Bemesting Bodem les 3 Zone college Terugblik Bodem
Bemesting; Bodem les 3 Zone. college
Terugblik Bodem en bodemgebruik Grond en haar ontstaanswijze Ontstaan van het Nederlandse landschap Herkennen van grondsoorten Grond en zijn fracties Bodemprofiel
Sterk vereenvoudigde indeling Zeeklei (hoog)veen (laag)veen Zandgrond Rivierklei Löss
Onderzoek van de bodem en herkenning van de grondsoort
Wat kun je onderzoeken? • Grondsoort • Opbouw van het profiel • Waterhoudend vermogen • Waterstand
Grondsoorten • Zandgronden - aangewaaid - aangespoeld • Leemhoudende gronden • Kleigronden - rivierklei - zeeklei • Zavelgronden • Veengronden
Zandgrond
Zandgronden door wind neergelegd • De dekzandgronden • De duingronden • De zandkorrels zijn afgeronde kiezelsteentjes • Tussen de vingers voelt het aan als schuurpapier, je voelt de korrels duidelijk • Kan weinig water vasthouden
Zandgronden door het water afgezet • Rivierzanden • Zeezanden • De korrels zijn scherp • Tussen de vingers voelt het aan als grof schuurpapier • Kan weinig of geen water vasthouden
Leemgrond/Lössgrond
De leemhoudende gronden • Leem- en Lössgronden: zeer fijne zandkorrel • Het heeft eigenschappen als klei • Het houdt veel vocht vast • Droogt op in harde bonken • Zwaar te bewerken • Tussen de vingers voelt het aan als fijn schuurpapier
Kleigrond
Kleigronden • Zeer fijn verweerd gesteentemateriaal • Voelt tussen de vingers in vochtige toestand aan als een smeermiddel • Houdt veel water vast • Veel plantenvoedende mineralen • Zwaar te bewerken
Zavelgrond
Zavelgronden • Een natuurlijk mengsel van klei en zand • De korrelgrootte ligt tussen zand en klei • Goede vochthoudende gronden • Prettig te bewerken gronden • Tussen de vingers voelt het aan als een smeermiddel met wat fijn zand erdoor
Veengrond
Veengronden • Altijd van organische oorsprong • Laagveen (wordt onder water gevormd) • Hoogveen (wordt boven de waterspiegel gevormd) is bijna verdwenen • Groot waterhoudend vermogen • Weinig draagkracht • Tussen de vingers voelt vochtig veen als een smeermiddel en maakt de vingers zwart.
Opbouw van het profiel • Voor een goede groei is de opbouw belangrijk: • Geen afwisselingen in grondsoort • Geen hoge indringingswaarden • Geen wisselende grondwaterstanden • Kleur zegt vaak ook iets over het organisch stof gehalte.
Het waterhoudend vermogen van grond • Organische stof houdt water vast • Te beoordelen aan de kleur van de (zand)grond. • Hoe donkerder, hoe meer waterhoudend • Heel fijne gronddeeltjes zoals van klei en leem houden water vast • Hoe meer de grond smeert tussen de vingers, hoe meer kleideeltjes
Grondwaterstanden • Ideaal is een grondwaterstand tussen 70 cm en 100 cm onder maaiveld. • In veengronden hoger • In kleigronden lager • Wisselende grondwaterstanden doen wortels in het wisselende gebied afsterven • De grond moet voldoende los zijn om water onder de 1, 2 m omhoog te voeren (capillaire werking van de grond
Bodemprofiel
Bodemprofiel
Podzolbodem Deze bodem ontwikkelt zijn opvallende gelaagdheid doordat mineralen met regenwater uit de bovenste lagen wegspoelen en dieper in de bodem neerslaan. Podzolbodems zijn niet erg vruchtbare bodems die vooral in het zandlandschap te vinden zijn.
Podzolbodem
Podzolbodems bestaan uit dekzand waarop bodemprocessen gedurende lange tijd een sterke invloed hebben uitgeoefend. Regenwater heeft de bovenste bodemlaag schoongewassen. Bestanddelen die in deze laag zaten zijn door het water opgelost en meegevoerd, dieper de bodem in.
Podzolbodem Door de invloed van biologische en chemische processen is het oorspronkelijke geelgekleurde dekzand omgevormd tot een geheel dat uit drie opvallend gekleurde lagen bestaat.
Podzolbodem Ooit waren de zandgronden van de Veluwe - waar goed ontwikkelde podzolbodems op grote schaal voorkomen - het grootste productiecentrum van ijzer in Europa. Onder de oerbank bevindt zich geel zand. Dit is het moedermateriaal waarin de podzolbodem zich vormt.
Podzolbodem Meestal gaat het om dekzand dat in extreem koude fasen van de laatste ijstijd (rond 20. 000 jaar geleden) met harde stormwind over ons land is geblazen en als een dikke deken over grote gebieden is afgezet.
Podzolbodem Podzolen zijn onze oudste bodems. Ze zijn ontstaan in het Vroeg-Holoceen op de dekzandgronden. Na de ijstijd verbeterde het klimaat en raakten de zandgronden begroeid met bossen. Gevallen bladeren zorgden ervoor dat de toplaag van het zand werd verrijkt met humus. Tussen de grofgebouwde korrels van het dekzand zit veel ruimte. Regenwater sijpelt daar gemakkelijk tussendoor.
Podzolbodem
Podzolbodem Het ijzer, dat de zandkorrels gelig kleurde, verdwijnt langs chemische weg en het zand wordt vaalgrijs. Zodra dit gebeurt, heet de bodem al een podzol. Het regenwater neemt de opgeloste ijzerdeeltjes en humus verder mee naar beneden, tot ze neerslaan in de inspoelingslaag. KNNV WGL Edafologie; 25 febr 2017 52 Na verloop van tijd hopen zich hier alle bestanddelen op die van boven komen. Er ontstaat een harde donkergekleurde laag. Deze oerbank voorkomt verdere doorspoeling. IJzer
Podzolbodem
Podzolbodem
Podzolbodem
Ontstaan van potzolgronden
Vaagbodem
Vaagbodem Het duinlandschap is opgebouwd uit zandige afzettingen die door de wind worden aangevoerd. Graven we een duin met de schop af en schaven we een vlak verticaal profiel, dan zien we dat het zand er van boven tot onder hetzelfde uitziet. Er zijn in het zand geen kleurverschillen te zien en geen aparte bodemlagen. Dit is de typische aanblik van een vaagbodem. Vaagbodems bestaan namelijk uit onveranderd moedermateriaal, in dit geval duinzand.
Vaagbodem
Vaagbodem
Vaagbodem
Vaagbodem
Brikgronden zijn volgens de Nederlandse bodemclassificatie alle minerale gronden met duidelijke klei-inspoeling in de B-horizont. Dit heet in het Nederlandse systeem een textuur-B of briklaag. Het is een horizont met een blokkige structuur en een donkerder kleur en vastere consistentie dan de erboven gelegen A-horizont en de eronder gelegen C-horizont. Brikgronden worden uitsluitend aangetroffen op pleistocene sedimenten als oude rivierklei of löss. Het zijn gronden waar bodemvormende processen al gedurende een lange periode actief zijn.
Brikgronden
Brikgronden
Brikgronden
Brikgronden
Eerdgronden zijn volgens de Nederlandse bodemclassificatie alle moerige gronden en minerale gronden met een humusrijke bovengrond (de minerale eerdlaag, een Ap of Ah horizont). Bovendien bevindt zich binnen 40 cm geen kalkhoudend vast gesteente. Deze minerale eerdlaag is doorgaans het gevolg een eeuwenlange geleidelijke ophoging met humushoudend materiaal door de mens. Op de pleistocene zandgronden werd hiervoor plaggenmest gebruikt. In het westen van Nederland gebruikte men bagger uit sloten.
- Slides: 57