Blok 4 Blz 89 3 Taalschat Blz 89
Blok 4 Blz. 89 3. Taalschat
Blz. 89 t/m 91 Taalschat Leerdoel (2 f): • Je beschikt over genoeg woorden om je te kunnen uiten. • Je moet soms een omschrijving gebruiken om een moeilijk woord uit te leggen. • Je snapt moeilijk woorden in een verhaal (context) • Je kunt afwisselen in woorden.
Blz. 89 Moeilijke woorden in beeld
Nakijken blz. 89 Opdracht 16 ternauwernood – maar net inventief variëren passief urgent Improviseren werken alert adrenalinekick adequaat nis e k e t be van r de e e L : p Leerti deze nnen i z r e ak a m n en e d r o o w mee. – vindingrijk – onderling verschillen – afwachtend – dringend – met de op dat moment beschikbare middelen – oplettend – opgewonden gevoel – geschikt, goed
Blz. 89 Tegenstellingen
Nakijken blz. 89 Opdracht 17 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 vrolijk – treurig spannend – saai taai – mals winter – zomer scherp – flauw dood – levend vriezen – dooien inclusief – exclusief dom – slim spreken – zwijgen moedig – laf laat – vroeg n e f e O : p Leerti k j i l e g o m l zovee n e g n i l l e t s tegen
Nakijken blz. 90 Opdracht 18 1 2 3 4 5 6 Loslaten Toenemen Verdedigen Aangekomen Stijgt vrijgelaten - - vasthouden afnemen aanvallen afgevallen daalt gevangen n e f e O : p i t Leer k j i l e g o m zoveel n e g n i l l e t tegens
Blz. 90
Nakijken blz. 90 Opdracht 19 Leertip: dit in je je e o h n e f Oe vindt. k e o b n e d r woo over je p m il f t e h Bekijk werpoint o p ( n e d u o v meer elling) p s / a ic t a m gram 1 de fase = fases en fasen 2 de tarantula = tarantula’s 3 de ronde = rondes en ronden 4 de huichelaar = huichelaars en huichelaren 5 het hof = hoven 6 de stommerik = stommeriken 7 de almanak = almanakken 8 de weduwe = weduwen en weduwes 9 de kaars = kaarsen 10 de amfibie = amfibieën
Nakijken blz. 91 Opdracht 20 1 2 3 C staven B rozetten A talismans
Blz. 91 Woorden over het thema gebouwen
Nakijken blz. 91 Opdracht 21 1 ambassade 2 hangar 3 kazerne 4 gemaal 5 kiosk 6 veilinghuis 7 vuurtoren 8 hospitaal 9 huis van bewaring 10 bioscoop 11 molen 12 casino 13 kerncentrale 14 boerderij 15 warenhuis k e o z : p i t r Lee e d n a v s e plaatj j i b n e d r woo Google n e g n i d l e e afb
Herhaling blok 3
Blz. 65 Moeilijke woorden
Blz. 65 3. 1 Moeilijke woorden uit teksten Opdracht 14 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 primitief – erg eenvoudig amper – nauwelijks passanten – mensen die toevallig voorbijlopen permissie – toestemming checklist – controlelijst extreem – zeer vergaand, heel erg loodrecht – helemaal recht, niet schuin waaghals – iemand die veel risico neemt gigantisch – enorm nerveus – zenuwachtig
Spel!!!! 1 2 3 4 5 6 Allesbehalve Zelden Kenmerk Aanzienlijk Identieke Constant - Helemaal niet - Bijna nooit - Eigenschap - erg - dezelfde - hetzelfde
Blz. 67 Meer betekenissen
Blz. 67 3. 4 Woorden met meer betekenissen Opdracht 18 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Vandaag kookt mijn moeder overheerlijke ham met lof. Ik heb een slimme zus en een sterke broer. Ik vind dat een hele flauwe grap! Rond het kampvuur hoor je vaak sterke verhalen. Voor het bakken van een taart heeft Sara veel bloem nodig. De stof van aardrijkskunde was vandaag erg moeilijk. De bepakking van de soldaten was deze keer heel licht. Op de markt heeft zij een prachtige lap stof gekocht. Het afrikaantje is een bijzondere bloem. In de weg naar school zit een flauwe bocht. In IJsland blijft het zomers tot heel laat licht. Mijn mentor was vol lof over ons werkstuk.
Blz. 66 3. 3 Woordvelden Opdracht 16
- Slides: 22