BEPERKINGEN EN STOORNISSEN Les 4 TERUGBLIK VORIGE WEEK
BEPERKINGEN EN STOORNISSEN Les 4
TERUGBLIK VORIGE WEEK • Medicatie (werkstoffen/hulpstoffen) • Werking en functie medicatie Indeling naar werkingsmechanisme 1 de werkzame stof vult de lichaamseigen stoffen aan 2 de werkzame stof remt overproductie van lichaamseigen stoffen af 3 een nieuwe stof die niet in het lichaam voorkomt
INDELING NAAR FUNCTIE • 1 curatieve functie: genezen • 2 substitutiefunctie: vervangen van een stof die het lichaam te weinig aanmaakt • 3 oreventieve functie: voorkomen van een ziekte • 4 symptoombestrijding: ziekte bestrijden • 5 diagnostische functie: middelen voor het stellen van een diagnose bv contrastvloeistof voor een scan
VANDAAG • 11. 3 van indicatie tot aflevering • 11. 4 controle en veiligheid • Doelen: - Na deze les kan je in eigen woorden uitleggen hoe het medicatieproces van indicatie tot aflevering verloopt - Na deze weet je waar je als begeleider op moet letten bij de controle en veiligheid van medicatie bij cliënten
VAN INDICATIE TOT AFLEVERING • Als de arts besluit een medicijn voor te schrijven komt het volgende proces op gang: • - indicatie en contra-indicatie • - keuze van het medicijn en de dosering • - recept • - aflevering
INDICATIE EN CONTRA-INDICATIE • Indicatie = de reden waarom een arts een medicijn voorschrijft • Contra-indicatie = redenen waarom een arts juist niet een medicijn voorschrijft Voorbeelden: zwangerschap, overgevoeligheid voor een medicijn of ongewenste combinatie van medicijnen. Een bestaande aandoening, voorbeeld: iemand met een maagaandoening krijgt geen medicatie de maag extra belasten
KEUZE VAN HET MEDICIJN EN DOSERING Medicijn wordt gekozen op basis van de werkzame stof Arts bepaald de dosis, eerst standaarddosis daarna eventueel bijstellen Het recept Via apotheek controleert: clientgegevens, medicijn op sterkte en dosering, ongewenste combinaties, gebruik tijdens zwangerschap, medicatiehistorie, overgevoeligheid en dubbelmedicatie. Dubbelmedicatie: het gelijktijdig gebruik van meer medicijnen die dezelfde werkzame stoffen bevatten, bijvoorbeeld hetzelfde medicijn van een ander merk.
CONTROLE • Ook wordt er gecontroleerd op etiketten. Naam, dosering, waarschuwingen ect. • Stickers: naast het standaard etiket kan de apotheek nog allerlei stickers toevoegen. Bijvoorbeeld: - Niet om in te nemen - Inhalatie door neus en mond - Goed schudden voor gebruik - Pictogrammen voor laaggeletterden en migranten die de Nederlandse taal niet goed beheersen
CONTROLE EN VEILIGHEID - Volg in instellingen de medicijnprocedures en controles nauwkeurig - Meld incidenten - Leer cliënten die zelfstandig wonen hoe ze zelf hun medicijnen kunnen beheren - Ondersteun cliënten die het niet goed kunnen (pictogrammen, medicijnwekkers of duidelijke schema’s) Je kunt ook belafspraken maken. Bijvoorbeeld de eerste twee week bel ik je op dat tijdstip, daarna kijken we hoe je het zelf oppakt.
OPDRACHT Maak in groepjes een digitale informatiefolder over een zelf gekozen (bestaand) medicijn voor een bepaalde doelgroep • De doelgroep moet uit cliënten bestaan waar jullie later mee zullen gaan werken. Bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, psychiatrische patiënten, mensen in de gevangenis, asielzoekers, vrouwen in de vrouwenopvang, mensen die zwerven en ouderen. Let op: • Benadruk het belang van het innemen van de juiste medicatie op de juiste tijd • Wees creatief. • Schrijf tips op voor de doelgroep, gebruik afbeeldingen enzovoort. • De folder moet te begrijpen zijn en geraadpleegd kunnen worden door de doelgroep. Als je klaar bent: Angerenstein opdracht 7 en 13 Thema 11 Medicatie (boek: MZ 2)
VOLGENDE WEEK • Nabespreking opdrachten • Dana is er weer! •
- Slides: 11