Budgetteren voor marketing Begroting en budget Begroten alle
Budgetteren voor marketing
Begroting en budget • Begroten = alle verwachte inkomsten en kosten van een plan of project in kaart brengen. • Budget = goedgekeurde begroting. • Functies budget: • planning • controle • allocatie • taakstelling • machtiging • informatie 2 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Marketingbudget • Exploitatiebegroting • overzicht van verwachte omzet, brutowinst en nettowinst • Marketingbudget is meer dan alleen budget afdeling marketing. Omvat ook kosten van: • communicatie • productplan • distributie • customer service • verkoop 3 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Hoofdbudget • Dit is de begrote verlies- en winstrekening van de hele onderneming. • Hetzelfde als masterbudget. • Vaak is het beter om het marketingbudget te presenteren als onderdeel van het hoofdbudget. Je ziet dan het complete plaatje (zie voorbeeld op blz. 69/70). • Continu budgetteren • na afloop van elke deelperiode stel je het budget bij waar nodig. 4 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Begrotingsruimte Manieren om te bepalen hoe groot het communicatiebudget mag zijn. • Sluitpostmethode: wat hebben we over? • Percentage van de omzet: geen discussie. • Vorige jaren extrapoleren: idem. • Anticyclisch: meer besteden als de economie tegenzit, minder als het goed gaat. • Concurrentiegericht: volg budget van belangrijkste concurrenten. • Taakstellend: de inhoud van het plan bepaalt het budget. 5 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Soorten budget • Vast budget • bestaat alleen uit constante kosten • Variabel budget • bestaat alleen uit variabele kosten • Gemengd budget • bestaat uit constante en proportioneel variabele kosten • Flexibel budget • omvat ook degressief of progressief variabele kosten • budgettabel nodig 6 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Budgetcontrole • Het budget is de voorcalculatie. • Na afloop maak je de nacalculatie: de werkelijke opbrengsten en kosten. • Verschillenanalyse: je vergelijkt de nacalculatie met de voorcalculatie. 7 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Verschillenanalyse • Verschillen aan de kostenkant: • hoeveelheidsverschil = efficiencyverschil • meer of minder van een input gebruikt dan begroot • prijsverschil • een input was duurder of goedkoper dan begroot • bezettingsverschil (zie blz. 36) • er is meer of minder geproduceerd dan de normale productie • er is dan winst of verlies op de constante kosten 8 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
Verschillenanalyse • Verschillen aan de opbrengstenkant: • verkoopomvangverschil • afzet was kleiner of groter dan begroot • verkoopprijsverschil • de werkelijke verkoopprijs was lager of hoger dan begroot 9 © Kees Benschop | Boom uitgevers Amsterdam
- Slides: 9