CITO voorspelt [ ] ‘gewoon’ succes en opstroom: TAAL NIO is niet voorspellend (genoeg) voor individuele verschillen

Descriptieven THAVO brugklassen 2007 - 2011 PP 12 – 13; Tabellen 21 – 24

Descriptieven THAVO brugklassen 2007 - 2011 PP 12 – 13; Tabellen 21 – 24 Gegroepeerd naar stroom Opvallend: opstromers gemiddeld hogere NIOS dan NIOV Afstromers AO precies omgekeerd…

Correlaties THAVO brugklassen 2007 - 2011 pp. 14 – 19; Tabellen 25 - 30

Correlaties THAVO brugklassen 2007 - 2011 pp. 14 – 19; Tabellen 25 - 30 Medium consistentie CITO en NIO medium, CITO licht voorspellend voor SCIENCES NIOV niet voorspellend voor TAAL (negatief bij meisjes) CITOV sterk voorspellend voor afstroom AO (!)

Alle leerlingen THAVO alle cijfers pp. 20 – 26 ; tabellen 31 – 38

Alle leerlingen THAVO alle cijfers pp. 20 – 26 ; tabellen 31 – 38 Geslacht en score op andere onderdelen zijn vrijwel de enige (medium tot zeer sterke) verklarende factoren voor succes: motivatie en metacognitie (van meisjes) Van alle testscores zijn alleen blijvend NIOS en CITOR relevant

TVWO brugklassen 2007 - 2011 PP 27 – 30; tabellen 39 – 43 Voor

TVWO brugklassen 2007 - 2011 PP 27 – 30; tabellen 39 – 43 Voor jongens geldt NIOTOT als de meest belangrijke voorspeller voor succes (. 16 -. 33); op de tweede en derde plaats komt CITOV (. 13 -. 22) en NIOV (. 15 -. 19) Voor meisjes geldt CITOTOT als de meest belangrijke voorspeller voor succes (. 13 -. 29). ; NIOTOT voorspelt echter beter hun succes in SCIENCE

Totale VWO Voor alle leerlingen in de brugklassen van het TVWO van de afgelopen

Totale VWO Voor alle leerlingen in de brugklassen van het TVWO van de afgelopen 5 jaar geldt echter, dat CITOV en CITOT zwak voorspellend zijn CITOTOT is niet voorspellend, NIOTOT wel.

Interpretaties THAVO Zowel NIO als CITO weinig voorspellende waarde op THAVO: motivatie en metacognitie

Interpretaties THAVO Zowel NIO als CITO weinig voorspellende waarde op THAVO: motivatie en metacognitie (? ); Niettemin: Ondergrens CITOTAAL consequent op 50 Ondergrens NIO op elk onderdeel 95 (meisjes) en 100 (jongens) Bij twijfel en / of evt. opstroom: goed kijken naar harmonieus beeld: interne consistentie alle scores, inclusief CITOV en CITOW

Interpretaties TVWO NIO duidelijk beter voorspellend dan CITO bij jongens; idem CITO bij meisjes

Interpretaties TVWO NIO duidelijk beter voorspellend dan CITO bij jongens; idem CITO bij meisjes Conditie toetsafname? Teststress bij meiden? ? Ondergrens CITOTAAL en CITOREK consequent op 65 Ondergrens NIO op elk onderdeel 100 (meisjes) en 105 (jongens) Bij twijfel en / of evt. opstroom: goed kijken naar harmonieus beeld: interne consistentie alle scores, inclusief CITOV en CITOW