Cito M 5 oefenen 1 Het middelste getal

  • Slides: 43
Download presentation
Cito M 5 oefenen

Cito M 5 oefenen

1 Het middelste getal is de optelsom van de buitenste getallen. Welk getal ontbreekt

1 Het middelste getal is de optelsom van de buitenste getallen. Welk getal ontbreekt er? 250 ? 1000 250

1 Het middelste getal is de optelsom van de buitenste getallen. Welk getal ontbreekt

1 Het middelste getal is de optelsom van de buitenste getallen. Welk getal ontbreekt er? 250 300 1000 250

2 De voetbaltraining begint om half 9. Hoe lang duurt het nog voordat je

2 De voetbaltraining begint om half 9. Hoe lang duurt het nog voordat je training begint?

2 De voetbaltraining begint om half 9. Hoe lang duurt het nog voordat je

2 De voetbaltraining begint om half 9. Hoe lang duurt het nog voordat je training begint? 1 uur verder en een half uur verder = anderhalf uur (=1 uur en 30 minuten)

3 Sam betaalt met een briefje van € 20, -. Hoeveel geld krijgt hij

3 Sam betaalt met een briefje van € 20, -. Hoeveel geld krijgt hij terug als hij dit wil kopen? € 1, 50 Dit is hetzelfde als een briefje van ………, een briefje van ……. en een muntje van ………

3 Sam betaalt met een briefje van € 20, -. Hoeveel geld krijgt hij

3 Sam betaalt met een briefje van € 20, -. Hoeveel geld krijgt hij terug als hij dit wil kopen? 20 – 3 = 17 € 1, 50 Dit is hetzelfde als een briefje van 10, een briefje van 5 en een muntje van 2 euro

4 Reken uit: 27: 4=

4 Reken uit: 27: 4=

4 Reken uit: 27: 4= 6 R 3

4 Reken uit: 27: 4= 6 R 3

5 Peter ging precies een week geleden naar een pretpark. Welke dag en datum

5 Peter ging precies een week geleden naar een pretpark. Welke dag en datum was dat?

5 Peter ging precies een week geleden naar een pretpark. Welke dag en datum

5 Peter ging precies een week geleden naar een pretpark. Welke dag en datum was dat? Woensdag 23 november

6 De plank is 2 M lang. Peter zaagt er 50 cm af. Hoeveel

6 De plank is 2 M lang. Peter zaagt er 50 cm af. Hoeveel cm is de plank nu?

6 De plank is 2 M lang. Peter zaagt er 50 cm af. Hoeveel

6 De plank is 2 M lang. Peter zaagt er 50 cm af. Hoeveel cm is de plank nu? 1 m = 100 cm, dus 2 M = 200 cm 200 -50=150 cm (=1 M en 50 cm)

7 Een hele pizza kost € 12, -. Hoeveel kost dan 2 en een

7 Een hele pizza kost € 12, -. Hoeveel kost dan 2 en een halve pizza? € 12, -

7 Een hele pizza kost € 12, -. Hoeveel kost dan 2 en een

7 Een hele pizza kost € 12, -. Hoeveel kost dan 2 en een halve pizza? 12+12+6= € 30, - € 12, - € 6, -

8 Hoe lang is deze wortel?

8 Hoe lang is deze wortel?

8 Hoe lang is deze wortel? 23 ½ cm = 23 en een halve

8 Hoe lang is deze wortel? 23 ½ cm = 23 en een halve cm = 235 mm

9 In een vrachtwagen zitten 20 dozen. In elke doos zitten 7 boeken. Hoeveel

9 In een vrachtwagen zitten 20 dozen. In elke doos zitten 7 boeken. Hoeveel boeken zijn er in de vrachtwagen? 7 boeken per doos

9 In een vrachtwagen zitten 20 dozen. In elke doos zitten 7 boeken. Hoeveel

9 In een vrachtwagen zitten 20 dozen. In elke doos zitten 7 boeken. Hoeveel boeken zijn er in de vrachtwagen? 7 boeken per doos 3 Dozen van 7 boeken = 3 x 7=21, maar ze vroegen 20 dozen, dus 20 x 7= 140

10 Hoeveel wegen de volgende spullen of dieren ? Kies uit kg of gram.

10 Hoeveel wegen de volgende spullen of dieren ? Kies uit kg of gram. 5 oo 1 2 50

10 Hoeveel wegen de volgende spullen of dieren ? Kies uit kg of gram.

10 Hoeveel wegen de volgende spullen of dieren ? Kies uit kg of gram. 2 kg Kg = 1000 gram 5 oo kg 50 gram

11 Hoe laat is het op deze klok? a) 5 over 9 b) 5

11 Hoe laat is het op deze klok? a) 5 over 9 b) 5 voor 9 c) 5 voor half 9 d) 5 over half 9

11 Hoe laat is het op deze klok? C ) 5 voor half 9

11 Hoe laat is het op deze klok? C ) 5 voor half 9

12 Welk getal moet er op de streep staan? 680+……=1000

12 Welk getal moet er op de streep staan? 680+……=1000

12 Welk getal moet er op de streep staan? 680+320= 1000

12 Welk getal moet er op de streep staan? 680+320= 1000

13 Op de markt kost een zak fruit van 3 kg € 2, Henk

13 Op de markt kost een zak fruit van 3 kg € 2, Henk wil 6 kg kopen. Hoeveel moet hij betalen? € 2, -

13 Op de markt kost een zak fruit van 3 kg € 2, Henk

13 Op de markt kost een zak fruit van 3 kg € 2, Henk wil 6 kg kopen. Hoeveel moet hij betalen? € 4, - € 2, -

14 Met 1 pak melk van 1 liter kun je 5 glazen inschenken. Er

14 Met 1 pak melk van 1 liter kun je 5 glazen inschenken. Er zijn 24 kinderen die graag melk willen. Hoeveel pakken melk moet Eline kopen?

14 Met 1 pak melk van 1 liter kun je 5 glazen inschenken. Er

14 Met 1 pak melk van 1 liter kun je 5 glazen inschenken. Er zijn 24 kinderen die graag melk willen. Hoeveel pakken melk moet Eline kopen? 1 pak ---- 5 glazen 2 pakken ---- 10 glazen 3 pakken ---- 15 glazen 4 pakken ---- 20 glazen 5 pakken ---- 25 glazen pakken. 5 x 5 = 25, dus 5

15 De entreeprijzen van de dierentuin zijn € 8, - persoon. Sandra koopt 4

15 De entreeprijzen van de dierentuin zijn € 8, - persoon. Sandra koopt 4 kaartjes. Ze betaalt met 2 briefjes van € 20, Hoeveel geld krijgt ze terug?

15 De entreeprijzen van de dierentuin zijn € 8, - persoon. Sandra koopt 4

15 De entreeprijzen van de dierentuin zijn € 8, - persoon. Sandra koopt 4 kaartjes. Ze betaalt met 2 briefjes van € 20, Hoeveel geld krijgt ze terug? 4 x 8 = 32, dus 8, - terug 32+ 8 = 40 40 -32=8

16 Hoeveel euro heeft Petra korting gekregen? € 22, € 16, 00

16 Hoeveel euro heeft Petra korting gekregen? € 22, € 16, 00

16 Hoeveel euro heeft Petra korting gekregen? € 22, € 16, 00

16 Hoeveel euro heeft Petra korting gekregen? € 22, € 16, 00

17 Hoeveel tegels zijn er weggehaald voor het maken van de moestuinen?

17 Hoeveel tegels zijn er weggehaald voor het maken van de moestuinen?

17 Hoeveel tegels zijn er weggehaald voor het maken van de moestuinen? 4 4

17 Hoeveel tegels zijn er weggehaald voor het maken van de moestuinen? 4 4 Dus 8 tegels

18 Tel met stappen van 10 terug. Wat komt er op de vraagtekens te

18 Tel met stappen van 10 terug. Wat komt er op de vraagtekens te staan? 310 ? ?

18 Tel met stappen van 10 terug. Wat komt er op de vraagtekens te

18 Tel met stappen van 10 terug. Wat komt er op de vraagtekens te staan? 310 300 290

19 Hoe lang is de auto? 4 …. .

19 Hoe lang is de auto? 4 …. .

19 Hoe lang is de auto? 4 M = 400 cm.

19 Hoe lang is de auto? 4 M = 400 cm.

20 Voor een klein stukje grond is 1 zakje graszaad nodig. Hoeveel zakjes heb

20 Voor een klein stukje grond is 1 zakje graszaad nodig. Hoeveel zakjes heb ik nodig voor het hele grasveld? grasveld 100 m 2

20 Voor een klein stukje grond is 1 zakje graszaad nodig. Hoeveel zakjes heb

20 Voor een klein stukje grond is 1 zakje graszaad nodig. Hoeveel zakjes heb ik nodig voor het hele grasveld? grasveld 100 m 2

21 Tel met stappen van 1 terug. Wat komt er op de vraagtekens te

21 Tel met stappen van 1 terug. Wat komt er op de vraagtekens te staan? 601 ? ?

21 Tel met stappen van 1 terug. Wat komt er op de vraagtekens te

21 Tel met stappen van 1 terug. Wat komt er op de vraagtekens te staan? 601 600 599