Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging 1 Ing J van
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging 1 Ing. J. van de Worp
Bewegen Na dit hoofdstuk weet je: - Welke soorten beweging er zijn. - Hoe je beweging kan weergeven in een diagram. - De formules om met snelheid te rekenen Na dit hoofdstuk kan je: - Bewegingen herkennen uit afbeeldingen - Beweging aflezen in een diagram - Diagrammen van beweging tekenen - Rekenen met afstand, tijd, snelheid en gemiddelde snelheid - Drie soorten verbanden herkennen uit een diagram 2
Bewegen Wat is bewegen? 3
Bewegen Grootheden en eenheden Wat is een grootheid? Wat is eenheid? 4
Bewegen De volgende grootheden moet je kennen: Grootheid Symbool Eenheid Afstand s Tijd t Snelheid v meter kilometer seconde uur meter per seconde kilometer per uur Symbool m km s u m/s km/h 5
Bewegen Grootheid Symbool Eenheid Afstand s meter kilometer Symbool m km De afstand tussen Middelburg en Bemmel is 200 kilometer s = 200 km De letter s komt van het woord strada, latijn voor straat 6
Bewegen Grootheid Symbool Eenheid Tijd t seconde uur Symbool s u Van Middelburg tot Bemmel is 2, 5 uur rijden t = 2, 5 u De letter t komt van het latijnse woord tempo, wat tijd betekent 7
Bewegen Grootheid Symbool Eenheid Snelheid v Symbool meter per seconde m/s kilometer per uur km/h Van Middelburg naar Bemmel rijd ik 80 kilometer per uur v = 80 km/h De letter v komt van het woord velocitas, latijn voor snelheid km/h staat voor kilometers per hour, Engels voor kilometer per uur 8
Bewegen Vier manieren van beweging: • • Stilstaan Bewegen met constante snelheid Versnellend bewegen Vertragend bewegen 9
Bewegen Welke manieren van beweging zie je? Asterix in het plaatje De De centurio Galliër wagens linkstweede in het tweede 10
Bewegen Beweging weergeven in een diagram Een constante snelheid van 5 meter/seconde Afstand-tijd diagram Snelheid-tijd diagram v-t diagram 30 25 20 15 10 5 0 v (meter/seconde) s (meter) s-t diagram 0 1 2 3 t (seconden) 4 5 6 5 4 3 2 1 0 0 1 2 3 t (seconden) 4 5 11
Bewegen Zoek de goede soort beweging bij ieder diagram A: Stilstaan B: Versnellend bewegen C: Bewegen met constante snelheid D: Vertragend bewegen 2 Snelheid (v) 1 Tijd (t) 4 Snelheid (v) 3 Tijd (t) 12
Bewegen Zoek de goede soort beweging bij ieder diagram A: Stilstaan B: Versnellend bewegen C: Bewegen met constante snelheid D: Vertragend bewegen 2 Afstand (s) 1 Tijd (t) Afstand (s) 4 Afstand (s) 3 Tijd (t) 13
Bewegen Lineaire functie Kenmerken: 1. Constante toename (helling) 2. Rechte lijn 3. Snijpunt Y-as is het startgetal. 14
Bewegen Lineaire functie Kenmerken: 1. Constante toename (helling) 2. Rechte lijn 3. Snijpunt Y-as is het startgetal. 15
Bewegen Recht evenredig Een lineaire functie door de oorsprong gaat Startgetal is dus altijd: 0 16
Bewegen Recht evenredig Kenmerken: 1. Startgetal is 0 2. x Als 2 keer zo groot wordt, y wordt ook 2 keer zo goot 3. De grafiek is een rechte lijn door de oorsprong 17
Bewegen Recht evenredig Kenmerken: 1. x Als 2 keer zo groot wordt, y wordt 2 keer zo klein 2. De grafiek is een hyperbool 18
Bewegen Recht evenredig Kenmerken: 1. x Als 2 keer zo groot wordt, y wordt 2 keer zo klein 2. De grafiek is een hyperbool 19
Bewegen De formule s = v • t afstand = snelheid • tijd 20
Bewegen Een voorbeeld Een auto rijdt met een snelheid van 120 km/u over de snelweg. Hoe veel kilometer heeft hij na vier uur gereden? s = v • t v = 120 km/h t = 4 h s = 120 km/h • 4 h s = 480 km 21
Bewegen De snelheid of tijd berekenen Een fietser rijdt 60 kilometer in 4 uur. Wat is de snelheid van de fietser? Formule: s=v • t Vergelijking: 6 = 2 • 3 22
Bewegen Omrekenen km/h en m/s ● 3, 6 m/s km/h ÷ 3, 6 23
Bewegen Omrekenen van uren, minuten en seconden ● 60 1 uur ● 60 3600 seconden 60 minuten ÷ 60 24
Bewegen Wetenschappelijke notatie Getal vermenigvuldigen met een macht van 10 Komma schuift naar rechts, aantal plaatsen gelijk aan de exponent 5 50 50000 = = = 5 • 100 5 • 101 5 • 102 5 • 103 5 • 104 536000 = = 5, 36 • 102 5, 36 • 103 5, 36 • 104 5, 36 • 105 25
Bewegen Wetenschappelijke notatie Bij getallen kleiner dan 1 Vermenigvuldigen met een negatieve macht van 10 Komma schuift naar links, aantal plaatsen gelijk aan de exponent 0, 5 0, 005 0, 0005 = = 0, 536 = 0, 00536 = 0, 000536 = 5 • 10 -1 5 • 10 -2 5 • 10 -3 5 • 10 -4 5, 36 • 10 -1 5, 36 • 10 -2 5, 36 • 10 -3 5, 36 • 10 -4 26
Bewegen De gemiddelde snelheid 27
Bewegen Rekenen maar! Een automobilist rijdt 80 km/h, na 200 kilometer wordt het ineens mistig en rijdt hij nog 30 minuten met 60 km/h. 1. Hoe lang heeft de automobilist in totaal gereden? 2. Hoe ver heeft de automobilist in totaal gereden? 3. Wat was de gemiddelde snelheid van de auto over het hele traject? 28
Bewegen Wat moet je kennen en kunnen voor de toets: Dit moet je kunnen: • s-t en v-t diagrammen aflezen en tekenen • Uit een diagram een lineair, recht evenredig of omgekeerd evenredig verband herkennen • Rekenen met de formules en de formules omzetten • Getallen in de wetenschappelijke notatie lezen en schrijven 29
- Slides: 29